Mr.

MR. 2 2023 / 35 rondetafel “DE KRANTEN SCHREVEN OVER ONS ALSOF IK PERSOONLIJK OP EEN RUSSISCHE TANK ZAT” recht moeten zeker in geval van procedures gebruik kunnen maken van een advocaat – zo ook Russische cliënten. Die kunnen nu nergens terecht. Maar iedere schurk kan een legitiem belang hebben bij een zaak. Een Russische cliënt met een legitiem huurgeschil heeft nu veel moeite een advocaat te vinden. We moeten daar niet te veel in doorslaan, anders zet je de bijl aan de wortel van de rechtsstaat. We hebben hierover ook interne discussies. We zaten daar als CMS middenin, met een kantoor in Moskou dat inmiddels is afgestoten vanwege de oorlog, en met nog steeds twee kantoren in Oekraïne. Ik vind niet dat we vooraf kunnen zeggen bij een juridisch conflict: iedere Russische cliënt deugt niet. Dat oordeel is uiteindelijk aan de rechter.” “Er is veel opwinding over Russische klanten maar minder opwinding over wat Nederland aan Rusland verdient”, zegt De Bock. “Het zijn klanten uit een land met een fout regime, maar als belangenbehartiger associeer je je niet met hen. In hoeverre kun je nog optreden voor Chinese partijen? Veel cliënten lijken koosjer, maar kunnen toch afkomstig zijn uit landen waar de mensenrechten worden geschonden. Die vraag ligt nu voor ons: kunnen we voor hen nog optreden?” MEERDERE PERSPECTIEVEN Van der Velden ziet een bredere maatschappelijke discussie over goed versus fout en vindt het goed dat de advocatuur meebeweegt met deze ontwikkelingen. “In ons wereldwijde bestuur spreken we hier ook vaak over. Dat is soms best lastig want wat we in Nederland ‘fout’ vinden, vinden ze in Amerika of China lang niet altijd fout. Het is goed om ons te realiseren dat er meerdere perspectieven zijn. Welke keuze je ook maakt: je moet het wel goed uitleggen, zowel aan de buitenwereld als intern. Maar het is een feit dat de jonge generatie advocaten daar uitgesproken opvattingen over heeft.” Linnemann vindt dat advocaten zich in de discussie nogal eens verschuilen achter hun rechtsstatelijke rol. “Ook met inachtneming van die rol kun je keuzes maken. Neem bijvoorbeeld IE-advocaten. Het is ongebruikelijk dat zij zowel optreden voor rechthebbenden als voor inbreukmakers. Terwijl ook die inbreukmakers recht hebben op bijstand van een advocaat. Als je er om commerciële redenen voor kunt kiezen om een bepaalde groep cliënten niet bij te staan, dan kun je dat ook om ethische redenen.” En het wordt nog complexer als er wordt gekeken naar juridische samenwerkingsverbanden. Schot: “Stel, een bedrijf moet weg uit Rusland door de sancties. Maar dat bedrijf zit wel in een internationale joint venture. Je kunt niet zwart-wit zeggen: ‘Wij staan geen Russen bij.’ Veel van deze zaken zijn grijs. In het MiddenOosten worden geen lhbtiq+-personen erkend, iets waar wij anders over denken. Daar zeggen ze: hoezo gaat het Westen nu plotseling over ons rechtssysteem? Onze taak is veel meer om een brug te slaan tussen jurisdicties.” Maar in de publieke opinie was het wél zwart-wit, zegt De Bock. “Zes dagen na de inval van Rusland in Oekraïne hebben we de banden met de Federatie gestaakt, terwijl we een wettelijke zorgplicht hadden jegens onze klanten daar. Maar dat kon je nauwelijks zeggen, dat bleek te genuanceerd. De kranten schreven erover alsof ik persoonlijk op een Russische tank zat.” Het is Ploum die het dilemma kernachtig samenvat: “Kantoren moeten hun eigen morele keuze maken.” EIGEN PERSONEEL Maar kantoren houden niet alleen cliënten (ook ‘foute’) liever binnenboord, dat geldt ook voor de eigen medewerkers. Elk advocatenkantoor merkt het: andere kantoren nemen contact op met advocaten en proberen ze subtiel los te weken. En dat in tijden dat de werkdruk hoog is en ze niemand kunnen missen. “Een hele uitdaging”, noemt Ploum dat. “Dus moeten we onze mensen echt wat te bieden hebben. Dat varieert van een leven lang leren – wat ook geldt voor de compagnons – en een leven lang gecoacht worden. We hebben een contract met het externe counselingbureau Mentavitalis. Daarmee ondersteunen we onze mensen als ze privé of werkgerelateerd in de knel dreigen te komen. Zo hoeven ze niet direct naar de bedrijfsarts en blijven ze langer gezond en inzetbaar.” Ploum geeft toe: zoiets is makkelijker als de schaal wat kleiner is, “bij ons werken ‘maar’ 170 mensen”.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=