28 / Mr. 5 2023 rechtspraak “SINDS DE OPRICHTING HEBBEN WE 32 ZAKEN BEHANDELD, MAAR HET AANTAL STIJGT” Het begon allemaal op de Dag van de Rechtspraak in 2014 in Rotterdam. Een van de sprekers was voormalig minister en voormalig AkzoNobel-topman Hans Wijers. Die had op de achterkant van een sigarendoosje berekend wat een commercial court zou kunnen bijdragen aan de Nederlandse economie. Dat zou aanzienlijk zijn, redeneerde Wijers, zeker in een land dat veel handel drijft. Daar heb je veel internationale handelsgeschillen en die moeten ergens worden beslecht. “Wijers kwam heel snel tot een positief resultaat”, vertelt Cees Bom, de huidige president van de Netherlands Commercial Court (NCC). “De spin-off zou groot zou kunnen zijn voor advocaten, experts, en noem maar op.” Later heeft de Raad voor de rechtspraak het onderwerp opnieuw op de kaart gezet. Bom: “Er zijn veel gesprekken gevoerd met advocatenkantoren en grote bedrijven. Bekende voorbeelden waren vergelijkbare handelsgerechten in Londen en Singapore. Er kwam ook een extern onderzoek naar wat het zou betekenen, onder meer voor de belasting voor de rechterlijke macht en de kosten. Daar kwam uit dat het gunstig zou zijn om dit handelsgerecht in Nederland te hebben Toen is besloten de NCC op te richten.” COMPLEXE DOSSIERS Het initiatief van de rechterlijke macht kreeg een wettelijke basis in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: het Nederlandse procesrecht is van toepassing. Partijen bepalen onderling welk materieel recht van kracht is. Internationale handelsgeschillen kunnen alleen bij de NCC terechtkomen als beide partijen instemmen. Vaak is dat contractueel overeengekomen. De voertaal is Engels. De NCC heeft uiteenlopende civiele zaken behandeld, bijvoorbeeld over leningen, de eigendom van documenten en data en de levering van twee windturbines. Het griffierecht bedraagt 15.000 euro per partij, wat duurder is dan de 1.384 euro die bedrijven voor vergelijkbare zaken kwijt zijn bij de reguliere rechtspraak, maar wel veel goedkoper dan bij bijvoorbeeld arbitrage. De NCC was bedoeld om zand uit de machines te halen bij de reguliere gerechten, legt Bom uit. “Het zijn vaak complexe dossiers met veel Engelstalige documenten. Dit is niet het terrein van alle rechters, en daarom kan het voor rechtbanken interessant zijn om die zaken te laten behandelen door de NCC.” Die verwachting is uitgekomen: “NCCrechters kunnen die zaken makkelijker behandelen dan een willekeurige rechter.” Het gaat soms ook om zaken die anders bij andere fora zouden zijn gekomen, zoals arbitrage of buitenlandse gerechten. In het oprichtingsplan werd gemikt op 125 zaken per jaar, te bereiken na tien jaar: honderd zaken in eerste aanleg bij de NCC District Court en 25 zaken in hoger beroep bij de NCC Court of Appeal. Tot nu toe is het aantal zaken niet verder gekomen dan in totaal 32 bij beide gerechten. Toch is Bom positief: “Bijna de helft van die 32 zaken hadden we dit jaar. Het aantal stijgt. Percentueel komen we over een periode van tien jaar naar verwachting aan de begrote aantallen.” Bom concludeert dat de NCC daarom op koers ligt: “Ja, en dat vind ik prettig omdat dit voor de rechterlijke macht iets nieuws is, waarvan we ons afvroegen hoe het zo lopen. Als we vanaf dag één overspoeld zouden zijn met zaken, zou het moeilijk zijn ze op een nette manier te behandelen.” VEEL RUCHTBAARHEID Bij de NCC is dus Nederlands procesrecht van kracht, maar partijen kunnen een andere keuze maken voor het materiële recht. “We hebben al zaken behandeld naar Engels en Amerikaans recht”, licht Bom toe. “Dat is niet anders dan wanneer een internationaal geschil wordt aangebracht bij een gewone rechtbank. De rechtbank Rotterdam doet bijvoorbeeld veel scheepvaartzaken. Partijen spreken vaak af dat ze in Rotterdam procederen, maar op hun onderlinge verhoudingen is Engels of Frans recht van toepassing. Als een Nederlandse rechter wordt gevraagd buitenlands recht toe te passen, moet hij dat doen. Je kunt je als rechter laten voorlichten door partijen (maar die zijn partijdig), je kunt zelf onderzoek doen, en je kunt een vraag stellen aan het Internationaal Juridisch Instituut. Die zoeken het dan uit.” De rechters werken geen van allen fulltime voor de NCC. Vanuit een vaste poule van rechters wordt per zaak een combinatie samengesteld (enkelvoudig of meervoudig). De afspraak met de gerechten is dat die mensen voor de Cees Bom (Netherlands Commercial Court) Eddy Bauw (Universiteit Utrecht) FOTO: JEROEN OERLEMANS
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=