Mr.

MR. 1 2023 / 51 bestuursrecht “ZOUDEN WE NIET EEN CONCLUSIE IN HET BELANG DER WET MOETEN INTRODUCEREN?” KAMPIOEN GROTE KAMER Theo Simons, president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven geeft het toe: hij is minder ‘activistisch’ in het vragen om conclusies dan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Dat kan komen, denkt hij, doordat de een er wat alerter op is dan de ander, of dat het ene gerecht zich iets meer wil profileren. Het komt ook doordat de Afdeling te maken heeft met meer verschillende onderwerpen. “Uiteindelijk maakt het niet uit wie de conclusie vraagt. We komen allemaal samen in de grote kamer waar we de conclusies behandelen.” Simons zelf wordt gekscherend omschreven als de ‘kampioen grote kamer zitten’. Niemand van zijn collega’s heeft vaker aan een zitting van de grote kamer deelgenomen. “De grote kamer is heel belangrijk voor college-overstijgende rechtsvragen. We willen daarmee tot uitdrukking brengen dat de standpunten die daar worden ingenomen standpunten zijn van de – soms twee, soms drie, soms vier – colleges samen. Die functie wordt ondersteund door de conclusie.” Net als Van Ettekoven heeft Simons een lijstje met mogelijke onderwerpen voor een conclusie. “Er staat één onderwerp op dat we in de grote kamer zouden moeten bespreken, maar dat niet per se tot een conclusie hoeft te leiden: de contra legem toetsing van gebonden besluiten op grond van lagere algemeen verbindende voorschriften. Als in een regeling staat: je móét als bestuursorgaan een besluit nemen, mag je dan als rechter zeggen: ‘Liever niet, want het pakt onevenredig uit?’ In de praktijk zitten de drie bestuursrechtelijke colleges al op één lijn, maar het is nog nooit dogmatisch goed opgeschreven.” Ook Avedissian loopt met een idee rond. “Het civiele en strafrecht kennen de cassatie in het belang der wet. Zouden we niet een conclusie in het belang der wet moeten introduceren? Bij de Hoge Raad heeft dit geleid tot prachtige conclusies. Zo’n systeem zou ik wel interessant vinden voor het bestuursrecht. Maar het idee is nog niet uitgekristalliseerd.” VEEL LEESWERK Voor bestuursrechters die direct in de praktijk werken gaat het niet alleen om de conclusie, maar ook om wat de hoogste bestuursrechters met de conclusies doen. Dat vindt Sander Lanshage, bestuursrechter in het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en werkzaam in Curaçao. “Welke koers gaan ze varen? Uitspraken worden door bestuursrechters meer besproken dan de conclusie. Maar de conclusie zelf helpt enorm omdat daarin het bredere perspectief wordt geschetst. Prettig is ook dat de dogmatische kant van een onderwerp wordt belicht en dat de jurisprudentie van verschillende hoogste bestuursrechters nog eens op een rijtje wordt gezet. Dat scheelt voor mij enorm veel zoekwerk. Bovendien staat er vaak een lekker stevige mening in waaraan je je eigen visie kunt spiegelen. Dat zijn allemaal grote voordelen van conclusies. Als er nog geen uitspraak is van de hoogste rechter, dan geeft een conclusie wel al de handvatten.” Conclusies kunnen echter niet altijd één op één worden toegepast, ook niet in het Caribische deel van het Koninkrijk. “Toch zijn conclusies voor ons bruikbaar. Als ze gaan over bijvoorbeeld het besluit- of belanghebbende-begrip, dan is dat prima: dat kennen we hier ook. Zelf heb ik in de anderhalf jaar dat ik hier ben, in verschillende zaken andere thema’s uit conclusies actief gebruikt. Zoals de vraag of gedogen wel of geen beschikking is, het vertrouwensbeginsel, schaarse rechten, de bestuurlijke waarschuwing, exceptieve toetsing. Allemaal meer algemene leerstukken waar we hier ook mee werken.” Maar soms, geeft Lanshage toe, is het wel veel leeswerk, zo’n conclusie. “Gelukkig geeft de Raad van State mooie persberichten uit. In de conclusie zelf staan een leeswijzer en een samenvatting. Een conclusie kan zelfs werk besparen als je deze op het juiste moment erbij pakt. Het verruimt je blik en kan een goede onderbouwing zijn van je eigen motivering van de uitspraak.” Ook Simons vindt dat de meerwaarde van conclusies niet kan worden onderschat. “De advocaat-generaal heeft meer tijd dan wij om diep in de materie te duiken. In een conclusie kan hij zijpaden en alternatieve routes verkennen. Dat laatste is belangrijk. In de Nederlandse traditie schrijven wij niet: het kán zo maar ook zo, wij schrijven: het zít zo. Wij komen zelden of nooit met alternatieve wegen, dat zou ook veel meer tijd WAAROVER GINGEN DE BESTUURSRECHTELIJKE CONCLUSIES? Verschillende conclusies behandelen de kinderopvangtoeslagen. Ook zijn conclusies genomen over de maximaal redelijke duur van een procedure, over het evenredigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, over de gedoogbeslissing, de bestuurlijke waarschuwing, bewijsvergaring in boetezaken, de invordering van dwangsommen, schaarse vergunningen, de sluiting van coffeeshops en – in het vreemdelingenrecht – wat onder een ‘veilig land’ kan worden verstaan. Alle conclusies staan met volledige tekst op de website van de Raad van State en op rechtspraak.nl.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=