MR. 1 2023 / 21 interview getuigen. Áls je het ambtsedig procesverbaal als enig bewijsmiddel gebruikt − en dat mag − dan moet je er ook op kunnen vertrouwen, anders zijn we verloren. Daarom is het zo belangrijk dat de politierechter de grens heeft getrokken. Het systeem wordt hierdoor juist beschermd.” Moet de rechter naar de publieke opinie luisteren? “Er zijn rechters die de krant niet lezen als ze een zaak voorbereiden. Ik wil wel alles weten, ook wat de media brengen. Je wilt niet meebuigen met de publieke opinie, maar je moet ook niet blind zijn voor de samenleving. We moeten een filter loslaten op het standpunt van de publieke opinie en dan met rechte rug oordelen en niet met slappe knieën. We zijn de katalysator van al die meningen. Maar je zult nooit in een vonnis lezen: ‘De publieke opinie vindt A, en daarom vinden wij rechters B’.” Wat zijn de grote uitdagingen van de strafrechtspleging? “Het strafrechtsbedrijf inzetten zoals het is bedoeld. Een snelle, adequate toekomstgerichte reactie geven op zaken die de officier van justitie aan ons voorlegt. En dat moet op een begrijpelijke en toegankelijke manier. Daar moeten we naartoe.” Waarom lukt dat nu onvoldoende? “Omdat we vaak belanden in een hard debat over bewijs en de hoogte van straffen. Daarom zet iedereen zijn hakken in het zand, ontstaan veel geschillen, en dat is niet goed voor een strafzaak. We moeten de andere kant op. Een beetje lik-opstuk, maar ook kijken hoe de verdachte weer deel kan uitmaken van de samenleving. We willen veel vaker de reclasseringsambtenaar op zitting hebben om te kijken hoe we verder kunnen met de verdachte. Geen lijvig rapport, maar uitzoeken wat voor deze verdachte belangrijk is. De drie pijlers Werk, Wonen en ‘Welke relatie dan ook’ herstellen. We zijn het maatwerk een beetje uit het oog verloren.” VOORLOPIGE HECHTENIS Een ander probleem is volgens Janssen het systeem van de voorlopige hechtenis. “We zitten er bijna in gevangen”, vindt hij. “De voorlopige hechtenis is deels een façade. Mensen zitten er niet langer door vast, want de duur van de voorlopige hechtenis wordt van de straf afgetrokken.” Een ander bezwaar: “Door de voorlopige hechtenis wordt de recidivekans aan het begin beperkt, maar je accepteert wel de recidivekans na de straf. Die laatste is misschien nog wel groter dan de eerste.” Om verdachten in voorlopige hechtenis te houden moet het Openbaar Ministerie om de zoveel tijd naar de rechter voor pro-formazittingen. “Minimaal 25 procent van onze zittingstijd gaat daaraan verloren.” Op de vraag waarom de rechtbank de voorlopige hechtenis dan niet vaker afwijst, antwoordt Janssen: “Zaken met voorlopige hechtenis moeten als eerste op zitting. Het is een drogreden, maar zaken in voorlopige hechtenis gaan voor in de agenda van de rechtbank. Leg je geen voorlopige hechtenis op, hef je deze op of schors je deze, dan gaat zo’n zaak op de lange baan omdat er altijd nieuwe zaken komen. Zo blijft onze MK-agenda gedomineerd door de voorlopige hechtenis.” En dat moet stoppen, verzucht Janssen. HOOG MEDIAPROFIEL Jacco Janssen schuwt de publiciteit niet. Hij heeft samen met Margje van Weerden van de Raad voor de rechtspraak de podcast-reeks De Staat van het Strafrecht, is een van de schrijvers van de rechtsstaatcolumn voor NRC, kwam volop in de media omdat hij op verzoek van de reclassering een enkelband droeg en verschijnt in talkshows en op de radio als strafrechtwoordvoerder van de Rechtspraak. “Het strafrecht is mijn passie”, antwoordt hij op de vraag naar zijn hoge mediaprofiel. “Het recht dichtbij de mensen brengen is een belangrijke drijfveer van mij. Ik vertel hoe ik als rechter aankijk tegen het strafrecht. Soms zeg ik dingen die mensen niet verwachten. Ik kleur vaak buiten de lijntjes, maar nooit buiten het boekje.” In de podcast uitte hij kritiek op het taakstrafverbod voor bepaalde misdrijven, ‘ INNOVEREN OM WERKDRUK TE VERMINDEREN’ De hoge werkdruk is een punt van zorg in de Rechtspraak. Rechters maken lange dagen en zijn bezorgd over de kwaliteit van hun werk en de lange doorlooptijden. Jacco Janssen: “Die drukte komt onder andere door het tekort aan rechters dat een gevolg is van jarenlange bezuinigingen. Dat is een probleem dat helaas niet van de ene op de andere dag is opgelost.” Hij zegt dat de Rechtspraak naast het aantrekken van meer rechters, voor het strafrecht ook kan kijken naar hoe de strafrechtketen is ingericht. “Daar valt nog flink winst te behalen. Op dat vlak laat ik weleens proefballonnetjes op. Denk aan de procesafspraken in strafzaken of recenter de proef met de Snelle Toekomstgerichte Meervoudige Kamerzittingen.” Zo’n STMK-zaak komt snel voor de rechter, zodat de verdachte op korte termijn weet waar hij aan toe is. Spoedige berechting zorgt daarnaast voor een efficiëntere zaakstroom en leidt tot betere inzet van beperkte zittingscapaciteit. Volgens Janssen wordt de nadruk meer gelegd op de doelen van straf. Naast vergelding (leedtoevoeging) − waar maatschappelijk het zwaartepunt vaak ligt − wordt ook gekeken naar speciale preventie (deze dader moet het niet nog een keer doen), generale preventie (het schrikeffect van de straf op anderen) en resocialisatie (de veroordeelde moet op een dag weer terug in de maatschappij). Volgens Janssen moeten rechters anders naar de dingen durven kijken en moeten ze het lef hebben om te innoveren. “En dat lukt steeds beter!” “WE MOETEN NIET MEEBUIGEN MET DE PUBLIEKE OPINIE, MAAR ER OOK NIET BLIND VOOR ZIJN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=