Mr.
MR. 4 2020 / 77 openbaar ministerie “HET WAARBORGEN VAN INTEGRITEIT IS GEEN ROCKET SCIENCE” gratis advies zien, dan kun je ervan le- ren. Nu wordt er te defensief gehandeld.” In de analyse van Nooy is niet-integer gedrag van ambtenaren het gevolg van doorgeschoten loyaliteit. “Ambtenaren moeten loyaal zijn, maar niet té. Je ziet het bij de Belastingdienst, Defensie, het OM. Om dat te veranderen, heb je ethisch leiderschap nodig.” THERMOMETER Het Openbaar Ministerie heeft vorig jaar in een Plan van Aanpak de stappen uit- eengezet om de integriteit te verbeteren. OM-topman Gerrit van der Burg onder- scheidt daarin twee hoofdlijnen: de ratio- nele kant en de gevoelskant. “Met de rati- onele kant liggen we behoorlijk op tempo”, zegt Van der Burg. Hij doelt daar- bij op zaken als beleidsontwikkeling, be- noemingsprocedure, personeelsbeleid en het instellen van commissies: “Allemaal dingen waarin we verbeteringen hebben doorgevoerd.” Maar, benadrukt hij: “Nog belangrijker is de gevoelskant: het verbe- teren van het gespreksklimaat. Daarbij is de inzet dat elke OM’er zich veilig voelt om te bespreken wat hij of zij wil bespre- ken. En dan heb ik het niet alleen over integriteitskwesties, maar ook over ande- re ongemakkelijke gespreksonderwerpen waar een kritische houding juist op prijs wordt gesteld.” Die cultuurverandering duurt een paar jaar, denkt Van der Burg. “De leiding moet het voorbeeld geven. Dus voorle- ven, je zelf kwetsbaar opstellen, durven leren van fouten, iedereen met fatsoen en respect behandelen.” Hij hoort vanuit de organisatie dat er voor open gesprekken meer ruimte is. “Maar als ík dat zelf zeg, klinkt dat mis- schien subjectief. Daarom steken we re- gelmatig de thermometer in de organi- satie. Dat doen we door planning & control-gesprekken, maar ook door overleg met de ondernemingsraden van de OM-onderdelen en andere gremia binnen het OM. We stellen overal de vraag hoe het gaat naar het gevoel van de mensen.” Van der Burg zegt dat hij zijn opdracht tot ethisch leiderschap elke dag probeert waar te maken. Over de opmerking van Kitty Nooy over de afhandeling van de klachten tegen de hoofdofficier begin deze zomer, zegt hij: “Iedereen heeft recht op zijn mening. Bij een klacht zo- als die tegen een hoofdofficier waar Kitty Nooy het over heeft, heb je als werkge- ver zorgvuldigheid te betrachten tegen- over de klagers, maar je hebt ook een werkgeversverantwoordelijkheid ten op- zichte van de beklaagde. We hebben al- lerlei afwegingen gemaakt en daarbij re- flecteren we zeker ook op wat we zelf wel of niet hebben gedaan. Maar dit zijn geen thema’s waarmee je ongebreideld naar buiten kunt gaan. Ik begrijp de op- merking van Kitty Nooy, maar er zijn een hoop afwegingen zijn die Kitty niet kent, simpelweg omdat ze het verhaal alleen in de krant heeft gelezen.” Nooy noemt die laatste bewering perti- nent onjuist. “Ik spreek nog regelmatig oud-collega’s onder wie vrienden en vriendinnen. Ik hoor dus regelmatig wat er gebeurt binnen het OM.” ZEEPKISTSESSIES Het OM plukt nu de vruchten van alle inspanningen, zegt Jaap Smit. De com- missaris van de koning in Zuid-Holland is voorzitter van de commissie die de voortgang van de ontwikkelingen bin- nen het OM begeleidt. “Het rapport- Fokkens was een enorme wake-upcall”, zegt Smit, die voorzitter is van de bege- leidingscommissie. Die bestaat naast Smit uit Marja van Bijsterveldt (burge- meester van Delft), Gjalt de Graaf (hoogleraar integriteit aan de Vrije Uni- versiteit) en Hans van der Vlist (direc- teur van ABD Topconsult). Smit, die eerder actief was als predikant, consultant, directeur van Slachtofferhulp Nederland en voorzitter van het CNV, zegt dat het OM vooruitgang boekt. “Een cultuuromslag vergt langdurige aandacht, zeker als het gaat om integri- teit. Het risico is levensgroot dat je ver- valt in regels, procedures, gedragscodes en protocollen. Ik geloof eerder in af- spraken over hoe je het gesprek op gang brengt en hoe je met elkaar omgaat. Geen klikspaancultuur, maar zaken op een open manier aanhangig maken. Daar is het OM goed mee bezig.” Hij wijst in dit verband naar zeepkistsessies, bijeenkomsten met leidinggevenden en ook naar gesprekken van het College met de Kritische Vrienden (een aantal medewerkers van het OM). Het waarborgen van integriteit is geen rocket science , vindt Smit: “Maak duide- lijk wat wel en niet mag. Door trainin- gen, bijeenkomsten, ingrijpen als het mis is. Het gaat om hoe je als mensen met elkaar omgaat, wat het voorbeeldge- drag is, hoe je handelt als dingen fout gaan. Bespreek dilemma’s.” De belangrijkste boodschap die Smit het OM wil meegeven: “Schiet niet in een kramp, hou je kerntaken overeind, Kitty Nooy, zelfstandig adviseur ethisch leiderschap Gerrit van der Burg, voorzitter College procureurs-generaal
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=