MR. 1 2023 / 19 interview “WE MOETEN STRAFRECHT NIET GEBRUIKEN OM MENSEN BUITEN DE SAMENLEVING TE PLAATSEN” WIE IS JACCO JANSSEN? Jacco Janssen (Rotterdam, 27 september 1967) studeerde Nederlands Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij werkte tijdens zijn studie als manager bij Hotel New York en studeerde af in 1997. Hij was van 1998 tot 2003 raio (rechterlijk ambtenaar in opleiding), was advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn en werd in 2005 rechter in de rechtbank Rotterdam; sinds 2015 is hij senior rechter A. Hij was rechter-commissaris in strafzaken (terrorisme) en kwaliteitscoördinator. Janssen is raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Den Bosch en landelijk woordvoerder strafrecht voor de Raad voor de rechtspraak. Zaken die Janssen behandelde zijn onder meer die van Richard de Mos, Willem Engel, Jos van Rey, de Somalische piraterij-zaak, de eindexamenfraude op Ibn Ghaldoun en het Rotterdamse sisverbod. Jacco Janssen woont samen met zijn partner; ze hebben twee kinderen. mensen heel lang vast, en dan ook nog tbs, als het kan. Dat verwacht de maatschappij van ons, maar dat is gevaarlijk. We moeten het strafrecht niet gebruiken om mensen buiten de samenleving te plaatsen. Natuurlijk moeten we niet naïef worden, ik zie ook wel wat er gebeurt in het Marengo-proces in Amsterdam, met diverse moorden die er mogelijk onder hangen. Maar die houding mag niet doorsijpelen. In meer dan negentig procent gaat het in het strafrecht om – simpelweg – huis-tuin-en-keukenzaken.” Om verdachten te geven wat hun toekomt is de rechtbank Rotterdam in november 2022 begonnen met de Snelle Toekomstgerichte Meervoudige Kamerzitting (STMK) “Daarin kijken we meer naar de verdachte en diens toekomst. We willen zaken uit voorlopige hechtenis snel op zitting hebben, liefst voor de eerste proformazitting, om te onderzoeken of de verdachte ook naar de toekomst wil kijken. Zo ja, dan kunnen we dat met elkaar doen. Dat is het beste voor de verdachte en het slachtoffer, voor de officier, voor de rechtbank omdat de zaak niet op de lange baan gaat en voor de advocaat, die aan een andere zaak kan gaan werken. We onderzoeken nog bij welke zaken dat het beste kan.” DOOR DE VINGERS ZIEN Advocaten zeggen dat rechters, in navolging van de Hoge Raad, fouten van het Openbaar Ministerie te makkelijk toedekken of herstellen. Janssen erkent dat rechters soms te veel door de vingers zagen. “Een bewijsoverweging schrijven om een ontbrekende schakel in het bewijs te formuleren is prima, dat mag ook wettelijk. Maar als er door de druk op de strafrechtketen te veel gaten in de dossiers vallen, dan gaan we glijden en moeten we uitkijken.” In hoeverre zijn rechters aan het glijden? “Ik denk dat we ons goed opstellen, we stellen grenzen zonder naïef te zijn. Een vrijspraak voor een moord omdat er een klein bewijsmiddeltje niet rondkomt… dat gaat te ver.” Janssen begint over de twee liegende agenten die afgelopen november het nieuws haalden. Twee verbalisanten schreven in hun proces-verbaal dat een 41-jarige garagehouder in RotterdamZuid zich op 19 juni 2020 agressief gedroeg, waarna een agent zich genoodzaakt voelde een kopstoot uit te delen. Uit camerabeelden die de garagehouder in september 2022 toonde tijdens de strafzaak tegen hem bleek dat de agenten hebben gelogen. Op de beelden is te zien dat de verdachte één hand in het gips heeft en een mitella draagt. De agent rukt aan de mitella, duwt de man tegen de muur, geeft hem een kopstoot en pakt hem later bij de nek beet. Tijdens de voortzetting van de zitting in november merkt de politierechter op dat de verdachte juist de boel wil sussen. De rechter verklaarde het OM niet-ontvankelijk. Uit het vonnis: “Het is slechts aan de beveiligingscamera’s van de verdachte te danken dat hij zijn onschuld heeft kunnen aantonen.” De beelden zijn destijds wel door de technische recherche opgehaald, maar niet aan het dossier toegevoegd. Kunnen we nog vertrouwen op de processen-verbaal van de politie? “Júíst, als je dit soort vonnissen wijst. Dat doe je om voor iedereen duidelijk te maken hoeveel waarde we hechten aan een correct proces-verbaal. Omdat dit bewijsmiddel zo superbelangrijk is.” Dat vind ik een merkwaardig antwoord. Als de verdachte de camerabeelden niet had gehad, was hij ten onrechte veroordeeld. Hoe kunnen we vertrouwen op het proces-verbaal als de politiemensen keihard liegen en ook ingestuurd beeldmateriaal weglaten uit het proces-verbaal? “Het is niet mijn ervaring dat processenverbaal bij elkaar worden gelogen. Dat weten we omdat het proces-verbaal niet het enige bewijs is. We hebben vaak ook de verklaringen van verdachten en
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=