Mr.

MR. 6 2020 / 49 “DRAAGVLAK IS SUPERBELANGRIJK, OMDAT JE ALS PRESIDENT VAN DE HOGE RAAD NAUWELIJKS HIËRARCHISCHE BEVOEGDHEDEN HEBT” beslissing inhoudt, respect hebben voor het instituut Hoge Raad en erkennen dat het een bindende beslissing is die op een deskundige en integere manier tot stand is gekomen. Dus geen beslissing van een geheimzinnig orgaan. Daarbij past toegankelijke taal en geen negen- tiende-eeuwse mandarijnentaal die af- schrikt. In mijn ambtsperiode hebben we begrijpelijke taal projectmatig aange- pakt. De eerste resultaten daarvan zijn nu zichtbaar.” RAMMELENDE WETGEVING Twintig jaar geleden was de Hoge Raad veel meer gesloten, weet Feteris. “Er wa- ren bijvoorbeeld geen jaarverslagen, en toen die kwamen waren ze meer gericht op cijfers dan op de inhoud.” Hij moet smakelijk lachen als hij vertelt over een oude voorlichtings-cd, waarin bodes te zien waren die met grote grijze zakken vol dossiers sjouwden. “De inmiddels overleden raadsheer en hoogleraar Hans Nieuwenhuis schreef later een artikel over rechtsvorming waarin hij consta- teerde dat het recht in grijze zakken zit. Dat was niet helemaal als compliment bedoeld.” U schreef in 2018 het artikel ‘Signalen van de Hoge Raad aan de wetgever’, waarin u aankondigde dat de Hoge Raad aan de bel zou trekken bij onvolkomenhe- den en tegenstrijdigheden in wetten. “Het komt voor dat je als rechter tegen wetgeving aan loopt die rammelt. Vroe- ger vond de Hoge Raad dat de rechter daar geen taak heeft. Maar de politiek en het bestuur lieten weten dat ze het op prijs stellen als we die problemen wel benoemen. Als we een serieus juridisch- technisch probleem signaleren, dan vra- gen we daar in een arrest aandacht voor, en later ook in het jaarverslag.” Soms stuurt u een arrest met een briefje naar de minister. “Dat heb ik één keer gedaan: over wetge- ving op het gebied van de bijstand. Ik heb een arrest van de belastingkamer over de voordeurdelersregeling naar de minister van Sociale Zaken en Werkge- legenheid gestuurd. In het briefje erbij attendeerde ik op het signaal aan de wet- gever. We gaan er niet vanuit dat de ambtenaren van dat ministerie alle ar- resten van de belastingkamer lezen.” En, werd het gewaardeerd? “Het heeft wel geleid tot een wetsvoor- stel om het probleem op te lossen.” WEERSTAND Hoe vond u het om president te zijn? “Tegenover collega’s voelde ik me pri- mus inter pares. Draagvlak is superbe- langrijk, omdat je als president nauwe- lijks hiërarchische bevoegdheden hebt. Je moet het intern meer hebben van globale invloed en gezag. Het is belang- rijk dat collega’s je als een goede en in- tegere vakgenoot herkennen, dat ze je als persoon waarderen en weten dat je het beste met hen en de organisatie voor hebt.” Hoe ging u te werk bij het invoeren van veranderingen? “Je moet eerst peilen hoe de gevoelens liggen en dan met voorstellen komen waar steun voor is. Aan de andere kant kom je er niet door alleen onomstreden dingen te doen, want dan verandert er nooit wat. Daar moet je wel een weg in vinden. Veel met mensen praten, veel luisteren. Als je iets wilt veranderen is er vaak een natuurlijk conservatisme bij mensen. Als je bij een kleine minderheid weerstand voelt, moet je je daardoor niet laten tegenhouden.” Hoe gaat u om met weerstand? “Door ruimte te bieden voor het ge- sprek en te zeggen: ‘Laten we het ge- woon proberen’. Over bijvoorbeeld het project Helder Recht, gericht op helde- re, begrijpelijke en goed leesbare uit- spraken, bestond bij een enkeling wel wat scepsis. Mensen moesten wennen aan bepaald taalgebruik en de opzet van een arrest. Ik heb toen uitgelegd dat hel- der en begrijpelijk taalgebruik belang- rijk is voor toegankelijkheid van het recht en contact met de samenleving. Dat geldt ook voor het taalgebruik van de hoogste rechter. Verder heb ik onder- streept dat het gaat om een stapsgewijze ontwikkeling, dat het niet gaat om jip- en-janneketaal en dat het naast gebruik van andere woorden ook gaat om de zins- en tekststructuur. Bijvoorbeeld door het werken met kopjes en met een goede inleiding of samenvatting. En ik heb zelf ook deelgenomen aan de trai- ningen.” BOEGBEELD Hoe was het om het boegbeeld van de Hoge Raad te zijn? “Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk me- zelf te blijven. Ik heb veel lezingen gege- ven, veel met rechters in het land ge- sproken over juridische problemen waar snel duidelijkheid over moet komen. Ik heb gastcolleges gegeven aan universitei- ten, juridische en niet-juridische ge- nootschappen toegesproken en leraren maatschappijleer ontvangen, om maar een paar dingen te noemen.” In de massamedia hebben we u niet vaak gezien. “Klopt. Die zijn vaak vooral geïnteres- seerd in controverses, prikkelende bood- schappen en politieke actualiteit. Als president van de Hoge Raad kun je je niet in politieke controverses mengen. Ook over lopende rechtszaken kun je niet veel zeggen, want die kunnen nog bij de Hoge Raad terechtkomen.” U keert terug in Hoge Raad. Kunt u het leiderschap loslaten? “Ja hoor, mijn opvolgster Dineke de Groot zal ongetwijfeld sommige dingen anders doen dan ik. Iedereen legt zijn eigen accenten, en dat is prima. Dat is precies de reden dat er een maximum- termijn van zes jaar is afgesproken.” Nog tips voor Dineke de Groot? “Dineke de Groot is verstandig genoeg om zelf te bedenken hoe ze haar presi- dentschap wil invullen. Draagvlak is erg belangrijk, en daar zal ze volledig van zijn doordrongen.” • interview

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=