Mr.

MR. 2 2022 / 29 “IK KAN ME EEN CENTRALE TOEZICHTHOUDER OP DE ADVOCATUUR WEL VOORSTELLEN” WIE IS MARTIJN SNOEP? Martijn Snoep (Utrecht, 1968) studeerde van 1987 tot 1992 Nederlands Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij werkte van 1990 tot 1996 bij De Brauw Blackstone Westbroek als paralegal, advocaat-stagiair en advocaat-medewerker. In 1997 was hij foreign associate bij advocatenkantoor Cravath, Swaine & Moore in New York. In 1998 keerde hij terug naar De Brauw, waar hij in 2000 partner werd voor de sectoren mededinging, telecom, zorg, farma, markt & overheid en EU-recht. Van 2010 tot 2015 was Snoep managing partner bij De Brauw. Hij keerde in 2016 terug naar zijn praktijk. Sinds 2018 is Snoep bestuursvoorzitter van de Autoriteit Consument & Markt. Snoep is vicevoorzitter van het bestuur van het Koninklijk Concertgebouworkest, raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Den Haag, lid van de Maatschappelijke Adviesraad van de Universiteit Utrecht en van het curatorium van het Europa Instituut van de Universiteit Leiden. PARODIE In december 2020 publiceerde advocatenkantoor Maverick een deepfake filmpje over u. U zegt daarin onder meer: ‘Advocaten moeten niet op de man spelen en geen zand in de raderen strooien’. Was u onaangenaam verrast door die parodie? “Het filmpje past in een lange traditie van grapjes en plagerijen van Maverick, en dat is verder prima. 95 procent van de advocaten gaat professioneel om met de ACM: hard op de inhoud, zacht op de persoon. Maar er zijn advocaten die wel op de persoon spelen. Ze mogen míj persoonlijk aanvallen, maar ambtenaren van de ACM persoonlijk aanvallen vind ik ongepast. Een enkele keer heb ik daar wel eens een advocaat over gebeld. De advocaten die dat doen zijn geen slechte mensen, ze begrijpen alleen niet wat voor impact die aanvallen hebben. Ik wil mijn mensen daartegen beschermen.” De ACM bemoeit zich soms met de advocatuur. Nadat de Nederlandse Orde van Advocaten advocaten verbood om via bemiddelingssites cliënten te werven, heeft de ACM de Orde in 2018 op de vingers getikt en gevraagd de regels te verduidelijken. Houdt de ACM bij of advocaten nu wel vrij zijn samen te werken met die sites? “We hebben een tijd lang geen signalen gekregen dat advocaten worden belemmerd, maar ik zeg er meteen bij dat onlangs wel weer wat kwam opborrelen. Het heeft onze hernieuwde aandacht. Als er advocaten zijn die zich belemmerd voelen, kunnen ze zich bij ons melden.” Eind 2020 startte de NOvA een experiment waarin advocaten van rechtsbijstandsverzekeraars ook niet-verzekerden mogen bijstaan. Daar was druk van de ACM voor nodig. Schermt de advocatuur met zijn gildesysteem de markt af? “We kijken kritisch naar de advocatenmarkt. De juridische dienstverlening aan mensen met een smalle beurs is een moeilijke markt. Daar klagen ook veel advocaten over. We weten uit onderzoeken dat mensen aan de onderkant van de samenleving grote moeite hebben om juridische bijstand te betalen. Of je dat oplost met meer marktwerking en met de afschaffing van het gildesysteem is de vraag. Ik denk dat de uitbreiding van gesubsidieerde rechtsbijstand logischer is. In het middensegment van de markt zijn de rechtsbijstandsverzekeraars actief. Ik hoop dat het experiment kan helpen om het middensegment concurrerender te maken. In de top van de markt wordt een hoge prijs berekend, die wordt betaald door bedrijven die zich dat kunnen veroorloven. Daar besteden we geen aandacht aan.” TOEZICHT OP DE ADVOCATUUR Andere vragen over de advocatuur, bijvoorbeeld over de positie van de advocaat-onderzoeker en de vraag of grote kantoren moeten bijdragen aan de sociale rechtshulp, gaat Snoep uit de weg. “Ik ben nu voorzitter van de ACM, en ik hou mijn mening liever voor mezelf.” Waar hij wel iets over wil zeggen, vanuit zijn rol als toezichthouder, is het toezicht op de advocatuur. De discussie is actueel omdat het College van toezicht op de advocatuur in februari de vloer aanveegde met het onderzoek van de Haagse deken naar de fraude bij Pels Rijcken. Snoep: “Het toezicht op advocaten ligt nu bij de elf dekens. Dat is complex. De ACM is absoluut niet aan het solliciteren voor een rol hierin, maar een centrale toezichthouder op de advocatuur kan ik me wel voorstellen.” Uw overstap van de advocatuur naar de ACM kwam voor sommigen als een verrassing. Wat dreef u? interview

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=