Mr.

MR. 1 2021 / 23 interview “VEEL CLIËNTEN ZITTEN NOG IN HUN BOOSHEID EN WILLEN EERST NIET AAN ZICHZELF WERKEN” staan, zonder behandeling. Hij worstelde zelf met die zaak en kwam bij mij voor het hoger beroep. Ik vroeg hem waarom hij niet gewoon vertelde wat er was ge- beurd. Ik heb voorgesteld om via her- stelbemiddeling contact op te nemen met de nabestaanden. Uiteindelijk heeft het OM het hoger beroep ingetrokken, uit angst dat een bekentenis zou leiden tot een lagere straf. Dat vind ik spijtig, want de nabestaanden blijven met hun boosheid zitten.” CHRISTELIJK DORP Ausma woonde met zijn ouders en zijn broer in het Friese dorp Buitenpost, aan de grens met de provincie Groningen. Hij ging in Buitenpost naar de basis- school en de middelbare school. “Twee minuten fietsen vanaf huis. Als de eerste bel ging, stapte ik op de fiets en dan was ik precies op tijd.” Na de middelbare school ging Ausma rechten studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Het is een brede studie waarin je altijd een richting kunt kiezen die bij je past. Tijdens mijn stage bij een advocatenkantoor in Buitenpost kwam ik in aanraking met het strafrecht, en in het bijzonder met tbs. Dat vond ik mooi. Onderzoeken hoe iemand tot een vrese- lijke daad komt, en kijken hoe we die persoon kunnen voorbereiden op een terugkeer in de maatschappij.” Ausma kwam na zijn studie eerst op een advocatenkantoor in Rotterdam terecht en daarna in Nieuwegein. Vervolgens zette hij zijn eigen kantoor in Utrecht op. Daar zit hij nog steeds. Hij vertelt dat hij als kind al wilde opko- men voor de zwakkeren. Op de vraag waar die drang vandaan komt antwoordt hij: “Ik denk dat het in de genen zit. Bui- tenpost was een christelijk dorp, mijn ouders waren gereformeerd, we gingen naar de kerk. Het normbesef werd er met de paplepel ingegoten.” Gelovig is hij nog steeds, maar nu an- ders. “De figuur Jezus is een van mijn helden. Ik kom er steeds meer achter dat het niet om dogmatiek en regels gaat in het leven, maar om naastenlief- de en elkaar helpen. Dat is Jezus’ bood- schap. Hij begreep het leven en had een mooie boodschap, namelijk dat mensen gelukkiger zijn als ze naar el- kaar luisteren en begrip voor elkaar tonen. Hij verzette zich tegen regels, en nam het op voor de hoeren, de me- laatsen en de tollenaars.” Bestaat in de strafrechtspleging ruimte voor die levensbeschouwing? “Heel af en toe breng ik wel eens iets naar voren, een gelijkenis of iets anders. Ik probeer de link te leggen, en ik merk dat er in het strafrecht steeds meer steun is voor meer mediation en herstelbe- middeling.” Moet een verdachte spijt betuigen om me- dedogen en vergeving te ontvangen? “Als je geen spijt betuigt, kun je ook geen mededogen van rechters en officieren van justitie verwachten. Dan moet het ken hoe de cliënt ermee wegkomt, maar hoe hij verder kan met zijn leven. Beken dan, en betuig spijt. En kijk of je behan- deld kunt worden. Dat heb je nodig om herhaling te voorkomen en om een beter mens te worden.” Het kan inderdaad in het belang van ver- dachten zijn dat ze worden behandeld, al willen ze dat zelf niet. “Ik heb daar veel discussies over met vakgenoten. Vaak is het standpunt: alles in het belang van de cliënt. Dus als de cliënt geen tbs wil, gaat de advocaat er- voor liggen. Maar neem nou Michael P. Behandeling was voor hem veel beter geweest na de verkrachting van twee meisjes. Dan was de moord op Anne Fa- ber waarschijnlijk niet gebeurd. Het is toch ook niet in zijn belang dat hij ie- mand anders van het leven berooft en dan 28 jaar plus tbs krijgt?” Had dit drama dan voorkomen kunnen worden? “Je hebt als advocaat ook een verantwoor- delijkheid voor de maatschappij. Advoca- ten adviseren vaak om niet mee te wer- ken aan een persoonlijksheidsonderzoek, om tbs te ontlopen. Zo ging dat toen, zo is ons dat geleerd. Gelukkig zijn er steeds meer advocaten die hun cliënt adviseren zich te laten onderzoeken. Veel cliënten willen aanvankelijk niet aan zichzelf wer- ken, omdat ze nog in hun boosheid zit- ten. Maar later bellen ze dan toch op om me te bedanken omdat ik hen heb gehol- pen een andere keuze te maken.” Niet alle cliënten zitten op die aanpak te wachten. Ze zullen misschien een andere advocaat zoeken. “Dat kan, met een kans op een slechter resultaat.” Heeft u wel eens gesprek tussen de dader en het slachtoffer kunnen regelen? “Bij levensdelicten is me dat nog niet ge- lukt, maar wel bij verkeersruzies en vechtpartijen in de kroeg, waarbij mensen in een opwelling stomme din- gen doen. Vaak stuiten herstelgesprek- ken af op de onwil van een van de partij- en. Een tijdje terug is een cliënt tot achttien jaar veroordeeld voor het do- den van zijn partner. Dat betekende toen feitelijk dat hij na twaalf jaar buiten zou

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=