Mr.

42 / Mr. 2 2022 opleidingen “EEN DOCENT MOET EEN ‘GUIDE ON THE SIDE’ ZIJN, GEEN ALWETENDE OP EEN PODIUM” geneigd zullen zijn een onlinecursus te volgen. Net zoals bij de docenten is er uiteindelijk een zekere mate van gewenning opgetreden. “Bij beide groepen lijkt de koudwatervrees verdwenen. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen alleen nog maar online wil. Onze cursisten en docenten zijn blij om weer de zaal in te mogen, elkaar weer te ontmoeten en de dynamiek van zo’n live fysieke bijeenkomst weer mee te maken.” Bij het CPO wordt het onderwijs weer min of meer als vanouds gegeven, vertelt Van Oers. De aparte webpagina met informatie over de coronamaatregelen is inmiddels opgeheven, “omdat we in principe weer draaien zoals vroeger – hoewel corona natuurlijk nog helemaal niet weg is. Maar als we iets positiefs aan corona hebben overgehouden, is het wel de hoge mate van flexibiliteit. We hebben nu alle draaiboeken om al het onderwijs op korte termijn zo om te gooien dat het op een pandemieproof manier door kan gaan allemaal. Op dit moment houden we er echter geen rekening mee. Maar we gaan wel flexibel om met deelnemers die vanwege corona niet bij een bijeenkomst aanwezig kunnen zijn. We passen onze annuleringsregeling anders toe of kijken of we een alternatief kunnen bieden.” FYSIEK ALS UITGANGSPUNT Met ingang van april is fysiek weer het uitgangspunt. “Niettemin is meer dan vóór corona ook het online-onderwijs een onderdeel van ons onderwijsaanbod. We hadden daarvoor natuurlijk al webinars, kwalitatief hoogwaardig onderwijs dat deelnemers onafhankelijk van tijd en plaats kunnen volgen, maar reguliere onlinecursussen waarin de zaal wordt vervangen door het scherm hebben we ook voor na corona in ons aanbod gehouden.” Uiteraard moet wel goed worden gekeken naar welke opleidingen zich wat betreft inhoud en tijdsduur lenen voor een onlinevorm, zodat de leerdoelen van een cursus ook als die online is, kunnen worden behaald. “Dat kan gemakkelijker bij een drie-uurscursus dan bij een cursus van acht uur.” Van Oers hoort dat ook van deelnemers: “Het is nou eenmaal niet leuk om een hele dag naar je scherm te kijken.” Om alle onderwijsvormen optimaal te benutten, werken Van Oers en haar collega’s samen met een didactisch expert, “een onderwijskundige die verbonden is aan het CPO. Die inspireert docenten en CPO’ers om te voorkomen dat het te veel eenrichtingsverkeer wordt vanuit de docent. Je wilt geen sage on the stage: een alwetende op het podium die uren gaat zenden in de hoop dat iedereen op die manier vol van kennis naar huis gaat. Waar wij naar streven is de docent als guide on the side, iemand die de discussie en interactie op gang brengt en deelnemers continu activeert. Dat geldt net zo goed voor online onderwijs.” Ook bij de VU Law Academy wordt goed gelet op wat wel en wat niet werkt. Zwart: “Digitaal en online willen we vooral dáár inzetten waar het meerwaarde heeft.” Ze vertelt over het onderscheid tussen ‘leergangen’ en ‘cursussen’. Cursussen zijn eenmalige bijeenkomsten van een paar uur; leergangen beslaan vaak vele maanden tot wel een jaar. Cursussen worden nu vaak fysiek én online aangeboden, maar “in de leergangen is de interactie met de docent en medecursisten veel belangrijker”, aldus Zwart. “Daarin proberen we iedereen zoveel mogelijk naar de VU te krijgen zodat een deelnemer alles eruit haalt.” REISTIJD Beiden ervaren het vervallen van reistijd als een groot voordeel van online. “Onze kortste cursussen van drie punten of minder doen we nu in principe online, tenzij een docent een heel specifieke didactische werkvorm wil gebruiken”, zegt Van Oers. Het scheelt dat deelnemers dan niet de reistijd hoeven te overbruggen naar de cursuslocatie. “Soms zat je even lang in de trein als dat je op zo’n cursusdag aanwezig was.” Dat kan Zwart beamen. “En je trekt ook mensen aan die anders niet bij je waren gekomen. Mensen uit Maastricht gaan Ricky van Oers (CPO)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=