MR. 1 2024 / 43 rechtspraak RECHTSPOSITIE De rechtspositie van de gerechtsjuristen is een bron van discussie, wat ook blijkt uit het standpunt van de Consultative Council of European Judges die in opinie 22 stelt dat er risico’s zitten aan vaste aanstellingen. De gerechtsjurist zou dan veel invloed kunnen krijgen, wat in strijd kan zijn met de onafhankelijkheid van de rechter. Binnen de Nederlandse gerechten leidt dit tot verschillende oplossingen. Holvast: “Bij het Wetenschappelijke Bureau van de Hoge Raad is het uitgangspunt dat mensen zes jaar blijven. Daarna gaan ze weer verder met hun loopbaan. Bij rechtbanken en gerechtshoven kunnen ondersteuners soms tientallen jaren werken.” Het komt zelden voor dat stafjuristen rechter worden. “Vroeger was er een formele route voor”, aldus Holvast. “Nu niet meer. Dat is ook moeilijk omdat iemand nu eerst ervaring buiten de Rechtspraak moet hebben opgedaan voordat hij de rechtersopleiding kan volgen.” Niet alle ondersteuners hebben die ambitie trouwens. “Sommigen hebben bewust gekozen voor een positie waarin ze niet de eindbeslissing nemen, maar wel inhoudelijk hun ei kwijt kunnen.” Holvast zegt dat de functie van gerechtsjurist bij rechtbanken en hoven een populaire eerste stap is in een juristencarrière. “Je krijgt een mooi kijkje in de Rechtspraak, je kunt je juridisch inhoudelijk bekwamen en het is een goede voorbereiding op de advocatuur.” Een gerechtsjurist wordt niet zomaar rechter, zegt De Waele. “Rechter zijn vraagt andere competenties dan het vak van gerechtsjurist, zoals zittingsvaardigheid, beslisvaardigheid en lef. Jij bent degene die bepaalt of iemand failliet wordt verklaard. Of een kind onder toezicht wordt gesteld. Jij bent verantwoordelijk voor een vrijspraak als de hele samenleving een straf eist.” Rechter zijn, vindt De Waele, is echt een ander vak. “Er zijn genoeg gerechtsjuristen die de ambitie en capaciteiten hebben om rechter te worden. Door in deze mensen te investeren, maken ze een goede kans om door de selectie te komen voor de opleiding tot rechter.” FINANCIËLE WAARDERING Op LinkedIn pleit een gerechtsjurist, die zich Martijn R. noemt, voor een grotere rol en meer waardering voor de juridisch ondersteuner. “Ik herken dat dit speelt, maar ik voel me persoonlijk niet ondergewaardeerd”, reageert Stoepker. Hij vindt wel dat R. gelijk heeft met de constatering dat er financieel iets niet klopt met de waardering van de gerechtsjurist. Stoepker: “Op andere plekken in het openbaar bestuur kun je meer verdienen. Aan de beloning van gerechtsjuristen moet wat gebeuren, maar wel in de juiste volgorde. Eerst nadenken over wat de bijdrage van de gerechtsjurist moet zijn, daarna over de financiële waardering.” Holvast heeft tijdens haar onderzoeken gemerkt dat sommige ondersteuners het moeilijk vinden dat ze de voorbereiding doen en de uitspraak schrijven en dat de rechter degene is die alle lof krijgt. Ze denkt niet dat het opstellen van de professionele standaarden directe gevolgen zal hebben voor de financiële waardering van de gerechtsjuristen. “Het idee is dat de gerechtsjuristen er ook zijn voor efficiency, en als ze vrijwel evenveel verdienen als een rechter, komt dat doel in het gedrang.” Dat een rechter van rechtbank MiddenNederland in een vonnis twee jaar geleden nadrukkelijk de inbreng van de griffier benoemde, kon op veel waardering rekenen van ondersteuners. “Daar waren een aantal mensen blij mee”, constateert Holvast. “Anderen waren kritisch, omdat onvoldoende naar voren kwam dat de rechter de beslissing heeft genomen.” Ook De Waele ziet dat sommige ondersteuners vinden dat hun bijdrage onvoldoende tot uiting komt in het salaris. Omdat dat geluid steeds terugkwam is in 2020 Rechtspraakbreed een functiewaarderingsonderzoek uitgevoerd door een extern bureau. Daarbij werd gekeken of de beloning nog passend is. “Het antwoord was ja, en dat was best teleurstellend voor gerechtsjuristen”, weet De Waele. “Maar als organisatie kun je natuurlijk kijken wat je wel voor ze kunt doen. Daarom investeert de Rechtspraak nu in loopbaanontwikkeling van gerechtsjuristen.” GERECHTELIJKE DWALINGEN In Rechtstreeks nummer 2 van 2023 schrijft Bert Marseille dat de inzet van de gerechtsjurist een middel kan zijn om gerechtelijke dwalingen, zoals de Toeslagenaffaire, te voorkomen. Daar is Stoepker het mee eens. “De gerechtsjurist moet op de stopknop kunnen drukken als er iets gebeurt dat niet door de beugel kan. Het is wel de vraag wat er dan gebeurt. Stopt het hele proces? Of is het een signaal aan de rechter dat die iets moet doen?” Tegelijk erkent hij dat het voor een ondersteuner moeilijk is om een weerwoord te bieden aan de rechter, die immers hoger is in de hiërarchie. “Ik vind dat je als gerechtsjurist een beetje moedig moet zijn. Maar je moet niet bij alles op de stopknop drukken. En als er eenmaal een lijn is uitgezet, moet je er niet telkens opnieuw over beginnen.” De Waele: “Zeker als alleenzittende rechter kun je ongelooflijk veel hebben aan een goede gerechtsjurist. Gerechtsjuristen kunnen een rechter op bepaalde bijzonderheden wijzen. Vier ogen zien meer dan twee.” • Giel Stoepker (Centrale Raad van Beroep/Universiteit Utrecht) “GERECHTSJURIST MOET OP STOPKNOP KUNNEN DRUKKEN ALS IETS NIET DOOR DE BEUGEL KAN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=