Mr.
MR. 4 2020 / 89 terugblik muraal 15 JAAR JURIDISCHE KANTOORARCHITECTUUR Al vijftien jaar lang verzorgt Chris van Houts de rubriek Muraal (aanvankelijk Intramuraal geheten). Hij laat zich rondleiden in nieuwe of verbouwde gebouwen waar juristen werken en doet daarvan verslag in woord en vooral beeld. Zijn er overeenkomsten tussen die kantoren? Wat valt op aan de werkomgeving van de jurist? Wat zijn de trends? Over transparantie, interne trappen en ontmoetingsplekken - al wordt er in de huidige coronatijd niet veel ontmoet. foto’s & tekst Chris van Houts J e hebt een mooi advocaten- of notariskantoor. Het ligt heel gunstig aan dé toegangsweg naar het centrum van een van de grotere steden. Een ‘land- mark’. Maar het is zo langzamerhand wat aan het verouderen: elektra, indeling, airco, digitale mogelijkheden, ze vol- doen allemaal niet meer zo. Het grote opknappen zal gaan beginnen. Een van de belangrijkste opdrachten aan de architect: transparantie! En dat lukt: schitterend glas rondom, uitzicht op de hele omgeving: de duinen, het bos, de oude binnenstad. Maar bij menig kan- toor waar ik kwam was na een paar we- ken de transparantie al weer grotendeels verdwenen achter plakplastic… Dat ie- dereen vanaf buiten kon meekijken met de activiteiten in het kantoor was toch ook niet de bedoeling. Een prachtig, stijlvol idee: een interne semi-zwevende trap, alleen voor perso- neel; goed voor ontmoetingen, bevor- derlijk voor de interne communicatie. Maar in het creatieve richeltje tussen trap en vaste vloer past precies de hoge hak van een van de partners, en die breekt af – gelukkig zonder ernstige ge- volgen voor de draagster van de schoen. Grote rechthoekige marmeren elemen- ten in de publieksruimtes van een ge- rechtshof, om de open ruimtes te bre- ken. Maar de bezoekers gebruiken ze, ondanks het koude oppervlak, om op te zitten – dus wordt besloten ze te bedek- ken met leren kussens. VERKEERDE STOELEN Niet altijd pakken alle onderdelen van de nieuwbouw (dan wel verbouw) van kantoren in de juridische wereld uit zo- als bedoeld. Er komen wel eens verkeer- de stoelen over uit Italië, de gezichtsbe- palende lamp voor de ontvangsthal laat wel erg lang op zich wachten, het afstel- len van de airconditioning is ingewik- kelder dan gehoopt, maar toch lijkt er niet heel veel mis te gaan. De verhuizing van het oude kantoor naar het nieuwe kantoor (altijd in het weekend) verloopt telkens naar wens: maandag om half negen kan iedereen achter de computer. En die doet het dan ook. Van te voren wordt een bouw/verhuis- commissie aangesteld – meestal bestaan- de uit een aantal partners. Er wordt een opdracht voor de architect geformu- leerd. Eisen die steeds terugkomen zijn: transparantie of openheid, uitstraling, meer mogelijkheden voor onderling contact, thuis voelen. Bij gebouwen van de Rechtspraak ligt het uiteraard iets an- ders met de openheid: voordat je echt binnen bent, moet je langs de security: legitimatie tonen, je spullen door de röntgen, bodyscan. Om transparantie te bereiken wordt dus veel glas gebruikt (en veel plakplastic, vaak bedrukt met foto’s). Over het alge- meen is de bedoeling dat de uitstraling van het kantoor professioneel en chic wordt, maar niet té overdreven – het mag iets huiselijks krijgen. Bijbehorende kleuren: zwart en wit óf aardse kleuren. Uitzonderingen daargelaten: er zijn kan- toren met een heftige marmeren trap die op weg naar de receptie moet worden beklommen. DE INTERNE TRAP Het eerste dat verdwijnt is de biblio- theek, een consequentie van de digitale tijden. Als de bibliotheek wel gehand- haafd blijft, wordt het óf een uitstalling van oude wetboeken en jurisprudentie- bundels óf een ontmoetingsplek. Er moet namelijk veel ontmoet worden in de nieuwe kantoren. Dus weg met de kruipdoorsluipdoor-situaties uit de vori- ge eeuw. Het is nu de tijd voor open plekken, gemeenschappelijke gangen met koffiemogelijkheden. Er zijn de laatste jaren geen kantoortui- nen en vaak ook geen vaste werkplekken meer, net zomin als aparte grotere ka- mers voor partners; wel zitjes, stilteka- mertjes, treincoupé-achtige overleg- hoekjes. En het is ook de tijd van de ‘interne trap’, en dan vaak van een bij- zonder ontwerp. Het is de bedoeling dat collega’s op die trap even kunnen bijpra- ten als ze elkaar tegenkomen. Cliënten en bezoekers zijn welkom in een apart gedeelte van het kantoor (met kleinere OPVALLEND IS DAT VEEL KANTOREN HETZELFDE WILLEN QUA ARCHITECTUUR, MAAR DAT ZE TOCH ALLEMAAL EEN EIGEN GEZICHT HEBBEN 1 5 J A A R M R .
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=