Mr.

MR. 7 2020 / 53 senior/junior “MENSEN MOETEN ONTSLAAN IS HEFTIG. DAAR WEN JE NIET AAN” NOOR ZETTELER (1975) studeerde economisch bedrijfs- en publiekrecht en Europees recht aan de Univer - siteit Utrecht en bracht een half jaar door aan de Universi- teit van Nottingham. Na haar afstuderen in 1999 begon ze bij Wijn & Stael Advocaten in Utrecht. In 2009 werd ze part- ner bij dit kantoor. Ze is ge- specialiseerd in financiering, zekerheden, insolventierecht en (tuchtrechtelijke) aanspra- kelijkheid van accountants. Zetteler is voorzitter van Inso- lad, de vereniging voor insol - ventierechtadvocaten. wel ziet is opluchting. Werknemers heb- ben het al zien aankomen doordat ze niet meer werden betaald, en als het fail- lissement dan eenmaal daar is, is het maar duidelijk. Dat is wel makkelijker om mee om te gaan.” Zetteler vindt het nog altijd “heftig” als ze mensen moet ontslaan. “Vaak heel triest, daar wen je niet aan. Dan gaat het bijvoorbeeld om een bedrijf van vader op zoon, mensen die er veertig jaar werkten en dan is zo’n faillissement het einde van hun loopbaan. Wat wel scheelt is als het om een branche gaat waar een groot tekort aan personeel is, of als je te maken hebt met jongere of goed opge- leide mensen.” BEDREIGING Vorig najaar november werd de Ensche- dese curator Philippe Schol neergescho- ten; hij werd al enige tijd bedreigd. Het zorgde voor onrust onder insolventiead- vocaten. Binnen specialisatievereniging Insolad, waarvan Zetteler voorzitter is, Zetteler: “Vaak ben je aan het zorgen dat een bedrijf nog kan doordraaien. Eigen- lijk leid je dan een onderneming, met alles wat daarbij speelt. Heel interessant. Je werkt ook nauw samen met bestuur- ders en de financiële afdeling. Het komt wel goed van pas als je het leuk vindt om in Excelbestanden te struinen en over cijfermatig inzicht beschikt. Het is han- dig als je een balans en dergelijke kunt lezen, en niet voor iedere optelling bo- ven de duizend iemand hoeft in te scha- kelen. Anders kun je ook niet goed on- derhandelen.” Jonge advocaten die de insolventiekant op willen zou Zetteler dan ook willen meegeven dat ze hun ge- voel voor cijfers ontwikkelen, bijvoor- beeld door cursussen op financieel ge- bied te doen. Beunk: “In de studie leer je wel een en ander over jaarrekeningen, balans, winst- en verliesrekeningen, maar hoe het in de praktijk werkt met grootboekrekeningen en dergelijke, dat is toch een ander verhaal.” Zetteler: “Ja, dat moet je een keer zien.” BIERTJE OP VRIJDAGMIDDAG Niet alleen cijfermatig inzicht is belang- rijk, ook communicatie speelt een grote rol. De boodschap die een curator komt brengen valt niet bij iedereen even goed. Uitleg geven is daarom heel belangrijk, zegt Zetteler. “Vooral in het begin. Dan moet je bij zo’n bedrijf gaan zitten, ver- tellen wat je komt doen en wat de mars- route voor de komende tijd is. Je moet begrip tonen voor de situatie waarin de werknemers zitten, en als ze boos zijn dat benoemen. En duidelijk maken dat jij niet degene bent die de boosheid ver- oorzaakt heeft, maar dat je bent aange- steld om het zo goed mogelijk op te los- sen. Het is heel veel praten in zo’n eerste fase. Ook een keer een biertje meedrin- ken op vrijdagmiddag als het zo uit- komt, om te zorgen dat je de afstand zo klein mogelijk maakt.” Beunk: “Mensen reageren heel verschil- lend op een faillissement. Sommigen zijn heel boos als ze worden ontslagen, anderen teleurgesteld. Maar wat je ook

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=