Mr.

MR. 4 2021 / 63 HET IS UIT MET DE SPROOKJES Strafrechtadvocaat Frank van Ardenne las het boek Wat is waarheid? van zijn Utrechtse confrère Willem Jan Ausma. En stoort zich aan diens suggestie dat strafpleiters zich vaak zouden laten gebruiken voor het bedenken van verweren die niet conform de waarheid zijn. door Frank van Ardenne V oordat mij het verzoek van Mr. be- reikte om het boek van Willem Jan Ausma te recenseren, had ik in de media al kennisgenomen van de ‘omme- zwaai’ van Ausma. Hij wil een ander type strafrechtadvocaat worden. Ausma wil geen“sprookjesverteller” meer zijn. Als strafrechtadvocaat was ik vooral be- nieuwd hoe Ausma in het 227 bladzijden tellende boek uit de doeken zou doen welke sprookjes hij in het verleden heeft verteld. Het boek bestaat voor het grootste deel uit een beschrijving van 29 commune strafzaken, waarin Ausma als raadsman heeft opgetreden. De zaken ‒ vooral le- vensdelicten ‒ worden uitvoerig bespro- ken en er wordt rijkelijk geciteerd uit de vonnissen en arresten. In deze zaken heeft Ausma gefungeerd als procesbewa- ker en was hij een essentiële schakel in het strafproces. De zaken geven echter geen inzicht in zijn ommezaai. Pas bij de laatste besproken strafzaak ontstaan blijkbaar twijfels bij hem over zijn rol als strafrechtadvocaat. Het betreft een moordzaak waarin, volgens Ausma, de ontkennende verdachte vele vragen on- beantwoord liet en meerdere lezingen van de feiten gaf. Dit terwijl het bewijs overweldigend was, zo stelt Ausma. Hij schrijft vervolgens: “Dat doe ik niet meer.” Dit staat Ausma natuurlijk geheel vrij, maar storend vind ik de suggestie die wordt gewekt en die vooral in de media is blijven hangen. Strafrechtadvocaten zouden zich veelal laten gebruiken voor het bedenken van verweren die niet conform de waarheid zijn en verdachten veelal ten onrechte laten zwijgen. Dát is inderdaad niet de rol van een advocaat. De ‘waakhondfunctie’ ziet vooral op de toets of het overheidsoptreden rechtma- tig is en of de cliënt niet wordt veroor- deeld voor een feit dat hij niet heeft be- gaan. Indien het feit door de verdachte is begaan, dient een advocaat de juiste context of persoonlijke omstandigheden te schetsen. Het door advocaten in het verleden veelal geadviseerde recht om te zwijgen, waar Ausma niet meer aan wil, is inmiddels niet meer zo vanzelfspre- kend. Rechters leggen het zwijgrecht im- mers steeds vaker in het nadeel van de verdachte uit. Advocaten gaan dan ook, althans dat is mijn waarneming, genu- anceerder met dit advies om. Overigens zijn er nog voldoende situaties waarin het als een individu tegenover het mach- tige OM raadzaam is te zwijgen, al is het maar tijdelijk. HET ROER OM Over zijn ommezwaai schrijft Ausma wel dat hij streeft naar meer verdraag- zaamheid. Hij wil dat betrokkenen in de samenleving op een zinvolle manier met elkaar verder kunnen en benadrukt daarbij de voordelen van het herstel- recht. Slachtoffers en daders van een misdrijf worden dan met elkaar in con- tact gebracht. Ausma is niet de enige ad- vocaat die hiervoor aandacht vraagt. Het herstelrecht is echter niet voor alle zaken geschikt. Het pleidooi voor “verandering binnen het strafrecht” zal, vermoed ik, dan ook slechts ten dele haalbaar of mo- gelijk zijn. Prima dat het roer van Ausma om is, maar het is spijtig dat dit gepaard gaat met de suggestie dat alle strafrechtadvo- caten het vak op dezelfde wijze uitoefe- nen zoals Ausma dat kennelijk in het verleden heeft gedaan want, inderdaad, sprookjes bestaan niet. • VERANDERING BINNEN HET STRAFRECHT ZAL SLECHTS TEN DELE HAALBAAR ZIJN FRANK VAN ARDENNE is advocaat bij Van Ardenne & Crince le Roy Advocaten in Rotterdam. BEELDENDE OMSCHRIJVING STRAFZAKEN ONVOLDOENDE ONDERBOU- WING ‘OMMEZWAAI’ Willem Jan Ausma, Wat is waarheid? Pleidooi voor verandering binnen het strafrecht, In Boekvorm Uitgevers * * * * * lezen

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=