Mr.

22 / Mr. 6 2023 interview “JE KUNT AANNEMEN DAT ER EEN GOD IS, MAAR ZWART OP WIT BEWIJS IS ER NIET…” Haar ouders zijn niet gelovig, maar de vraag of er meer is tussen hemel en aarde hield Isabella Wijnberg van jongs af aan al bezig. “Als kind lag ik in bed en stelde me de fundamentele vraag of God bestaat. Het is waar of het is niet waar. Een beetje waar bestaat niet, en dan komt de pitbull in mij naar boven. Ik wilde het gewoon weten en ben me er in mijn middelbareschooltijd in gaan verdiepen.” Ze zat een schooljaar in Italië, hoorde daar het verhaal van Franciscus van Assisi, en dat maakte haar nieuwsgierig. Ze zag volgelingen van hem rondlopen, jonge mannen met bruine habijten en lelijke sandalen, en die zagen er heel gelukkig uit. “Ik vroeg me af wat Franciscus bezielde. Hij was jong, populair en rijk, waarom geef je dat allemaal op? Dat begreep ik niet.” Het was de prikkel om op onderzoek uit te gaan. De zoektocht naar het geloof ging bij Wijnberg vooral via de intellectuele weg, maar er waren zeker ook mystieke ervaringen. “Je kunt aannemen dat er een God is die van je houdt, maar zwart op wit bewijs in de vorm van een getuigenverhoor... nee. Dus dat is een persoonlijke ervaring die je opdoet. Het is het beste te omschrijven als een verliefdheid op God. Dat je gegrepen bent, aan niemand anders meer kunt denken, je gedragen voelt. Op de middelbare school is de tijd van eindexamens heel stressvol, maar ik liep alleen maar te stralen in de gangen.” Wijnberg woont met twee andere zusters in een pastorie in het centrum van Amsterdam. ’s Ochtends begint de dag met een uur stil gebed en vervolgens een kwartier ochtendgebed met z’n drieën. Daarna ontbijten en op de fiets naar het kantoor van Houthoff in de ITO-toren in Amsterdam-Zuid. ’s Avonds woont ze de mis bij in de Onze Lieve Vrouwekerk aan de Keizersgracht. Ze dacht er ooit over om theologie te gaan studeren, maar het werd rechten. “Technisch ben ik echt een jurist”, verklaart ze. “Dat vind ik heel leuk. Advocatuur en mediation passen me als een handschoen.” Ze koos voor de advocatuur omdat haar stage bij Houthoff haar erg goed beviel. “Het soort werk en wat ik er kon leren paste mij goed en ik voelde mij erg op mijn plek bij de mensen die er rondliepen. Dat is nog steeds zo.” De Zuidas die symbool staat voor het grote geld en het kloosterleven met weinig luxe zijn voor Wijnberg geen gescheiden werelden: “Nee, voor mij is het één wereld.” CLAIMPARADIJS Wijnberg is als advocaat gespecialiseerd in massaschade en mediation. Op het gebied van massaschade zijn de regels vier jaar geleden ingrijpend veranderd door de invoering van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (Wamca). Belangenbehartigers kunnen nu voor hun achterban schadevergoeding eisen, wat eerder niet mogelijk was. Vroeger zag je dat eerst een verklaring voor recht werd verkregen, waarna individuen op basis van deze verklaring een schadevergoeding vorderden bij de rechter of een zaak collectief werd geschikt. Een vonnis onder het Wamca-regime geldt echter voor alle leden van de groep waarvoor de collectieve actie wordt gevoerd, voor zover deze zich hieraan niet hebben onttrokken. Er zijn wel een paar ontvankelijkheidseisen die door de rechter worden getoetst: de belangenbehartiger moet bijvoorbeeld daadwerkelijk in staat zijn de (financiële) belangen van de achterban te waarborgen en voldoende representatief zijn, er moet een website zijn, voldoende expertise, de checks and balances moeten in orde zijn, de zaak moet geschikt zijn om collectief te beoordelen (voldoende gelijksoortig) en de belangenbehartiger mag niet voornamelijk gericht zijn op het eigen gewin. De komst van de wet heeft al geleid tot alarmerende berichten over ‘Nederland claimparadijs’, met een overbelaste rechterlijke macht als gevolg. Sinds de invoering van de wet zijn er bij Nederlandse rechtbanken meer dan tachtig massaclaims ingediend tegen bedrijven als Vattenfall (kW-vergoeding), KLM (greenwashing), Amazon en Google (beiden privacyschending). “Claimparadijs zou ik niet durven zeggen”, reageert Wijnberg. “Maar als je Nederland met de meeste andere Europese landen vergelijkt, zijn de voorwaarden om hier een collectieve actie te beginnen heel goed. Dat zien buitenlandse partijen ook. Je ziet bijvoorbeeld dat buitenlandse financiers die op zoek zijn naar investeringsmogelijkheden in collectieve acties Nederland goed weten te vinden. Tegelijkertijd is de Rechtspraak nog zoekende hoe deze zaken behandeld moeten worden en is er op dat vlak nog geen uniformiteit. Of ons systeem op de langere termijn een aanzuigende werking zal hebben, zal de toekomst leren.” ONZINCLAIMS Bedrijven kunnen enorm in de stress schieten als ze een massaschadeclaim binnenkrijgen, weet Wijnberg uit ervaring. “Sommige bedrijven zijn erop voorbereid. Die hebben al een draaiboek, dan is er meer rust in de tent. Maar als ze als het niet zien aankomen, en er komen ineens lelijke brieven van stichtingen, dan gaat zo’n zaak naar de raad van bestuur en de raad van commissarissen en dan wordt er wel verwacht dat ik binnen een paar dagen een juridische strategie hebt liggen. Mijn belangrijkste taak is dan uitleggen wat er gebeurt en een strategie formuleren.” Massaschadeclaims worden om allerlei redenen ingediend. Er zijn, in de woorden van Wijnberg, ‘onzinclaims’ bij. Maar een bedrijf kan ook erkennen dat er iets fout is gegaan en dat het conflict moet worden opgelost. “Dat maakt nogal wat uit voor je strategie. In het eerste geval moet je vol in de verdediging. In het tweede geval vertel je dat de claimanten een punt hebben. Dat bepaal je op basis van je juridische kennis en feitenonderzoek.” Onzinclaims, daar heeft Wijnberg er meerdere van gezien. “Die zijn dan gebaseerd op gefraudeerde informatie, in elkaar geflanste documenten. Dan ben ik niet zo vriendelijk als advocaat. Ik heb er een radar voor als een zaak stinkt, en meestal klopt dat gevoel. Soms heb je

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=