MR. 3 2022 / 13 nieuws De Utrechtse universitair docent familierecht én illustrator Naomi Spalter maakte een animatievideo voor kinderen van ouders die gaan scheiden. “Vaak weten kinderen niet wat hun rechten zijn en dat hun stem belangrijk is in familie- en jeugdzaken. Daar wilde ik iets aan doen.” “Als wetenschapper ben ik geïnteresseerd in legal design, in manieren om het recht toegankelijk te maken in een wereld die juridisch steeds complexer wordt. Bijvoorbeeld door het te visualiseren”, vertelt Spalter, die is verbonden aan het Utrecht Centre for European Research into Family Law. “Daarbij komt dat uit veel onderzoeken blijkt dat kinderen (te) weinig gebruik maken van hun participatierechten in familie- en jeugdzaken. Een van de oorzaken kan zijn dat ze vaak niet weten dat ze deze rechten hebben.” Dit bracht haar op het idee om een animatie te maken. Spalter, die behalve wetenschapper ook illustrator is, maakte zelf de tekeningen en schreef het script. Het animeren is gedaan door motion designer Jill Vanc. De animatie is te zien via YouTube en is bedoeld voor kinderen vanaf een jaar of acht. Spalter: “Ik heb geprobeerd een script te schrijven dat aansluit bij de belevingswereld van jonge kinderen en heb gekozen voor een voice-overstem van een twaalfjarige. Op deze manier probeer ik zoveel mogelijk kinderen te bereiken die te maken hebben met dit onderwerp.” Zowel de Raad voor de rechtspraak als de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vinden dat de Nederlandse rechter moet kunnen toetsen aan de Grondwet. De discussie over constitutionele toetsing laait eens in de zoveel tijd weer op. Nu staat artikel 120 van de Grondwet daaraan in de weg. Kabinet-Rutte IV kondigde aan ernaar te gaan kijken en vroeg daarom de Raad voor de rechtspraak en de Raad van State om een ‘zienswijze’. Die reageerden allebei positief. Volgens de Raad voor de rechtspraak zou constitutionele toetsing meer dan nu het geval is waarborgen bieden “voor een goed functioneren van de democratische rechtsstaat”, en zou het “de rechtsbescherming van de burger in het concrete geval” versterken. En de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak schreef: “Alles overziend ziet ondergetekende meerwaarde in (een vorm van) rechterlijke constitutionele toetsing.” De ministers van Binnenlandse Zaken en Rechtsbescherming zullen het zeker meenemen in hun ‘hoofdlijnennotitie’ over het onderwerp. Maar of artikel 120 zal verdwijnen is nog maar de vraag: voorstellen voor grondwetswijzigingen halen zelden de eindstreep. DOCENT FAMILIERECHT MAAKT VIDEO OVER RECHTEN VAN KINDEREN RECHTERS WILLEN TOETSEN AAN GRONDWET BIBOB-ZAKEN: SPECIALISME ÉN NICHE, DUS APARTE VERENIGING door het ook minder goed past bij het ‘klassieke’ bestuursrecht. Het is een echt specialisme. Juist gelet op de grote belangen die vaak met op de Wet Bibob betrekking hebbende vraagstukken gemoeid zijn en gelet op het feit dat de bijstand in Bibob-kwesties toch echt een vak apart is, is een eigen vereniging wenselijk. ” Waarom is het juist nu van belang dat er een Bibob-vereniging komt? “Ondanks dat de Wet Bibob bijna twintig jaar oud is, heeft de toepassing van de wet de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. In 2010 paste twee derde van de gemeentes de wet nog helemaal niet of nauwelijks toe, inmiddels doet 97 procent van de gemeentes dat wel. Daarnaast is het toepassingsbereik van de wet ook fors uitgebreid. Daarmee is ook het aantal zaken over toepassing van de wet enorm toegenomen.” (MK) Nieuw: de Vereniging voor Bibob-advocaten (Vebiba). Bedoeld voor advocaten die zich bezighouden betrokken met Bibob-kwesties (‘bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur’). Mr. legde het bestuur enkele vragen voor. Wat beoogt u met de vereniging te bereiken? “De vereniging heeft als statutaire doelstelling het bevorderen van de deskundige beroepsuitoefening door advocaten in Nederland op het gebied van de Wet Bibob en soortgelijke wettelijke regelingen op het snijvlak van straf- en bestuursrecht. Dat doen we door het organiseren van opleidingen en studiebijeenkomsten, onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring en het collectief optreden namens Bibob-specialisten om een goed en evenwichtig functioneren van deze wet te waarborgen.” Bibob bevindt zich op het snijvlak van bestuurs- en strafrecht. U kon met Bibob-vraagstukken onvoldoende terecht bij de bestaande strafrecht en bestuursrechtverenigingen? “Dat klopt. De Wet Bibob valt er een beetje tussenin. Het is bestuursrecht en past daarom niet echt bij de strafrechtverenigingen. Het is ook bestuursrecht waarin het strafrecht of in ieder geval strafrechtelijke vraagstukken een grote rol kunnen spelen, waar-
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=