Mr.
MR. 4 2020 / 79 openbaar ministerie “DE STORM IS OVER, HET OM MOET DE VERANDERINGEN NU INTERNALISEREN” blijf met elkaar in gesprek. Los het op in de tijd.” VERS BLOED IN DE LEIDING CDA-Tweede Kamerlid Chris van Dam werkte zelf negentien jaar bij het OM, het laatst als plaatsvervangend hoofdof- ficier. “Er is een oerwoud aan commis- sies ontstaan”, constateert Van Dam. “Als je cultuur toetsbaar wilt verande- ren, doe je dat in het algemeen met cursussen en procedures en organen, maar we weten ook allemaal dat het in het hart van de mensen en de organisa- tie moet landen, en dat is minder mak- kelijk.” Daarom heeft Van Dam in een motie gepleit voor een paragraaf over ethisch leiderschap in het jaarverslag van het OM. Die paragraaf is er ook ge- komen: in de recentste editie van het jaarverslag besteedt het OM hier uitge- breid aandacht aan. Hij vindt ook dat het tijd is voor vers bloed in de leiding. “Het OM is nu een club van mensen die er allemaal twintig of dertig jaar werken en dat is logisch omdat het een vak apart is. Er is nu een soort ei- landcultuur ontstaan: je weet dingen van elkaar, je vergoelijkt dingen, je accepteert gedrag dat je in de normale wereld niet zou accepteren, en daar heeft gebrek aan ethisch leiderschap een rol in gespeeld.” Van Dam noemt het van belang dat op strategisch niveau mensen binnenko- men die hun sporen hebben verdiend in andere organisaties. “Mensen die vraag- tekens zetten bij gedrag dat binnen een organisatie normaal wordt gevonden.” VLIEGUREN Gerrit van der Burg noemt vers bloed in de top ‘heel belangrijk’. Hij legt uit dat de OM-top uit ongeveer 45 mensen bestaat: per onderdeel een hoofdofficier, een plaatsvervangend hoofdofficier en een directeur bedrijfsvoering. “Wij hebben de afgelopen jaren negen nieuwe direc- teuren bedrijfsvoering benoemd, en ze- ven komen van buiten. Dus we krijgen vers bloed binnen.” Van der Burg wil ook meer hoofdofficie- ren en plaatsvervangend hoofdofficieren uit andere organisaties rekruteren. “Maar dat is lastiger. Een hoofdofficier moet vier belangrijke competenties hebben: lei- dinggeven, verbinding maken met het bestuurlijke veld, vakkennis hebben en ervaring hebben met het omgaan met cri- ses. Die eerste drie competenties zijn niet altijd een probleem, maar juist die erva- ring met crises is de valkuil. Als je op maandag als nieuwe hoofdofficier van Utrecht begint en op dinsdag is er een aanslag in een tram, dan moet je in het driehoeksoverleg zonder assistentie een gezaghebbend standpunt vanuit het OM hebben. Daarvoor heb je vlieguren in onze organisatie nodig. Dat kan niet zo makkelijk van de ene dag op de andere.” Van der Burg hoopt dat het binnenhalen van externe topmensen in de toekomst beter gaat lukken. “We gaan werken met de constructie van ‘toegevoegd lid par- ketleiding’. Mensen van buiten met de relevante ervaring krijgen dan de gele- genheid om als lid van de parketleiding verantwoordelijkheden op te bouwen. Na één of twee jaar kunnen we dan kij- ken of ze hoofdofficier of plaatsvervan- gend hoofdofficier kunnen worden.” BREEKBAAR EVENWICHT Rest de vraag hoe ver het OM is met ‘Fokkens’. Van Dam zegt: “De storm is over, het OM moet de veranderingen nu internaliseren. Wij moeten als politiek het OM de ruimte geven. Maar ik zal het OM op een afstand zeker blijven volgen.” Nooy juicht een aantal veranderingen toe, zoals het nieuwe benoemingenbe- leid, waar externen bij betrokken wor- den. “Maar het College mag zich wat mij betreft kwetsbaarder opstellen.” Smit constateert dat het al een tijd rustig is rond het OM. “Het feit dat Gerrit van der Burg een nieuwe termijn heeft gekre- gen, zegt dat het proces bij hem in goede handen is.” Op de vraag welk cijfer hij het OM geeft, antwoordt Smit: “Een zeven- enhalf, als aanmoediging.” Van der Burg: “Dat is een mooie beoor- deling. Bij de rationele kant van het ver- betertraject zijn we aardig op weg. Over de gevoelskant moeten anderen maar oordelen. Voor mij is vooral van belang wat de collega’s daarvan vinden.” In zijn tweede voortgangsrapportage, van maart dit jaar, schreef Van der Burg dat het evenwicht breekbaar is. “We zijn hard aan het werk”, licht hij nu toe. “Maar als er weer een incident is, dan kan dat leiden tot emoties, en kan het vertrouwen weer afnemen. Daarom zeg ik: laat ons nog even met rust, we heb- ben tijd nodig om te bouwen. En te blij- ven doen waartoe we als OM op aarde zijn: criminaliteit bestrijden.” • Marc van Nimwegen en Marianne Bloos werken niet meer bij het OM. Begin augustus werd bekend dat ze niet straf- rechtelijk vervolgd zullen worden voor het onrechtmatig gebruik van justitiële goede- ren en diensten. Jaap Smit, voorzitter begeleidingscommissie OM Chris van Dam, Tweede Kamerlid voor het CDA
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=