22 / Mr. 1 2024 rechtseconomie. (“Misschien heb ik toch iets van een bèta-gen opgepikt uit de familiestamboom”, suggereert Van Boom.) Wat heb je daar aan als praktijkjurist? “Alles wat privatisten doen aan universiteiten is er voor de rechtspraktijk. Of ze nou handboeken schrijven, annotaties opstellen of rechtseconomische analyses maken. Dat is wezenlijk voor beleid en mogelijk ook direct voor de rechtspraak.” Een goede wisselwerking tussen die disciplines is er echter nog niet, constateert Van Boom. Inzichten van andere onderzoekers sijpelen maar langzaam door in het privaatrecht, “een heel stabiel rechtsgebied”. Zo zal het ook gaan met zijn Nijmeegse oratie over ruilrechtvaardigheid. Daarin gaat hij in op de vraag hoe het privaatrecht moet omgaan met het concept ‘rechtvaardige prijs’. Die vraag dringt zich op als blijkt dat banken meer rente in rekening brengen op kredieten dan zou moeten op basis van de geldmarktrente. Of als een ondernemer ziet dat een groot deel van de kosten van een financieel product als provisie in de zakken van een tussenpersoon verdwijnt. Of wanneer technisch identieke scheermesjes voor vrouwen duurder zijn dan voor mannen – het probleem van pink tax, dat zich ook voordoet bij kappers: vrouwen zijn daar meer geld kwijt dan mannen. Of als energiecontracten, als gevolg van de Russische agressieoorlog, uit balans raken en ondernemers en burgers wel aan die contracten worden gebonden. Is dat rechtvaardig? Geldt dan: contract is contract? Van Boom heeft daar moeite mee. Het gaat steeds om overeenkomsten en prijzen, maar óók om waarde en waardering. “Afstappen van het pure contractsmodel tart het klassiek-economisch denken. Want volgens economen worden prijzen door de markt bepaald, ‘wat de gek ervoor geeft’.” Maar dat beeld is aan het kantelen, zegt Van Boom. Neem een letselschadekwestie. “Huur je daarvoor een advocaat in, dan kunnen zijn kosten, als die redelijk zijn, worden verhaald op de verzekeraar. Staat in het Burgerlijk Wetboek. Maar wat is redelijk? Als dat helemaal vrij is, dan zou ik als advocaat mijn uurtarief kunnen opschroeven. Rechters toetsen nu veel actiever of het uurtarief en het “ALLES WAT PRIVATISTEN AAN DE UNIVERSITEIT DOEN IS VOOR DE RECHTSPRAKTIJK” interview
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=