Mr.

MR. 4 2020 / 41 interview aan de Hoge Raad. Dan schreef je de vraag zo intelligent mogelijk op, en dan kwam je hier en dan zei de Hoge Raad doodleuk: ‘Over dat probleem hebben we geen arrest gewezen. Daar kunnen we dus nog niks over zeggen’. Nu is er veel meer openheid en benaderbaarheid. We praten met rechters, cassatieadvocaten, het OM en andere betrokkenen zoals het Fonds Slachtofferhulp. Je hoort veel snel- ler welke vragen er leven. Kijk maar naar de euthanasie-zaak. Daar heeft de procu- reur-generaal een vordering tot cassatie in het belang der wet ingesteld. Het hoger beroep is overgeslagen.” DIKASTOCRATIE Van Schendel benadrukt dat de Hoge Raad niet alleen met de ketenpartners praat. “In niet-coronatijden ontvangen we studenten en leraren maatschappijleer. En samen met de rechtbank Den Haag hebben we een project voor jonge men- sen uit verschillende geledingen van de trias die met elkaar praten over de prakti- sche betekenis van de rechtsstaat. Dat zijn de mensen die de rechtsstaat overeind moeten houden in een lastige tijd. Kijk maar Polen en Hongarije, maar ook in Nederland zijn er voorbeelden van aan- tasting van de rechtsstaat.” U doelt op Baudet en zijn dikastocratie? “Onder andere. Je moet de rechts staat goed onderhouden.” Er verschijnen om de haverklap rapporten over de gebreken binnen de strafrechtketen. Wat is volgens u het grootste probleem? “Werkdruk, bezuinigingen, mislukte digi- talisering: het werkt allemaal op elkaar in. Een oplossing heb ik niet. Wat de Recht- spraak betreft: je kunt wel nadenken over de opleiding van rechters. In mijn tijd − maar nu gaat opa vertellen hoe goed het vroeger allemaal was – had ik twee keer per week zitting. Dat gold in strafzaken en civiele zaken. Altijd dezelfde samen- stelling; zelfde griffier, zelfde ondersteu- ning. Je had zelf de regie. Als een getuige pas een week later beschikbaar was, dan verschoof je het verhoor. Die ruimte had je. De afstemming is nu gecompliceerder geworden.” U gaat met pensioen. Hoe gaat u uw tijd doorbrengen? “Ik heb eerder verteld dat ik archeoloog wilde worden. Ik had het romantische beeld van opgravingen in de woestijn en zo, maar dat is er niet van gekomen. Ik heb er wel een levenslange liefde voor woestijnen en kamelen aan overgehou- den. Als ik in Ethiopië aan de bron van de Nijl sta, in Iran door Persepolis loop of bij de Leeuw die Alexander de Grote in 324 voor Christus heeft opgericht voor het overlijden van Hephaistos, dan reali- seer ik me dat ik deel uitmaak van die ge- schiedenis en het voorrecht heb om daar te staan. Ik zou binnenkort een paar maanden Arabisch gaan studeren aan de universiteit van Beiroet, maar door coro- na en de politieke situatie daar kan dat nu even niet.” Gaat u als gepensioneerd rechter straks aan de slag om achterstanden weg te werken? “Er zijn telefoontjes geweest, maar ik doe eerst een paar maanden niks. Eerst even afstand nemen en dan zie ik wel. Ik weet niet of ik zin heb om mezelf vast te leggen voor een zitting per week.” Hoe ziet u de toekomst van de Hoge Raad? “Ik heb er alle vertrouwen in. Kijk hoe we tijdens de coronacrisis gewoon hebben doorgewerkt. Dat kon omdat de stukken digitaal zijn en het mogelijk is om in alle drie de rechtsgebieden digitaal te procede- ren. Bovendien ondertekenen we digitaal, kunnen we gemakkelijk digitaal juridische bronnen doorzoeken en hebben we live streams. We zijn bevoorrecht dat we de af- gelopen maanden rimpelloos hebben kun- nen doorwerken. Ik hoop dat we daarmee een voorbeeld kunnen zijn voor de rest van de rechterlijke organisatie.” Willem van Schendel verlaat de Hoge Raad dus met een gerust hart. •

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=