Mr.

MR. 1 2024 / 41 rechtspraak “IK HOU ERVAN ALS IEMAND TEGENGAS GEEFT, DAAR WORD JE ALS RECHTER SCHERPER DOOR” Holvast vindt het belangrijk dat een rechter ook zelf blijft nadenken over de zaak, en dus niet alleen een vinkje zet. “Standaardzaken daargelaten vind ik het onwenselijk als een rechter zich alleen baseert op de samenvatting door de gerechtsjurist. Hij moet zelf het dossier lezen. En ik vind het ook belangrijk dat rechters zelf uitspraken blijven schrijven. Ze zijn daardoor beter in staat uitspraken te corrigeren die zijn geschreven door gerechtsjuristen.” DRIE SCENARIO’S Stoepker schetst drie scenario’s van samenwerking tussen rechter en gerechtsjurist. Een onwenselijk scenario is volgens hem dat de ondersteuner niet inhoudelijk mag meedenken of sturen. “Dan heb je het over een administratief medewerker die de papieren aan partijen stuurt.” Het meest vergaande model is dat van de zogeheten seconded judge (afgeleide rechter), met een zekere beslissingbevoegdheid. Dat is voor Stoepker ook niet ideaal, want de gerechtsjurist moet ondersteunen en de rechter beslissen. Tussen die uitersten zit het middenscenario: mogelijk maken dat de gerechtsjurist zijn bijdrage levert, maar voorkómen dat hij medebeslisser wordt. De Waele vindt het prima dat de gerechtsjurist meepraat. “Ik hou ervan als iemand tegengas geeft, daar word je als rechter scherper door.” Bij een kort geding is de inbreng van de secretaris extra belangrijk. “Je moet in korte tijd allerlei informatie verwerken, en je bent bezig met partijen en advocaten. Dus als de kortgedingsecretaris je wijst op bepaalde dingen die je zelf niet hebt opgemerkt, dan helpt dat jou om een betere beslissing te nemen. Maar op een gegeven moment hakt de rechter de knoop door, ook als een juridisch medewerker er heel anders over denkt. De rechter is eindverantwoordelijk.” Stoepker is als lid van het wetenschappelijk bureau van de Centrale Raad van Beroep een klankbord. “Ik denk mee met juristen en rechters die op problemen stuiten”, licht hij toe. Hij behandelt als jurist zelf ook zaken ‘in de werkstroom’ zoals dat heet bij de CRvB. In die rol schrijft hij de instructie voorafgaand aan de zitting, is bij de zitting aanwezig en geeft daarna in raadkamer als eerste zijn observaties en ook zijn mening over hoe de zaak verder moet. Daarna komen de drie anderen in de meervoudige kamer aan het woord. Stoepker schrijft het conceptvonnis. PROFESSIONELE STANDAARDEN Voor zijn proefschrift onderzoekt Stoepker hoe de gerechtsjurist op een rechtsstatelijk verantwoorde manier efficiënt en effectief kan bijdragen aan de kwaliteit van de bestuursrechtspraak. “Nina Holvast heeft de rolinvulling van de ondersteuner onderzocht bij zaken in eerste aanleg”, vertelt hij. “Ik wil drie andere dingen belichten: de rolinvulling in hoger beroep waar de kwaliteit nog meer op de voorgrond staat, de rol van de gerechtsjurist bij de conflictoplossende taak van de bestuursrechter, en zijn rol bij collegiaal overleg.” Geschilbeslechting draait om een juridische vraag, legt Stoepker uit. “Bij een bijstandszaak kan daaronder wantrouwen tegen de overheid liggen.” Ondersteuners richten zich volgens hem nu meer dan voorheen op die conflicten. Stoepker onderzoekt hoe een ondersteuner zijn werk zou moeten doen. Daarvoor zijn professionele standaarden onontbeerlijk, meent hij. “Voor rechters zijn de standaarden redelijk uitgekristalliseerd, maar voor onze professie zijn die onduidelijk. In de praktijk zie je dat de ondersteuner zich schikt naar wat de rechter verlangt. Ik denk dat het goed is dat de ondersteuner meer vanuit de eigen expertise en positie een bijdrage kan leveren. Iemand die niet gelijk is aan de rechter, maar wel gelijkwaardig. De professionele standaarden kunnen daarvoor munitie leveren.” Daarin kan worden geregeld wat de ondersteuner moet doen (of juist niet): hoe de gerechtsjurist zich opstelt in de samenwerking met de rechter, hoe ver hij gaat met het geven van advies, hoe hij zijn vakbekwaamheid op peil houdt en ook in hoeverre de rechter iets moet doen met inbreng van de ondersteuner. Volgens De Waele kunnen professionele standaarden voor rechters deels al handvatten bieden aan gerechtsjuristen. “Rechters hebben die kwaliteitsnormen zelf opgesteld. In sommige rechtsgebieden is ook geborgd dat een gerechtsjurist voldoende ondersteuning biedt.” Een themagroep buigt zich nu over professionele standaarden voor gerechtsjuristen. De Waele: “Er wordt gekeken hoe posities van rechters en gerechtsjuristen over en weer kunnen worden afgebakend.” “Mooi dat daarover wordt gepraat”, meent Holvast. “Het gaat om systematischer nadenken over informele werkwijzen.” Nienke de Waele (gerechtshof Arnhem-Leeuwarden) FOTO: RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=