Mr.

MR. 5 2021 / 45 rondetafelgesprek bijvoorbeeld oud-partners of mensen van buiten, zoals een filosoof.” Een vergelijkbare werkwijze wordt nu al door Van Doorne gehanteerd, vertelt Rutten. “We werken met dilemma’s om zaken bespreekbaar te maken en organi- seren interne polls hoe we moeten om- gaan met bepaalde kwesties. Hierdoor blijven gedragsregels niet alleen een pa- pieren exercitie.” Bij Stibbe kennen ze een Commissie aanname zaken, om zo de ‘juiste’ zaken binnen te halen. “Die commissie werkt niet met een dik hand- boek”, zegt Molenaars. “Wel maken we steeds een zorgvuldige afweging of we een zaak wel of niet aannemen. Dan is het van belang dat je de potentiële cliënt en de zaak goed kunt plaatsen.” Voor de relatie met nieuwe cliënten kunnen de eisen aan compliance wel een spanning opleveren, denkt hij. “Een cliënt kan dan vragen: waarom doe jij zo ingewikkeld, anderen deden dat niet.” DIVERSITEIT EN DUURZAAMHEID Die kritische cliënt – vaak een bedrijfs- jurist – is een factor waarmee advocaten te leven hebben. Zo merkt Koggink dat cliënten ook meer vragen stellen voordat ze een samenwerking aangaan: “Ze willen bijvoorbeeld weten hoe ons IT- systeem is ingericht, en hoe informatie- veiligheid en compliance zijn gewaar- borgd.” Van Ginneken: “Wij zitten in de positie dat wij een advocatenkantoor kiezen waarmee we willen werken. We willen natuurlijk dat zij de zaken intern op orde hebben, dat is voor ons een gege- ven. Wij vragen ook aan advocatenkanto- ren hoe het zit met hun diversiteitsbeleid. Ik denk dat de eisen die bedrijven aan ad- vocatenkantoren stellen steeds uitgebrei- der worden.” Hoorneman heeft er geen moeite mee dat de ‘buitenwereld’ meedenkt om de koers te bepalen. Toen hij eens naar een zaken- afspraak wilde vliegen, zei zijn dochter: hoe kun je daarvoor het vliegtuig pakken? “Ieder bedrijf zou moeten kijken: hoe kan het beter of duurzamer. Dat klinkt soft, maar ik voel het wel echt zo. Dat is de maatschappelijke rol die we als advoca- tenkantoor ook hebben.” Het zijn niet alleen bedrijfsjuristen die de eisen aan advocatenkantoren hebben op- geschroefd. Ook instromers en studenten vragen daar volgens Koggink om: “Hoe duurzaam ben, hoe divers, welke pro bo- no-activiteiten heb je? Jonge medewerkers zeiden: er is wel veel plastic in ons restau- rant. Zij vormen de drijvende kracht, hun kijk op de wereld komt uit het hart en dan is het niet zo moeilijk voor het bestuur dat op te pakken.” Molenaars ziet dat ook in de toename van het aantal pro bono-zaken dat zijn kan- toor doet. “Onze mensen willen daar graag aan meewerken. Onze interne cul- tuur wordt niet alleen bepaald door wat de buitenwereld vraagt, ook onze eigen – zeker de jonge – mensen sturen ons. Uit- eindelijk wordt iedereen er beter van.” “DE EISEN VAN BEDRIJVEN AAN ADVOCATEN- KANTOREN WORDEN STEEDS UITGEBREIDER” Ook Rutten herkent die intrinsieke motivatie. “Er is steeds meer begrip en de wil om het goed te doen.” TIJD VOOR ACTIE Voor de advocatuur lijkt het inmiddels hoogste tijd voor actie. Investeer nou in de ‘softe’ kant, roepen de bedrijfsju- risten. Ze moeten ook wel, vindt Selig- mann: “Anders missen ze de boot.” Bij CMS zijn ze goed op weg, vindt Hoorneman. Daar moeten de tien principes van de UN Global Compact – eerlijke arbeid, diversiteit, duurzaam- heid, eerbiediging van mensenrechten enzovoort – zoveel mogelijk worden nagevolgd; CMS legt er op de website verantwoording over af. “Dat moet bij- dragen aan een nieuwe cultuur. Niet alleen omdat de buitenwacht dat wil, maar ook omdat we het zelf belangrijk vinden.” Ook Spanbroek vindt dat de advoca- tuur nog een slag heeft te maken. “Het bedrijfsleven is daar al verder mee. A dvocaten moeten het in kortere tijd voor elkaar krijgen dan bedrijven.” En als de advocatuur dat niet op orde kan krijgen, kan dat wel eens duur uitpak- ken. Van Ginneken: “Kan best dat we dan zeggen: dan gaan we naar ander kantoor.” Of zoals Spanbroek het zegt: “Heeft een kantoor reputatieproblemen, dan zullen we de samenwerking herover- wegen.” Die dreigende houding wordt binnen de advocatuur al als een stevige stok achter de deur gevoeld. Toch een tweede relativering van Span- broek: “De relatie met een kantoor is vaak langdurig. Die kan wel tegen een stootje, maar we bekijken onze advoca- ten wel kritischer.” •

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=