Mr.

MR. 1 2021 / 45 toezicht H et zijn niet de minste organi- saties waarop advocaten toezicht houden. Denk aan KLM en DNB (Marry de Gaay Fortman, Houthoff), het Nederlandse Rode Kruis en het Rijks- museum (Heleen Kersten, Stibbe), en Rutgers (Mirjam de Blécourt, Baker McKenzie). De lijst met advocaten die toezicht houden is indrukwekkend. NOBLESSE OBLIGE Advocaten die veel buiten de advocatuur doen, komen al snel in beeld voor toe- zichthouderschap. “Ik ben vrij actief in stichtingen en besturen, en op een ge- geven moment weet men je te vinden,” zegt Bart van Meer, advocaat bij Dirk- zwager. Hij is lid van de raden van toe- zicht van Stichting Introdans en KAB Posttheater, en heeft daarnaast nog een waaier aan nevenfuncties. Maatschappe- lijk actief zijn is voor hem allereerst een kwestie van noblesse oblige: “De advo- caat verdient in het algemeen goed, en op deze manier kun je iets terug doen voor de maatschappij.” Hij wordt gevraagd om zijn specifieke kennis over bestuursrecht en bouw- recht én om zijn contacten. “Ik was voorzitter van de grootste onderne- mersvereniging van Arnhem, dus dan ken je iedereen uit de provinciale en ge- meentepolitiek.” Marry de Gaay Fortman was nog maar 24 toen ze begon als toezichthouder bij Riagg Noord. Ze was van jongs af aan al geïnteresseerd in maatschappelijke kwesties, en is ook vanwege haar specia- lisatie in regulatoire vraagstukken in trek als toezichthouder. Dat was ze in het verleden bij onder meer Royal Has- koning DHV, GVB Amsterdam en zorg- verzekeraar VGZ. Nu houdt ze toezicht bij KLM en DNB en Internationaal The- “JE BENT ALS TOEZICHTHOUDER NIET EEN SOORT HOGER BEROEP VOOR HET PERSONEEL” ater Amsterdam (ITA). Ze is ook docent aan de Governance University. “Het toezichthouderschap geeft me veel voldoening”, zegt ze. “Als voorzitter van Toneelgroep Amsterdam ben ik inten- sief betrokken geweest bij de totstandko- ming van de fusie met Stadsschouwburg Amsterdam, wat nu ITA is. Een intensief proces, waar je veel voor terugkrijgt, bij- voorbeeld ook mooie voorstellingen die de tijdgeest pakken.” William Schonewille (BarentsKrans) heeft altijd iets naast zijn advocatenwerk gedaan. Hij werd op zijn 24e gevraagd voor de raad van toezicht van een ver- zorgingshuis in Leiden. Later richtte hij zich helemaal op de advocatenpraktijk. Maar toen hij acht jaar in het bestuur van BarentsKrans zat, merkte hij dat hij veel energie haalt uit bestuurlijk werk. “Dus toen ik ben naast advocatuur meer toezicht gaan doen. Om niet alleen com- mercieel, maar ook maatschappelijk ac- tief te zijn.” Schonewille kwam in contact met een wervings- en selectiebureau dat is gespe- cialiseerd in toezichthoudersfuncties. Hij solliciteerde bij een woningcorporatie, en hij werd het. Later ging hij ook toezicht houden bij zorginstelling HWW Zorg en bij Ars Donandi, een organisatie die goe- dedoelenfondsen ontzorgt. BAGAGE De geïnterviewden zijn het erover eens dat een goede advocaat veel bagage heeft om een goede toezichthouder te zijn. “Ik doe veel in het publiek-private domein,” vertelt De Gaay Fortman, “en de vaar- digheden die ik daar heb ontwikkeld lij- ken veel op de vaardigheden die je als commissaris nodig hebt. Je moet verbin- ding kunnen leggen en een helicopter- view hebben. En, net als je met je cliënt, over complexe issues lastige gesprekken voeren met de raad van bestuur.” Van Meer noemt als goede eigenschap- pen die je binnen de balie nodig hebt: empathie tegenover je cliënt, een goed analytisch vermogen, goed kunnen luis- teren en na je advies ook helpen met het uitzetten van een strategie. “Dat heb je ook allemaal nodig als toezichthouder. Er is dus veel kruisbestuiving.” Schonewille zegt dat een advocaat altijd onafhankelijk van zijn cliënt moet ope- reren. “Dat moet je als commissaris ook. Dus dat past advocaten als geen ander. Het helpt ook dat je snel de kern kunt halen uit omvangrijke stukken.” Toezicht houden is veeleisend, meent Schonewille. “Je hebt vier rollen: toe- zicht, advies, de werkgeversrol en de ambassadeursrol. Tussen die rollen moet je zoeken naar de balans. Je kunt niet tij- dens de vergadering nog even de enve- lop met stukken opentrekken.” BELANGENTEGENSTELLING De advocaten worden financieel niets wijzer van hun bijbaan. Als ze iets be- taald krijgen, gaat dat − tenzij daarover individuele afspraken zijn gemaakt − naar kantoor. Ook op andere fronten kan hun kantoor profiteren. “Als je veel mensen kent, weten bedrijven je goed te vinden,” zegt Van Meer. Belangentegen- stellingen ziet hij niet: “Ik merk juist dat je mensen bij elkaar kunt brengen.” De Gaay Fortman meent: “Het grijpt in elkaar, maar het is niet zo dat ik zaken haal uit toezichthouderschappen. Het kantoor mag ook geen zaken doen voor bedrijven waar ik commissaris ben, want volgens de governancecode mag je geen financieel voordeel halen uit je commis- sariaat. Je kunt wel afspreken dat het kan- toor tegen een bedrijf kan optreden. Dan stap ik uit de discussie daarover.” Schonewille vertelt dat hij door het toe- zichthouderschap in een netwerk te- rechtkomt van maatschappelijk actieve mensen, die meerdere perspectieven hebben. “En dat kan ook interessant zijn voor het netwerk van kantoor.” RODE VLAGGEN Door jaren praktijkervaring en oplei- dingen hebben Van Meer, De Gaay Fortman en Schonewille een goed beeld van je wel en juist niet moet doen. “Nooit het bestuur voor de voeten Bart van Meer (Dirkzwager)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=