Mr.

MR. 4 2023 / 27 tijgingen in de IRS-brief, het liegen daarover, het schenden van verschoningsrecht of het ook daarover liegen? Het zijn allemaal uitingen van een overheidsorganisatie die niet deugt. Een rechtsstatelijke doodzonde.” Dat brengt hem tot de boude stelling: “Zolang het OM de zaken niet op orde heeft, vind ik dat het OM naast de verdachte moet staan, en niet, zoals nu op een verhoging naast de rechter.” DURE PLICHT De Greve benadrukt meerdere keren dat hij veel plezier beleeft aan zijn werk. Hij maakt geintjes met rechters en advocaten van de wederpartij, hij vertelt er smakelijk over. Maar bij de zaak-Castor valt er inhoudelijk niet zo veel te lachen. Hij vindt dat advocaten veel harder moeten vechten tegen schendingen van de rechtsstaat. “Juist als advocaten bij grote kantoren hebben we die dure plicht. Wie doet het anders? Degenen die het kunnen en daarvoor de middelen hebben moeten het zeker doen: beroepsorganisaties, grote kantoren, grote ondernemingen. Je moet als grote onderneming goed nadenken of je schikt in een strafzaak. Ik kan me voorstellen dat je, ook al ben je onschuldig, schikt omdat dat op de korte termijn het voordeligst lijkt. Maar als iedereen dat doet, en het OM daar een businessmodel in ziet, dan zagen we aan de wortels van de rechtsstaat.” Over wat de verschoningsrechtzaak allemaal aan het licht heeft gebracht zegt hij: “Dit is een oncomfortabele waarheid die niemand graag wil horen, maar die je onder ogen moet zien.” Stibbe maakt ruzie met grote namen als het OM en Pels Rijcken. Dat kan nadelig zijn voor jullie reputatie. “Wij maken met niemand ruzie, we houden mensen en organisaties een spiegel voor en confronteren hen met hun eigen misdragingen. Als mensen dat vervelend vinden is dat louter de consequentie van hun tekortkomingen. Als er nadelen aan zijn, dan zijn dat ongeoorloofde nadelen, en hebben we des te meer reden om er hard in te gaan. Als wij daarvoor zwichten, wie stelt deze misstanden dan aan de kaak? Ik ben er trots op dat mijn kantoor ons – Daan en mijzelf en uiteraard ook de kantoorgenoten die meewerken in deze zaak – de ruimte geeft om deze principiële en prachtige zaak te doen.” Wat zegt uw aanpak van deze zaak over hoe u uw taak als procesadvocaat ziet? “Het belang van de cliënt en de goede rechtsbedeling staan bij mij altijd op nummer 1. Je moet wel kunnen relativeren, je dus niet vereenzelvigen met je cliënt. Er wordt hier ook veel gelachen, anders houd je het niet vol. In de verschoningsrechtzaak zie je één kant van mij. Ik heb veel zaken die ik juist zo klein mogelijk en buiten de pers wil houden.” Wat zijn dat voor zaken? “Situaties waarmee bedrijven niet geassocieerd willen worden, het moet gewoon weg of worden opgelost. En mijn rol is dat voor elkaar te krijgen. Soms moet je gewoon dingen doen, en de oplossing is lang niet altijd strikt juridisch.” De Greve had een klant die af wilde van een samenwerking met een zakenpartner, die een crimineel bleek te zijn. “Hij zei: ‘Tim, weg ermee, ik wil niets meer met hem te maken te hebben, los het op.’ Terwijl de zakenpartner in de gevangenis zat, hebben we de joint venture opgedoekt. Iedereen een exitbetaling, pand sluiten, huurcontracten ontbinden. We gaan het gewoon zo doen, en we merken het wel of iemand een verbod in kort geding of schadevergoeding achteraf zal vorderen. Dat moet je wel durven als advocaat. Ik zei: ‘Je kunt ook een lang memo van 48 pagina’s en 200 voorbehouden van me krijgen, maar dit moet je volgens mij zo doen.’” U procedeert over verschillende rechtsgebieden en verschillende onderwerpen. Hoe bereidt u zich voor? “Voor andere rechtsgebieden werk ik sainterview ‘OPENBAAR MINISTERIE GAAT VAKER IN DE FOUT’ Tim de Greve zegt dat het Openbaar Ministerie het verschoningsrecht van advocaten niet alleen heeft geschonden in de zaak-Castor. “Ook in andere zaken ging het OM in de fout”, stelt hij. De Greve verwijst naar een recente zedenzaak bij de rechtbank Overijssel. Hier werd het verschoningsrecht van ouderlingen van de Jehova’s Getuigen geschonden. De rechtbank overweegt in haar vonnis: “De ernstige, grootschalige en voortdurende inbreuken op de regelgeving die het verschoningsrecht moet waarborgen ondergraven het vertrouwen van de burger in dat wat hij in vertrouwen met een geheimhouder bespreekt, ook geheim blijft.” Het Openbaar Ministerie werd op 15 augustus niet-ontvankelijkheid verklaard (ECLI:NL:RBOVE:2023:3322). Ook in de zaak van de Rotterdamse strafrechtadvocaate Inez Weski, die in april werd aangehouden op verdenking van deelname aan de criminele organisatie van Ridouan Taghi, werd het verschoningsrecht geschonden. De zaaksofficier bekeek, in strijd met instructies van de rechters-commissarissen, vertrouwelijke documenten. In een witwaszaak werd het OM eveneens op de vingers getikt wegens schending van het verschoningsrecht (ECLI:NL:RBROT:2022:5019) . De rechtbank Rotterdam oordeelde op 22 juni 2022 streng over de handelwijze van het OM: “De wijze waarop politie en officier van justitie met het verschoningsrecht in deze zaak zijn omgegaan, laat ook zien dat er geen sprake is van een incident. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat het Openbaar Ministerie ook in andere zaken onzorgvuldig omgaat met geheimhoudersinformatie.” De Greve: “Het Openbaar MInisterie gaat structureel in de fout met het verschoningsrecht en trekt zich bitter weinig aan van de talloze rechterlijke oorvijgen.” “IK WEET ACHTERLIJK VEEL OVER POSTZEGELS, IK HEB ER JARENLANG OVER GEPROCEDEERD”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=