Mr.

22 / Mr. 2 2023 interview ‘‘EEN BESLUIT OVER NIET-VERVOLGING VALT NOOIT BIJ IEDEREEN IN GOEDE AARDE” Alle taken van de procureur-generaal hebben met elkaar gemeen dat ik dienstbaar ben aan de rechtsstaat”, vat Edwin Bleichrodt zijn functie samen. Daarmee is ook een flinke uitdaging benoemd. Want de rechtsstaat, benadrukt Bleichrodt, is ook in Nederland geen vanzelfsprekendheid. Hij maakt zich namelijk zorgen, bijvoorbeeld over aangiften die tegen politici worden gedaan om puur politieke redenen. En ook over het toenemend aantal klachten over rechters, vaak uit onvrede over vonnissen. Meningsverschillen, constateert hij, worden vaak juridisch beslecht. “Terwijl een essentieel onderdeel van onze democratische rechtsorde is dat we naar elkaar luisteren, en ons in het standpunt van de ander verdiepen.” Of hij zich ook ziet als hoeder van de rechtsstaat? “Die taak rust gelukkig niet alleen op mijn schouders. Maar het beschermen van de rechtsstaat is wel een belangrijke drijfveer voor me. Uiteindelijk zouden we in dit land allemaal hoeders van de rechtsstaat moeten zijn.” Hij noemt de rechtsstaat ‘niet inwisselbaar’. “In sommige landen worden onderdelen van de rechtsstaat ingewisseld tegen welvaart. Maar de rechtsstaat kan nooit wisselgeld zijn.” Om dichter bij huis te blijven: “Het Verwey-Jonker Instituut heeft onlangs onderzocht hoe ver mensen willen gaan om de democratische rechtsstaat te beschermen, en dat leidde, zeker bij jonge mensen, niet tot een geruststellende uitkomst. Daarom is het belangrijk dat er op middelbare scholen aandacht is voor de rechtsstaat, en dat er initiatieven zijn om er meer aan te doen. Die steunen we van harte.” Hij vertelt dat de Hoge Raad tijdens de Week van de Rechtsstaat (30 mei tot 3 juni) een open dag houdt. STRAFBESCHIKKINGEN De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft een uitgebreid takenpakket. Op een verjaardag even uitleggen wat hij nu precies doet, is niet eenvoudig: “In het algemeen zeg ik dat ik jurist ben, ook omdat ik op verjaardagen graag over andere onderwerpen praat.” Om daarna toch te vertellen dat de procureur-generaal onder meer is belast met thematisch toezicht op het Openbaar Ministerie, disciplinair toezicht op rechters, toezicht op de verwerking van persoonsgegevens door de gerechten, het vorderen van cassatie in het belang der wet en het vervolgen van bewindspersonen en Kamerleden wegens ambtsmisdrijven. Verder staat de procureur-generaal aan het hoofd van het parket, dat de Hoge Raad van adviezen (‘conclusies’) voorziet. Bij het thematisch toezicht op het Openbaar Ministerie kozen Bleichrodt en zijn voorgangers Jan Watse Fokkens en Jos Silvis niet toevallig voor een onderzoek naar strafbeschikkingen. “Het is een voorbeeld van een geschikt onderwerp: de strafrechter komt er niet aan te pas, waardoor ik de rechter niet in de wielen kan rijden. En het heeft een sterk juridische component. Daar kunnen we als parket meerwaarde hebben.” Hij borduurde met het onderzoek voort op het werk van Fokkens en Silvis. In november vorig jaar trok Bleichrodt onder meer de conclusie dat de OMstrafbeschikking de feiten vaak gebrekkig omschrijft, maar ook dat het OM voortvarend aan de slag was gegaan met eerdere aanbevelingen. Na Bleichrodts onderzoek heeft het College van procureurs-generaal van het OM een verbetertraject aangekondigd aan de hand van zijn aanbevelingen. De procureur-generaal kan ervoor kiezen om te onderzoeken of en op welke wijze het OM gevolg geeft aan de aanbevelingen. “En dat gebeurt ook.” Het toezicht op het OM is versnipperd. De procureur-generaal bij de Hoge Raad, de Autoriteit Persoonsgegevens, de minister, de Nationale Ombudsman, de rechter, de Inspectie Justitie en Veiligheid: allemaal zijn ze verantwoordelijk voor een deel van het toezicht. Is het tijd voor een centraal toezicht op het OM? “Het toezicht op het OM is pas twaalf jaar op deze manier ingevuld. Om de samenwerking met de Inspectie Justitie en Veiligheid te stroomlijnen hebben wij een protocol. Als er een incident is geweest kan ik me richten op het onderdeel dat betrekking heeft op de taakuitvoering van het OM. Zo proberen we de verschillende rollen te optimaliseren. Eén toezichthoudende instantie op het OM? Nee, daar is het OM te veelzijdig voor.” Bleichrodt legt uit dat de verschillende toezichthouders verschillende domeinen bestrijken. De Autoriteit Persoonsgegevens kijkt puur naar hoe het OM omgaat met gegevens, de Nationale Ombudsman kan zich uitlaten over de bejegening. “Maar vragen over de inhoud van het magistratelijk werk van het OM, bijvoorbeeld over sepotbeslissingen, liggen meer op mijn pad. Het OM maakt deel uit van de rechterlijke macht, en dat brengt een bijzondere positie met zich mee.” Uit een onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat het OM heeft gefaald bij het beveiligen van Derk Wiersum, Reduan B. en Peter R. de Vries. Is dat voor u reden om in te grijpen? “Na het onderzoek van de OVV kijk ik of er aanleiding is voor aanvullend toezicht.” Hij verwijst naar het rapport van de commissie-Hoekstra (2015) na het overlijden van Els Borst. Dat bevatte onder meer kritiek over informatie-uitwisseling tussen instanties, waaronder het OM. “Toen is ons gevraagd of we bij het toezicht op verbetermaatregelen een rol konden spelen, en dat hebben we gedaan. We oriënteren ons nu ook op de vraag of er na het OVV-onderzoek aanleiding is een onderzoek te doen naar de uitvoering van taken door het OM, bijvoorbeeld op het terrein van getuigenbescherming.” POLITIEK VAARWATER Tijdens uw ambtsperiode hebt u naar aanleiding van aangiften vier oriënterende onderzoeksrapporten uitgebracht over de vervolging van politici wegens ambtsmisdrijven: tegen Hugo de Jonge, Sigrid Kaag, Thierry Baudet en Dennis Wiersma. De klachten leken politiek gemotiveerd. Hoe

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=