Mr.
MR. 4 2020 / 75 openbaar ministerie E r was bij het Openbaar Ministe- rie te weinig zelfreinigend ver- mogen en ethisch leiderschap ontbrak. Dat waren vorig jaar april de belangrijkste conclusies van de commissie-Fokkens, die met een reeks voorstellen tot verbetering kwam. Het onderzoek van de commissie-Fok- kens werd ingesteld nadat in 2018 door publicaties in NRC aan het licht was ge- komen dat hoofdofficier van justitie Marc van Nimwegen jarenlang loog over zijn liefdesrelatie met collega-hoofdoffi- cier Marianne Bloos. De leiding van het OM greep ondanks een constante stroom geruchten niet in. “JE KUNT EEN KLACHT OOK ALS EEN GRATIS ADVIES ZIEN, DAN KUN JE ERVAN LEREN” STOELENDANS Kitty Nooy ondernam in 2014 wel actie. Als toenmalig hoofd van het Bureau In- tegriteit Openbaar Ministerie bracht ze de secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie op de hoogte van de geluiden over de relatie tussen Van Nimwegen en Bloos, en over de on- rust die dat gaf. Voorzitter Herman Bol- haar van het College van procureurs-ge- neraal besloot, na een gesprek met de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving, vervolgens om Van Nimwegen naar Rotterdam te verplaat- sen, waarna hoofdofficier Fred Wester- beke tegen zijn zin werd overgeplaatst naar het Landelijk Parket. De hoofdoffi- cier van dat parket, Gerrit van der Burg, werd lid van het College. Deze stoelen- dans werd later bekend als ‘de carrousel’. TE DEFENSIEF Nooy, inmiddels vertrokken bij het Openbaar Ministerie, benadrukt nu dat er op het gebied van integriteit veel goe- de dingen gebeuren. “Het Bureau Inte- griteit Openbaar Ministerie (BIOM) is uitgebreid, de benoemingsprocedures zijn veranderd, klachtenprocedures zijn onafhankelijker, dat is allemaal goed.” Maar over het ethisch leiderschap van de OM-top heeft ze haar twijfels. “Ethisch leiderschap is bij het OM nog steeds onvoldoende aanwezig.” Nooy haakt aan bij de definitie die de commis- sie-Fokkens gebruikt: leiders moeten zelf zichtbaar morele leiders zijn. “Het OM concentreert zich op integri- teit”, zegt Nooy, die nu als ondernemer advies geeft over ethisch leiderschap. “In- tegriteit is belangrijk, want die was ver te zoeken. Maar je moet het ook zichtbaar maken en daar zit het probleem.” Ze illustreert dat met de afhandeling van klachten tegen een hoofdofficier eind juni dit jaar. Medewerkers hebben ge- klaagd over ongewenste omgangsvor- men, grensoverschrijdend gedrag en een vermoeden van integriteitsschendingen, en een deel van de klachten is gegrond verklaard. Nooy: “Ik zou graag zou zien dat het College zich openlijk afvraagt wat het beter had kunnen doen in deze zaak. Was het verstandig deze man op die plek te zetten, en hadden de klachten beter afgehandeld moeten worden? Dat mis ik. Het heeft met moed en wijsheid te maken dat je durft te zeggen: ‘Dat hadden we als College anders moeten doen’. Je kunt een klacht ook als een
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=