MR. 3 2022 / 33 logisch onvermogen om adequaat op een dreigende ramp als klimaatverandering te reageren, is dat de legitimatie voor de civiele rechter om als reguleerder-plaatsvervanger op te treden.” De civiele rechter kan dat, meent Smeehuijzen: “Die kan met afstand naar een zaak kijken.” ZORGPLICHT Maar Gerard van Solinge (advocaat bij Allen & Overy en hoogleraar ondernemingsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen) vertrouwt meer op de wijsheid van bestuurders en commissarissen van ondernemingen. De maatschappelijke zorgplicht van bedrijven moet in de wet worden opgenomen, vindt Van Solinge. Hij bepleit een open norm zoals ‘de goede huisvader’ in het huurrecht. Als de bestuurders en commissarissen zich daar niet aan houden, moet dat consequenties hebben, vindt hij. Juristen zullen hoe dan ook veel werk hebben aan de verplichte duurzaamheidsverslagen. Nu geldt die plicht, als onderdeel van het gewone jaarverslag, op basis van de Europese richtlijn Non Financial Reporting Directive (NFRD), alleen voor ongeveer honderd grote Nederlandse bedrijven. Maar de NFRD wordt, als het Europees Parlement en de Europese Raad akkoord gaan, vervangen door de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die een uitbreiding is van de NFRD. De CSRD-richtlijn vereist van meer bedrijven dat gerapporteerd wordt over zaken als CO2-uitstoot en het sociaal kapitaal. Ook vereist de richtlijn rapportage over de impact van de onderneming op biodiversiteit en mensenrechtenschendingen in de keten. De CSRD moet op 1 december 2022 worden geïmplementeerd in nationale wetgeving. De CSRD gaat gelden voor alle beursgenoteerde bedrijven en voor bedrijven die aan twee van de volgende drie criteria voldoen: meer dan 250 medewerkers, meer dan 40 miljoen euro netto-omzet per jaar, meer dan 20 miljoen euro op de balans. In Nederland vallen straks 3.000 ondernemingen onder de CSRDrichtlijn. Voor kleine en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen gelden minder strenge regels dan voor grote bedrijven. Hoe dan ook is de verwachting dat de normen strenger zullen zijn dan onder de NFRD. PAPIEREN TIJGER Een belangrijk verschil met het regiem van de NFRD is dat de ondernemingen niet alleen moeten rapporteren over de risico’s van duurzaamheidsaspecten op de onderneming (van buiten naar binnen), maar ook over de effecten van de onderneming op mens en milieu (van binnen naar buiten). De Autoriteit Financiële Markten houdt toezicht op de CSRD-rapportage. De Europese Commissie streeft ernaar dat grote ondernemingen vanaf verslagjaar 2023 rapporteren. Kleine en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen krijgen uitstel tot 2026. Dat is een hoofdpijndossier, valt op te maken uit de woorden van Rozemarijn Bloemendal (partner bij Deloitte Legal). “Bedrijven zien ertegenop, ze vinden het een papieren tijger.” De zaal was al even sceptisch: je moet als bedrijf namelijk niet alleen je eigen duurzaamheidsprestaties registreren, maar ook die van zakelijke relaties zoals klanten en leveranciers. En het is niet eens duidelijk of die externe partijen wel verplicht zijn om mee te werken. GREENWASHING Op de vraag van Bloemendal wie bekend was met duurzaamheidsverslaggeving gingen er in de goedgevulde zaal veel handen omhoog, maar vervolgens bleek dat bijna niemand ernaar uitkijkt, en helemaal niemand denkt dat het helpt. En het aantal mensen dat denkt dat duurzaamheidsverslaggeving helpt tegen ‘greenwashing’ (ten onrechte pronken met duurzaam beleid) was ook op de vingers van één hand te tellen. Bloemendal gelooft wél in het nut van duurzaamheidsverslagen. “Ze bevorderen transparantie en leiden tot eerlijke vergelijkingen tussen bedrijven.” Dat was een positieve noot tijdens een ochtend waar de zorgen over onoverzichtelijke en onduidelijke regels de boventoon voerden. • Van links naar rechts: Rutger Claassen (UU), Lodewijk Smeehuijzen (VU), Rozemarijn Bloemendal (Deloitte Legal), Gerard van Solinge (Allen & Overy/RUN) en gespreksleider Lennart Booij
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=