MR. 5 2023 / 43 open access “MEER ZICHTBAARHEID BETEKENT OOK MEERWAARDE VOOR AUTEUR EN UNIVERSITEIT” ACHTER DE BETAALMUUR Op de vraag waarom iemand nog zou betalen voor een artikel als het gratis te lezen is in repository van de universiteit, antwoordt Schalken: “Er kunnen allerlei redenen zijn om toch de betaalde versie te kiezen als iets gratis is. Het kan natuurlijk zijn dat iemand alleen één artikel wil: dat is dan gratis in de repository. Maar een advocaat zal rond een dossier meerdere artikelen willen hebben inclusief discussies, en dat staat niet allemaal in de repository. Dan zal die advocaat toch de zoekfaciliteit van de uitgever willen raadplegen. In de praktijk blijkt: als een deel van de artikelen groen is, worden abonnement niet opgezegd.” Valt een artikel helemaal buiten de regels van open access, dan blijft het voor lange tijd achter de betaalmuur. Dat laatste is het geval bij veel juridische publicaties. “Het is voor uitgevers van juridische tijdschriften niet mogelijk om het open access model volledig te omarmen”, legt Maarten Bohlken van juridisch kenniscentrum de Praktizijns- Sociëteit uit. “Want een advocaat die een paar tientjes krijgt voor een artikel, gaat natuurlijk niet de uitgever duizend euro betalen om het artikel te publiceren. Het is in de juridische wereld geaccepteerd dat je moet betalen om artikelen van niet-overheidsdienaren te lezen.” Voor de gouden route hebben de universiteiten consortiumdeals gesloten met de grote uitgevers. “Als een auteur zich aanmeldt bij de uitgever, ziet deze dat de auteur werkzaam is bij universiteit X waarmee de uitgever een deal heeft”, legt Schalken uit. “De auteur hoeft dan niet te betalen voor het publiceren van het artikel.” Bij de groene variant is het uitgangspunt het recht van de auteur. “De uitgever hoeft dit niet te faciliteren”, zegt Schalken. “Natuurlijk zou het mooi zijn als uitgevers dat wel doen, maar de actie ligt bij de auteur. Universiteiten helpen auteurs bij hun recht om publicaties via de groene variant te delen. “ BREED BESCHIKBAAR Bohlken heeft een iets andere interpretatie van ‘Taverne’. Hij zegt dat de uitgever verplicht is de auteur erop te wijzen dat het artikel na een half jaar wordt opengesteld, en dat gebeurt volgens Bohlken niet altijd. “De uitgever leunt vaak achterover”, meent hij. “Dat is jammer, want als de uitgever het artikel na een half jaar wel zou publiceren, komen er heel veel artikelen beschikbaar. Misschien vinden uitgevers dat te veel werk. Bovendien moet de uitgever dan de pdf’s beschikbaar houden op de eigen website.” Bij het openstellen van een artikel in de repository van de universiteit geldt nu soms nog opt-in: de auteur moet de universiteit expliciet vragen om een publicatie namens de auteur te delen. Dat betekent administratief werk voor een onderzoeker. Het kan ook op een andere manier, via opt-out. Dat houdt in dat de universiteit het delen van publicaties namens de auteur regelt. “Sommige instituten handhaven nog opt-in, maar ze bewegen naar opt-out”, verklaart Schalken. Hij zegt dat universiteiten wetenschappelijke werken breed beschikbaar willen maken. “We doen het op een manier die de onderzoekers zo weinig mogelijk tijd kost. Als auteurs een artikel zelf moeten delen en soms zelf betalen voor open access, moeten ze snappen hoe het werkt. Dat willen we zo makkelijk mogelijk maken voor de wetenschappers, door dit centraal te organiseren. We doen dit niet alleen omdat het moet van de overheid. Bredere zichtbaarheid betekent ook meerwaarde voor de auteur en de universiteit.” De auteur hoeft het artikel ook niet zelf in de repository van de universiteit op te slaan. “You share, we take care”, vat Schalken samen. CLOSED ACCESS Als er in een tijdschrift veel publicaties staan van niet-wetenschappers zoals advocaten en andere praktijkjuristen, is de kans op open access minder groot. “Dus een juridisch tijdschrift met veel publicaties van niet-wetenschappers zal niet zomaar open access zijn, maar eerder closed access”, legt Schalken uit. “Dat wil niet zeggen dat het voor dergelijke tijdschriften onmogelijk is om volledig open access te gaan, maar de uitgevers zullen op een andere manier naar hun businessmodel moeten kijken. Sommigen doen dat. Anderen zeggen dat ze niet naar open access kunnen overstappen.” Bohlken heeft begrip voor het businessmodel van de uitgever. “Die moet het vaak hebben van de abonnementsgelden. Maarten Bohlken (Praktizijns-Sociëteit) Arjan Schalken (UKB)
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=