Mr.

MR. 7 2020 / 11 nieuws De Hoge Raad heeft beslist dat rechtbank Gelderland een gemachtigde die in processtukken voortdurend schuttingtaal gebruikt mocht weigeren. De man, die zich bezighoudt met zaken rond de naheffing voor de autobelasting BPM, ge- bruikt in zijn processtukken voortdurend beledigende taal. Zo noemt hij een rechter van de rechtbank Gelderland onder meer “domme nare gans”; de Hoge Raad betitelt hij als “cir - cusartiesten” en “echt een hele vieze, gemene club”; de procu- reur-generaal maakt hij uit voor “een criminele mongool”. De gemachtigde is hiervoor meermaals op de vingers getikt, maar dat leidde niet tot verbetering. In een procedure bij de rechtbank Gelderland besloot de rechtbank de man te weigeren wegens ernstige bezwaren. De belanghebbende stelde daarop cas- satie in. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep (ECLI:NL:HR:2020:1730). Weigering van een gemachtigde mag volgens de Hoge Raad ook als die “door stelselmatig nodeloos grievend, krenkend en/of beschadigend taalgebruik het- zij een doelmatige behandeling van het geschil ernstig bemoeilijkt, hetzij het gezag van de rechtspraak of van bij behandeling van de zaak betrokken func - tionarissen nodeloos en op onaanvaardbare wijze aantast”. Anders dan advocaat-generaal Peter Wattel in zijn conclusie adviseerde, is zo’n beslissing volgens de Hoge Raad voorbehouden aan de rechter die de zaak behandelt, en beperkt tot de betreffende zaak en tot de instantie die de de beslissing heeft genomen. Wat Wattel betreft had de man voor meerdere zaken en voor langere tijd geweigerd mogen worden. De proeven die de Rechtspraak doet met laag- drempelige buurtrechters worden uitgebreid met verplichte deelname aan procedures. Dat schrijft minister Dekker (Rechtsbescherming) in een brief over maatschappelijk effectieve recht - spraak aan de Tweede Kamer. De buurtrechters in de pilots hebben maar een beperkt aantal zaken kunnen behandelen omdat partijen niet altijd willen meewer - ken, zo blijkt uit evaluaties van deze projecten. Er is volgens Dekker behoefte om te onderzoeken of pro- cedures bij deze rechters ook goed werken als ze verplicht zijn. De Rechtspraak start daarom op basis van de Tijde - lijke experimentenwet rechtspleging - die naar ver- wachting volgend jaar rond de zomer in werking treedt - een nieuw experiment waarin deze verplich - ting is opgenomen. Deze wet maakt het mogelijk om bij een aantal gerechten een met waarborgen omge - ven experimentele procedure bij sommige procedu - res, vorderingen of verzoeken verplicht te stellen. In zijn brief geeft Dekker een update over de projec - ten op het gebied van maatschappelijk effectieve rechtspraak. De Rotterdamse regelrechter en de Haagse wijkrechter zijn “veelbelovend”. De Spreek - uurrechter was minder succesvol, omdat toegang alleen mogelijk was via de rechtsbijstandsverzeke - ring en het juridisch loket. SCHELDENDE GEMACHTIGDE MOCHT WORDEN GEWEIGERD PROEF VERPLICHTE BUURTRECHTSPRAAK MAG RECHTER IN QUARANTAINE MEEDOEN AAN STRAFZITTING? IN TOGA? De PG vraagt zich ook nog af of een skypende rechter in toga achter zijn scherm moet zit - ten. Nee, is zijn conclusie. De uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak wordt op 12 januari verwacht. (KR) De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Vei - ligheid geeft geen antwoord op de vraag of een rechter in thuisquarantaine mag deel- nemen aan een strafzitting. Om duidelijk - heid te krijgen heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad cassatie in het belang der wet ingesteld. Menig gerecht houdt ‘hybride zittingen’, waarbij een rechter in thuisquarantaine via een online verbinding deelneemt aan berech- ting. De zaak waarin de PG cassatie in belang der wet heeft ingesteld is een jeugdstrafzaak bij het gerechtshof Den Haag. De oudste raadsheer zat thuis; verdediging en het Openbaar Ministerie hadden met deze wijze van berechten ingestemd. In zijn conclusie (ECLI:NL:PHR:2020:1050) schrijft PG Jos Silvis dat hij vindt dat de zit - tingsvoorzitter de bevoegdheid heeft te be- oordelen of een terechtzitting in deze vorm toelaatbaar is, zo lang geen fundamentele rechten of belangen van derden worden ge- schonden. Het uitstellen van de behandeling om letterlijk aan zittingsvoorschriften te vol - doen ook als die geen redelijk doel dienen, kan volgens de PG een excessief formalisme opleveren en strijdig zijn met het beginsel van voortvarendheid. Omdat er in dit geval tussen de procespartij - en overeenstemming was over de gang van zaken, het belang van openbaarheid niet speelde omdat de zaak achter gesloten deu- ren moest plaatsvinden, er geen belangen van derden in het geding waren en evenmin fundamentele rechten werden geschonden door de wijze van berechting, was het vol - gens de PG aan de zittingsvoorzitter om te bepalen of de gang van zaken paste in de orde van de zitting.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=