Mr.

MR. 2 2023 / 39 rondetafel “HET IS NU VEEL NORMALER OM TE ZEGGEN: IK MOET NAAR HUIS OM DE KINDEREN OP TE HALEN” voor de helft van de tijd aanwezig, zegt Linnemann. “Dat vinden we wel belangrijk, ook voor interne opleidingen. Die vrijheid hebben we dus iets moeten inperken.” Zo staat De Bock er ook in. “Het is voor advocaten extreem belangrijk dat ze naar kantoor komen. Voor de opleiding, het sociale aspect, overleggen, het werk zelf is makkelijker als je elkaar ziet. De flexibiliteit die we tijdens covid hebben geleerd, is een groot goed. Af en toe thuiswerken kan ook prima en dat betekent niets voor je ambitieniveau. Maar ons beleid is: stagiairs werken alleen incidenteel thuis, andere advocaten maximaal twee dagen. Dat gaan we nu evalueren. Flexibiliteit wordt door onze mensen op prijs gesteld. Ik merk dat ze graag komen, om hard te werken maar ook voor het plezier.” Ook bij CMS is er – zeker na covid – een ‘enorme honger’ ontstaan om elkaar weer te zien. “En niet alleen via het scherm”, zegt Hoorneman. De gewenning aan thuiswerken heeft ook consequenties voor de kantoorbezetting gehad. Het kantoor in Utrecht is gesloten, alles is samengevoegd in Amsterdam. “Vóór covid dachten we nog: we moeten daar extra etages huren. Nu zegt 90 procent van onze mensen dat ze graag twee dagen thuiswerken. Daardoor hebben we na een interne verbouwing niets hoeven bij te huren en kunnen we iedereen plaatsen met behulp van flexibele werkplekken.” Ploum gaat een laag dieper: “Geef je je mensen eigen verantwoordelijkheid of niet? Dat past wel bij deze tijd. We moeten als advocatuur een slag maken naar een moderne bedrijfstak. De tijden zijn echt veranderd.” Dat blijkt ook wel uit de werktijden. “Als vroeger iemand om vijf uur de deur uitging, dan viel dat op”, zegt Van der Velden. “Nu is dat helemaal weg. Het is veel zichtbaarder en normaler als iemand zegt: ik moet naar huis want ik moet de kinderen ophalen. We hebben wel regels over aanwezigheid, maar die flexibiliteit is winst.” SOCIALE ADVOCATUUR Maar de commerciële kantoren kijken niet alleen naar binnen, waar mogelijk werken ze samen met de sociale advocatuur. “We moeten ervoor zorgen dat de sociale advocatuur in stand blijft”, zegt Van der Velden. “We trekken ons dit ook aan. De financiering ervan is een verantwoordelijkheid van de overheid, maar we moeten er wel samen voor zorgen dat dit specialisme blijft bestaan. Het is een vak, met een eigen expertise. Dat moeten wij niet gaan doen en dat kunnen we ook niet. We dragen er daarom aan bij. Zo was ik destijds een van de initiatiefnemers van het project Sociale Advocatuur van de Praktizijns-Sociëteit, waarbij grote kantoren sociaal advocaten steunen via kennisdeling en opleiding. Ook werken we samen met de sociale advocatuur in de opleiding van stagiairs.” “Ik zie ook meerwaarde in gesprekken met grote uitgevers over de kosten van content”, zegt Linnemann. “Sociaal advocaten betalen daar evenveel voor. Die content wordt vaak aangeleverd door Zuidas-advocaten die artikelen schrijven. Zo kunnen we onze expertise en onderhandelmacht inzetten om de sociale advocatuur te helpen.” Bij Houthoff werken ‘onze jonkies’ (aldus De Bock) korte tijd op een sociaal kantoor. “Zo halen zij procespunten en krijgen sociale kantoren kosteloos onze hardwerkende mensen. Opleidingen doen we ook gezamenlijk. Zuidas- advocaten zijn qua opleiding veel met zichzelf bezig, de Law Firm School is gericht op specialismen van grote kantoren. Ik vind dat ook een verschraling van het vak van advocaat. Wat we niet kunnen is de rol van de overheid overnemen qua financiën. We moeten wel een steentje bijdragen, vanwege onze bevoorrechte positie.” “Ik zie veel welwillendheid om hen te helpen”, zegt Hoorneman. “Maar het is soms wel zoeken. Als we een partnerschap met een sociaal kantoor willen aangaan, blijkt dat in de praktijk wel lastig.” “Ik kan best helpen om zo’n kantoor te vinden”, reageert De Bock. “Onze jonkies komen na drie, vier maanden stuiterend van enthousiasme terug van een sociaal kantoor. Ze voelen zich een ‘klassiek advocaat’.” Klopt, zegt Ploum: “Je leert er als advocaat heel veel.” De Bock: “Het gaat om het echie. Er kijken niet tig oudere advocaten over je schouder mee.” • Met medewerking van Peter Louwerse

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=