Mr.

50 / Mr. 1 2023 OVER DE GRENZEN Bart Jan van Ettekoven, de huidige voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, heeft de conclusie als rechtsvormend instrument helemaal omarmd. Wat partijen in hun zaak naar voren brengen is vooral gericht op hun eigen positie en op de feiten. De rechter kan behoefte hebben aan bredere voorlichting over hoe een bepaalde rechtsvraag moet worden beantwoord. “Een advocaat-generaal is bij uitstek in staat een juridisch vraagstuk van verschillende kanten te belichten. Hij kijkt naar de wetsgeschiedenis, de rechtspraak van andere rechtscolleges en werpt soms een blik over de grenzen van het bestuursrecht heen, ook naar het Europese en internationale recht.” Bestuursrechtelijke conclusies zijn wel anders vormgegeven dan die in het civiele, straf- en belastingrecht. Bij de Hoge Raad beslist het parket in belasting- en strafzaken zelfstandig in welke zaak een conclusie wordt genomen. Er is geen ‘bestuursrechtelijk parket’. In de Algemene wet bestuursrecht staat dat de presidenten van de Centrale Raad van Beroep en van het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak om een conclusie kunnen vragen. Voorstellen daarvoor komen van rechters en de juristen die de zaken behandelen. Van Ettekoven: “Onze instructiejuristen zijn daar alert op, maar de selectie in het vooronderzoek levert in de praktijk helaas nog te weinig op. Zij letten vooral op afdoening van zaken en het bewaken van doorlooptijden. Het vragen van een conclusie levert namelijk al snel vier tot zes maanden vertraging op.” CHINESE WALLS De AG wordt bij de Afdeling bestuursrechtspraak ondersteund door één of meer medewerkers van de kennisunit. Deze wetenschappelijk georiënteerde juristen kunnen de AG helpen door relevante jurisprudentie aan te leveren, in de wetsgeschiedenis te duiken en notities op te stellen over deelaspecten van de conclusie. Van Ettekoven: “We hechten eraan dat de juristen van onze kennisunit geen contact hebben met de juristen die in dezelfde zaak de zittingskamer ondersteunen. Hiervoor gelden strenge Chinese walls. En hoewel alle medewerkers in hetzelfde gebouw werken en in hetzelfde bedrijfsrestaurant lunchen, is de code duidelijk: over zaken waarin een conclusie is gevraagd heb je géén contact met elkaar.” De Afdeling, de CRvB en het CBb zijn tien jaar geleden ‘bescheiden’ begonnen met twee AG’s, later zijn er daar twee bijgekomen (Peter Wattel en Gerbrant Snijders). Sinds kort kan de Afdeling bestuursrechtspraak een beroep doen op – wat intern wordt genoemd – een materie-AG: Tonny Nijmeijer, die vooral conclusies neemt op het gebied van het omgevingsrecht. EXTERNE ORIËNTATIE Takvor Avedissian, president van de Centrale Raad van Beroep, omschrijft tien jaar conclusies en de grote kamer in het bestuursrecht als een ‘feest van alle bestuursrechtelijke colleges’. Twee keer heeft hij een conclusie gevraagd, over de afgeleid belanghebbende en over het terugkomen van een onherroepelijk geworden boetebesluit. Hij ziet het vragen van een conclusie ook als een vorm van ‘externe oriëntatie’. “Stel je open voor de buitenwereld, durf in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Geef ruimte aan rechtsontwikkeling, ook aan de rechtswetenschap. Het initiëren en stimuleren van conclusies past daarin.” Onlangs is ook de Centrale Raad van Beroep gestart met een eigen materieAG. Dat is Ruth de Bock, tevens AG bij het parket van de Hoge Raad. “Nuttig en ook nodig”, zegt Avedissian daarover. “In het sociaalrechtelijke domein behandelen wij onderwerpen die niet per se de andere colleges aangaan. We hebben wel behoefte aan dwarsverbanden tussen leerstukken, in het kader van rechtsontwikkeling en rechtseenheid binnen het sociaal recht. We zijn benieuwd naar raakvlakken met het civiele en strafrecht en internationaalrechtelijke aspecten. We kunnen natuurlijk zelf via ons eigen Wetenschappelijk Bureau ideeën genereren, maar het mooie is dat een AG een veelzijdig, onafhankelijk en gezaghebbend jurist is, onomstreden in zijn of haar deskundigheid. Een AG houdt ons fundamentele bespiegelingen voor.” bestuursrecht “ER STAAT VAAK EEN LEKKER STEVIGE MENING IN WAARAAN JE JE EIGEN VISIE KUNT SPIEGELEN” Bart Jan van Ettekoven (Raad van State) Takvor Avedissian (Centrale Raad van Beroep) Jaap Polak (Raad van State) Theo Simons (College van Beroep voor het bedrijfsleven) Sander Lanshage (Gemeenschappelijk Hof van Justitie) VOOR DIT ARTIKEL SPRAKEN WIJ MET:

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=