Mr.

MR. 5 2023 / 45 open access “‘WE STELLEN ONS FLEXIBEL OP ALS UITGEVER, MAAR WE HEBBEN EEN VERDIENMODEL NODIG” Een half jaar is een goede window om een tijdschrift open te stellen. De actualiteitswaarde neemt daarna immers af.” Strikt formeel ligt de bal bij de auteur, zegt Bohlken. “Maar die realiseert zich niet dat hij een positie heeft. De bal ligt wat mij betreft daarom bij de uitgevers die de auteurs er actiever op moeten wijzen dat ze na een half jaar recht hebben open access.” DELICAAT EVENWICHT Bohlken noemt Boom Juridische Uitgevers een voorloper binnen de sector. Directeur Wirt Soetenhorst van de uitgeverij snapt dat wel. “Sinds een paar jaar zetten we het eerste artikel dat in een tijdschrift verschijnt in principe open, ook al is het niet met publieke middelen gefinancierd”, zegt Soetenhorst, die niet alleen uitgever is, maar ook is gepromoveerd op auteurscontractenrecht. “We stellen ons flexibel op, maar we hebben ook een verdienmodel nodig. We doen soms mee met groen open access, maar het is ook weer niet zo dat we alle artikelen na zes maanden openzetten en daarna wel zien waar het schip strandt. Het is een delicaat evenwicht.” Hij wijst erop dat auteurs het belangrijk vinden dat ze veel gelezen en geciteerd worden, en dat dat moeilijk wordt achter een betaalmuur. “Aan de andere kant hebben we als uitgevers het verdienmodel dat is gebaseerd op licenties waarin we met advocatenkantoren afspraken maken over wat ze betalen voor het ‘ecosysteem’ dat wij in stand houden. We zijn een juridisch-wetenschappelijke uitgeverij. Gespecialiseerde redactieleden beoordelen artikelen. Zo komt er toch een stempel van kwaliteit op. Dat is de toegevoegde waarde van wetenschappelijke uitgevers. Dankzij dat ecosysteem hebben advocaten en andere praktijkjuristen goed toegang tot de content, die is gepeerreviewd, geredigeerd en opgemaakt.” Hij vervolgt: “De artikelen die zijn geschreven door wetenschappers worden na zes maanden beschikbaar gesteld voor de eigen repository. Van advocaten krijgen we soms verzoeken of ze het artikel mogen plaatsen op hun LinkedInpagina, of op de website van hun kantoor, vooral voor PR-doeleinden. Daar doen we niet moeilijk over, je moet meebewegen. Maar er moet ook begrip zijn voor de waarde die de uitgever toevoegt. Wij geven meer dan zestig tijdschriften uit, sommige met hoge marge, andere niet. Dat laatste doen we omdat we dat voor de samenleving belangrijk vinden.” GEEN VETPOT Het begrip waar Soetenhorst om vraagt is er soms wel en soms niet. “Bij gouden open access zetten we het artikel meteen open, en dat kost dan 950 euro of zo. De meeste auteurs snappen dat ons werk betaald moet worden. Maar er zijn ook mensen die stuiteren: ‘Jij vraagt mij een artikel te schrijven en dan moet ik er nog voor betalen ook.’ Dat geldt soms ook voor boeken. Een paar maanden geleden hebben we een boek over dertig jaar Nieuw BW gepubliceerd, dat 49 euro kost. Dan krijg je als reactie: ‘Mooi boek hoor, maar we moeten er bijna vijftig euro voor betalen’. Dan denk ik: ’Ja, het is al geen vetpot, we moeten wel ergens omzet halen’.” Al met al is de situatie nog niet ideaal voor juristen. Wetenschappers kunnen meestal wel terecht in de universiteitsbibliotheek, maar advocatenkantoren hebben daar, als commerciële bedrijven, geen toegang toe. Die hebben ofwel een abonnement bij de uitgevers, ofwel ze betalen per artikel 5,30 euro als ze lid zijn van de Praktizijns-Sociëteit. Waarbij sociaal advocaten dankzij het project ‘Ondersteuning sociale advocatuur’ gratis kunnen meeliften doordat grote kantoren de artikelen vanuit een fonds betalen. “Uiteindelijk”, zegt Bohlken, “krijgen advocaten zo’n artikel wel te pakken. Maar het mooiste zou zijn als alle oude artikelen meteen open zijn. Advocaten balen ervan dat ze nog steeds moeten betalen voor een artikel dat meer dan een jaar geleden is verschenen.” Hij krijgt hierover vaak klachten uit de advocatuur. GEITENPAADJE Sommige kleinere advocatenkantoren hebben intussen een geitenpaadje gevonden om toch gebruik te maken van de universiteitsbibliotheken: via studentstagiairs. Een ander initiatief waar uitgevers niet blij mee zullen zijn komt uit de wetenschap. Uit onvrede over de hoge bedragen die ze moeten betalen voor de publicatie van hun artikelen hebben wetenschappers eigen tijdschriften opgericht, zo blijkt uit een artikel dat afgelopen zomer in de Volkskrant stond. Het gaat hier om verzet tegen natuurwetenschappelijke tijdschriften als Nature en Cell die respectievelijk 9750 en 9039 euro per artikel vragen. Nederlandse juristen hebben nog niet gekozen voor deze vorm van ‘wetenschappelijke guerrilla’. • Wirt Soetenhorst (Boom Juridisch)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=