Mr.
MR. 7 2020 / 55 senior/junior “ALS CURATOR ZIE JE VAN ALLES LANGSKOMEN: HEEL LEERZAAM” DAPHNE BEUNK (1989) studeerde rechten en bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze liep student-stages bij verschil- lende advocatenkantoren. In 2015 begon ze als junior do- cent/onderzoeker bij de sectie Burgerlijk recht van deze uni- versiteit. In 2018 stapte ze over naar advocatenkantoor Florent in Amsterdam, waar ze werkt in de secties Litigation en Insolventierecht. Beunk is redactielid van het Tijdschrift Financiering, Zekerheden en Insolventierechtpraktijk. signaleert is dat het in faillissementen tegenwoordig minder vaak om fysieke spullen gaat. “Bij ons op kantoor hebben we steeds vaker met dienstverlenende bedrijven te maken. Dan gaat het om het klantenbestand of spelen merken en handelsnamen een rol. In nogal wat fail- lissementen gaat het om de overeen- komsten, minder om producten.” Zette- ler, grinnikend: “Terwijl het wel een bepaalde dynamiek heeft, om in zo’n hal met stampende machines te staan.” Beunk is nu bezig met een zaak waarin bitcoins tot de boedel behoren. “Dat is veel minder tastbaar dan geld op de bank. Het is een op de blockchain vastgelegde keten van digitale handte- keningen, een transactiegeschiedenis.” Zijn ze verpandbaar en welke recht is daarop van toepassing? vraagt Zetteler zich af. “Interessant onderwerp om een artikel over te schrijven Daphne!” “Wie weet”, reageert Beunk. “Maar eerst moet ik die bitcoins maar eens lokaliseren.” • is er veel over gesproken. “Zoiets heeft wel impact. Het is een verharding die je ziet, curatoren in kleinere faillissemen- ten voelen tegenwoordig meer druk. Ze- ker ook sinds de curator de taak heeft gekregen om fraude te signaleren.” Zijn Zetteler en Beunk zelf wel eens be- dreigd? Beunk: “Nee, gelukkig niet. Bij ons op kantoor gaan we ook eigenlijk altijd overal met zijn tweeën op af.” Hetzelfde geldt voor Zetteler. “Maar soms moet je wel stevige gesprekken voeren. Dan moet je een evenwicht zoe- ken tussen begrip tonen en een grens stellen: zo gaan we niet met elkaar om, dit is onplezierig.” WHOA Het insolventierecht is voortdurend in ontwikkeling. Er staat de nodige nieuwe wetgeving op stapel, bijvoorbeeld op het gebied van betalingsuitstel. Wat nu vooral actueel is, is de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), die per 1 januari aanstaande in werking treedt. Deze wet maakt het ondernemingen mogelijk om schulden te herstructure- ren door met schuldeisers en aandeel- houders een onderhands akkoord te sluiten. Schuldeisers die niet willen mee- werken, kunnen daartoe worden ge- dwongen. De praktijk kijkt er reikhal- zend naar uit, zeggen Beunk en Zetteler. “We hebben nu geen goed herstructure- ringsinstrument buiten faillissement. Levensvatbare ondernemingen kunnen daardoor onnodig failliet gaan. Zonde, omdat daarbij een heleboel waarde wordt vernietigd. Het is goed als je dat kunt voorkomen”, aldus Zetteler. Beunk: “Ik ben erg benieuwd naar hoe de WHOA in de praktijk zal uitpakken. Vooruitlopend op de inwerkingtreding zie je al veel dat men zich afvraagt hoe een faillissement kan worden afgewend, zeker ook van bedrijven die het door co- rona moeilijk hebben.” BITCOINS Een andere ontwikkeling die Beunk
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=