MR. 5 2023 / 31 rechtspraak “BUITENLANDSE PARTIJEN GAAN SOMS LIEVER NAAR DE NCC DAN NAAR DE GEWONE RECHTER” dit jaar, dan lijkt het de goede kant op te gaan. Ik vond honderd zaken per jaar na tien jaar aan de hoge kant.” Het is volgens Bauw, die in 2018 sprak op een bijeenkomst van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen (NGB) over het internationaal handelsgerecht, belangrijk om de bedrijfsjuristen mee te krijgen. “Die zijn betrokken bij het opstellen van de contracten. Maar over de forumkeuze wordt vaak pas in laatste vijf minuten van de contractbesprekingen onderhandeld. Bedrijfsjuristen moeten wel weten dat de NCC een mogelijkheid is, en volgens mij is dat zo.” Bauw is lovend over de werkwijze van de NCC. “Ik heb zittingen bijgewoond, uitspraken gevolgd. Qua snelheid en efficiency en digitalisering zijn ze echt goed bezig. Het procesreglement is gericht op snel procederen, en daardoor zijn de doorlooptijden heel gunstig. De NCC werkt sneller dan de gewone rechter. Terwijl het meestal gaat om complexe zaken met grote belangen, waarin partijen alles uit de kast willen halen.” BUSINESS SAVVY RECHTERS Advocaat Beenders was meerdere keren betrokken bij een NCC-procedure, en heeft positieve ervaringen. “Je hebt te maken met gespecialiseerde rechters, die business savvy zijn en procedureel maatwerk faciliteren.” Hij verwijst naar de manier van procederen in Angelsaksische landen, waar zittingen vaak plaatsvinden in case management conferences, in afwijking van het normale model. De NCC past een dergelijke procedure ook toe, in de vorm van regiezittingen. Beenders: “Daardoor verloopt de procedure vaak efficiënter en sneller. Cliënten met complexe geschillen hebben daar behoefte aan. Dat je bijvoorbeeld eerst formele verweren behandelt. Heel efficiënt want als een formeel verweer slaagt, hoef je niet meer te praten over de inhoud. Daar komt bij dat buitenlandse partijen en getuigen via videoverbindingen kunnen worden gehoord. Dat is bij een normale rechtbank nog niet vanzelfsprekend.” Dat Engels de voertaal is bij de NCC, is volgens Beenders geen obstakel. “Buitenlandse cliënten vinden het juist prettig dat er in het Engels wordt geprocedeerd. Alle contracten en correspondentie zijn vaak ook in het Engels. En bij grote ondernemingen, ook die in Nederland zijn gevestigd, werken vaak mensen die niet eens Nederlands spreken, en de meeste Nederlanders die er werken, spreken uitstekend Engels.” Hij voegt daaraan toe dat de reguliere rechtbanken en hoven steeds soepeler zijn geworden bij het maken van procesafspraken. “Die gerechten bewegen op dit punt naar de NCC. Dat maakt de keuze soms lastiger.” Dat partijen geneigd zijn voor de London Commercial Court te kiezen, is niet Beenders’ ervaring. “Ze kiezen ofwel voor de normale rechtbank in Nederland of voor de NCC.” Beenders heeft nog wel een kanttekening. “Als je een geschil hebt tussen een buitenlandse en Nederlandse partij, vinden mijn Nederlandse cliënten het soms prettig om in het Nederlands te pleiten. Er is bij Nederlandse cliënten weerstand tegen de NCC.” Dat laatste geldt ook voor sommige bedrijfsjuristen. “Veel bedrijfsjuristen hebben er geen ervaring mee, je moet uitleggen wat de voor- en nadelen zijn. Het leeft nog niet zo.” HUIVERIG Een bedrijfsjurist die zich wel heeft verdiept in de NCC is Amaury de Bruijn, die als associate director Legal - Ligitation bij Royal Friesland Campina verantwoordelijk is voor de afhandeling van juridische geschillen en claims. “We hadden in 2022 wereldwijd een omzet van veertien miljard euro, en waar gehakt wordt vallen spaanders. Er zijn altijd wel geschillen”, zegt De Bruijn. Het liefst lost Royal Friesland Campina die conflicten op zonder te procederen. “Naar de rechter gaan is duur. Bovendien zijn het vaak geschillen met klanten of leveranciers, en dan hebben partijen er belang bij om eruit te komen, want je wilt weer verder met elkaar. Door een procedure wordt de ruzie vaak erger.” Royal Friesland Campina heeft beleid ontwikkeld voor de forumkeuze. “We zitten in dertig landen, en we verkopen in meer dan honderd landen onze producten. De geschillen spelen dus niet alleen in Nederland. We hebben uitgangspunten ontwikkeld voor de keuze tussen de overheidsrechter en arbitrage. In dat beleid hebben we ook een rol toebedeeld aan de NCC, omdat de NCC soms een goed alternatief is voor arbitrage.” Buitenlandse partijen zijn soms huiverig voor een gewone procedure bij de gewone Nederlandse rechter, constateert De Bruijn. “Bij de NCC is dat vaak minder. Onze juristen hebben daarom de mogelijkheid om bij het opstellen van contracten voor de NCC te kiezen. In een aantal contracten hebben we NCC als bevoegde rechter opgenomen. We bekijken van geval tot geval wanneer we bij de NCC procederen. En de wederpartij moet er natuurlijk mee instemmen.” Royal Friesland Campina heeft nog niet geprocedeerd bij de NCC, maar de kans dat het bedrijf daar terechtkomt is aanwezig. De Bruijn: “Er zitten daar kundige rechters die ervaring hebben met grote internationale geschillen. En je kunt in het Engels procederen. Dat zijn voor de wederpartij vaak overtuigende argumenten.” • Amaury de Bruijn (Royal Friesland Campina)
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=