Mr.

MR. 5 2021 / 43 rondetafelgesprek den veranderd.” Volgens Rutten zijn meer regels ook niet nodig, wel goed na- denken over de bedoeling van de regels. “Dat laatste is cruciaal. Je kunt een pro- bleem nooit voor honderd procent dichttimmeren. Probeer je dat toch, dan haal je juist de reflex weg bij mensen om zelf goed na te denken of het handelen in strijd is met hetgeen de regels juist probeerden te voorkomen.” COMPLIANCE IN DE ADVOCATUUR Wel heeft de advocatuur nog een slag te maken op het gebied van compliance. Molenaars: “Er is nog enige vrijheid over hoe je compliance in onze sector inricht. Het is van groot belang dat je het intern goed op poten zet.” Bij de grote kantoren lukt dat beter dan bij de kleinere, weet Rutten: daar is min- der capaciteit en geld beschikbaar om de compliancefunctie goed te organiseren, zeker als je kijkt naar de toename en de omvang van het aantal compliance- onderwerpen. Maar ook voor andere kantoren is het niet eenvoudig, zegt Hoorneman. “Het is een relatief nieuwe functie. Vroeger was de bedrijfsjuridi- sche afdeling dat lastige loket waar je langs moest, nu is dat compliance. We zijn intern bezig met een campagnes om bij de medewerkers daarvoor meer be- wustwording te creëren.” Of advocaten daar lange epistels voor hebben opgesteld, willen de general counsels weten. Hoorneman: “Bij ons is het een standaard checklist waaruit moet blijken of onze handelingen aan de regels voldoen. Maar ethische vraag- stukken vallen daar niet onder – zoals de kwestie van de octrooitrollen. Om dat goed te regelen zou je beter intern tegen- spraak kunnen organiseren, met HOE KIEST DE GENERAL COUNSEL ZIJN ADVOCATENKANTOOR? Heleen van Berkel (Mirage Retail Group): “Op kwaliteit. Of juridisch advies op maat wordt gemaakt. Snelheid, bereikbaarheid, prijs. Creativiteit, meedenken. En of dit kantoor wel binnen mijn business past.” Jasper Spanbroek (KPN): “De wijze van onderlinge samenwerking: hoe snel begrijp je elkaar, spreken we dezelfde taal, accepteer je mijn inbreng in je advies? Een paar jaar geleden hebben we ons kantorenpanel herzien met verschillende nieuwe kantoren. Met de meeste daarvan is er een klik, maar met enkele andere werkt het minder goed.” Jeroen Seligmann (ASM International): “Mijn bedrijf is hoogtechnologisch. Ik verwacht van mijn advocaat dat hij of zij ons bedrijf en de bedrijfsvoering begrijpt omdat dat leidt tot praktische adviezen. Dat is wat nodig is.” Marnix van Ginneken (Philips): “We hebben uitgebreide criteria waaraan de kantoren met wie wij werken moeten voldoen. Dat kan ook afhankelijk zijn van het soort zaak. Onze juristen beoordelen de kantoren ook achteraf, en dat bespreken we weer met die kantoren.” zo weinig waardering voor zijn handelen dat deze snel is overgestapt naar een an- der kantoor.” Binnen CMS is ook bespro- ken of er geen ethische commissie zou moeten zijn die hierover adviseert. Kog- gink herkent dat beeld. “We krijgen voor- al van de jongere advocaten te horen: kunnen we zo’n zaak wel aannemen? Met hen onderzoeken we de grenzen. Jonge- ren wíllen die dialoog.” JUIST NIET DICHTTIMMEREN Met die ontwikkelingen blijkt ook dat het begrip compliance bij de advocaten- kantoren aan het schuiven is. Rutten: “Wat nu binnen de regels valt, valt er over een aantal jaren misschien niet meer binnen. Daarom mag je in je advi- sering best laten meewegen wat je zelf van een zaak vindt. In die zin is de dia- loog met advocaten anders geworden.” Toch kent dat morele kompas dat advo- caten soms uitdragen zijn grenzen, vindt Molenaars: ze moeten ook niet iedere maatschappelijke tendens meenemen. “De kern blijft: een cliënt bijstaan. We moeten dus ook niet te veel meebewe- gen. Daar zit de spanning: niet meewaai- en, wel kritisch blijven.” Die houding is volgens Hoorneman ook van belang voor de beeldvorming. “Wij stellen ons wel eens de vraag: wat als dit morgen op de voorpagina van de krant of op Facebook staat, zouden we dit dan ook nog hebben besloten? Dat speelt soms een rol bij de besluitvorming.” Bij compliance hoort ook meer openheid, vindt Koggink. “Vroeger wilden bedrij- ven een datalek wel eens stilhouden, want transparantie stond gelijk aan de hakbijl. De cultuur moet nu zijn: open- heid. En een cultuur is misschien wel belangrijker dan de regels. Daarom moeten we na een fout niet als een eerste reflex meer regels instellen, maar wel na- denken hoe de bedrijfscultuur kan wor-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=