Mr.

MR. 2 2021 / 27 arrest van de maand Begrip is voor lafaards In deze meimaand van herwonnen vrijheid is het goed om je voor de verandering eens te bezinnen op heel oude arres - ten, die ongeveer zo oud zijn als je overgrootvader die fout was in de Tweede Wereldoorlog. In het Toetsingsarrest castreerde de Hoge Raad zichzelf. door Jurjen Boorsma DE HOGE RAAD DRONG EROP AAN DAT HET LEEUWARDER ARREST NIET GEPUBLICEERD ZOU WORDEN IN DE NJ voor Meijers, en haalde daar al aan arti- kel 43 van het Landoorlogsreglement: de bezetter is gehouden de landswetten te eerbiedigen ‘ sauf empechement absolu ’. Visser werd vijf maanden later ontslagen en stierf in februari 1942 aan een her- senbloeding. Slechts enkele leden van de Hoge Raad waren op zijn begrafenis aanwezig. Opvolger van Visser was Van Loon, een Duitsgezinde ijdeltuit. De be- zetter benoemde nog drie andere pro- Duitse rechters in het college. Protest en bezwaren waren er wel, maar bleven vanaf dat moment binnenskamers. Al- leen procureur-generaal Berger en raadsheer Donner traden in de loop van de oorlog af. De rest voegde zich. Van den Dries betoogde na de oorlog dat ze dogmatisch uitstekende arresten hadden geschreven en de bezetter geen invloed hadden gegeven. Business as usual . Met uitzondering van het Toetsingsar- rest dan (ECLI:NL:HR:1942:244). Het arrest, dat gewezen werd een maand voor het overlijden van Visser, betrof een veroordeling voor het kopen van vlees zonder de door de bezetter ver- plichte voedselbonnen. Dat was een op last van de Duitsers ingevoerd econo- misch delict. De zaak kwam bij de Hoge Raad, die moest toetsen aan het Land- oorlogsreglement. De strafkamer liet de veroordeling in stand, met als argument dat een maatregel van de bezetter verge- lijkbaar was met een wet die niet op in- nerlijke waarde of billijkheid beoordeeld mocht worden en niet aan het Landoor- logsreglement kon worden getoetst. Het dogmatisch gevolg was dat vanaf dat moment iedere Duitse maatregel boven de wet stond en niet getoetst kon worden. Winkelsluiting, avondklok of alle nog ergere maatregelen: de rechter keek weg. T erugkijkend op die bijzondere tijd valt op dat de Hoge Raad niet collaboreerde door te doen, maar door te laten. Op 10 mei 1940 viel het Derde Rijk Neder- land binnen. Op 15 mei lag Rotterdam plat. Op 14 oktober 1940 ging de Hoge Raad om. De bezetter verzocht alle amb- tenaren, dus ook alle rechterlijk ambte- naren, dus ook de Hoge Raad, om een ariërverklaring te ondertekenen. Alle le- den van de Hoge Raad tekenden die ver- klaring, behalve president Visser, die zelf Joods was en dus op 23 november 1940 werd geschorst. Tsja, schreef HR-lid Van den Dries na de oorlog: hij begreep het wel, omdat “gelet op de Duitsche mentaliteit en hetgeen het Hitler-regime in Duitschland aan de Joden reeds had misdreven, men zich kan indenken, dat de bezetter in het bij- zonder de Joodsche ambtenaren wan- trouwde en als gevaarlijk beschouwde.” Begrip, daar zijn lafaards altijd goed in geweest. Vijfennegentig procent van de Nederlandse rechters ondertekende vervolgens de verklaring. Slechts een enkeling, zoals Haga, hield de eer aan zichzelf. Protest kwam van Cleveringa, decaan van Leidse universiteit. De befaamde Leidse professor Meijers was vanwege zijn Joodse afkomst namelijk ook ge- schorst. Cleveringa brak in zijn beroem- de openbare lezing geschokt een lans MARTELKAMP Leeuwarder rechters protesteerden in 1943 in de tekst van een arrest toen een Nederlander naar martelkamp Ommen dreigde te worden gestuurd. Ze werden prompt door de bezetter ontslagen. HR- raadsheer Losecaat Vermeer schreef in 1943 aan Cleveringa dat hij het Leeu- warder arrest een “uiting der principiee- len”, een “moedigen ‘cri de coeur’” vond, maar niettemin “een tactische domheid”. “Waarom aan de groote klok hangen wat alom in stilte allang gebeurde? Het dreigde zelfs de in de voorbereiding zijnde opheffing van Ommen in gevaar te brengen.” Stil protest was beter. De Hoge Raad drong er daarom op aan dat het Leeuwarder arrest niet gepubliceerd zou worden in de NJ (!). Na 5 mei 1945 was hun verweer simpel: we waren raadsheren in oorlogstijd. Klaar. En nu doorpakken. In die sfeer werd Donner in 1946 als president van de Hoge Raad geïnstalleerd. Hij had de toga van Visser aan, maar over hem zei hij geen woord. •

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=