Mr.

MR. 2 2024 / 25 interview tussen de feitelijke juridische rol en de waarden van de sociaalliberale rechtsorde, dan is het aan de ‘jurist-burgervriend’ om die waarden te beschermen.” Hoe is het gesteld met de burgergerichte beroepsethiek van juristen in de Nederlandse rechtspraktijk? Een voorbeeld: de onlangs overleden raadsheer Willem van Schendel (Hoge Raad) ging na strafvermindering voor Michael P. praten met de nabestaanden van het slachtoffer Anne Faber. Die waardeerden dat zeer. “Dat is een van de vele mooie voorbeelden. Het gaat over verantwoordelijkheid nemen tegenover degenen die de gevolgen van een beslissing moeten dragen, hen in de ogen kunnen kijken. Maar het gaat in mijn theorie niet alleen over dergelijke toevallige of incidentele ontmoetingen, maar ook over de noodzaak om structureel ruimte in te bouwen voor de ontmoeting met burgers en ook om juristen ook voldoende ontvankelijk te laten zijn voor die ontmoeting. Hiervoor is in ieder geval nodig dat juristen zich niet alleen oriënteren op hun juridische rol of op de regels, maar zich ook opstellen als burgervriend. Dit kan betekenen dat een bedrijfsjurist bij een chemische fabriek tegen de zin van de CEO besluit een brief te schrijven aan het personeel en de mensen in de omgeving over de levensgevaarlijke stoffen waaraan zij worden blootgesteld.” Ze voegt daaraan toe dat juridische beroepsethiek te vaak wordt beschouwd als een individuele aangelegenheid. “Gedragscodes gaan vaak over de individuele verantwoordelijkheid van een advocaat of rechter. Maar er ligt ook een verantwoordelijkheid voor het collectief om ervoor te zorgen dat juristen burgervriendelijk kunnen werken en dus om obstakels weg te nemen. Denk aan werkdruk, de beperkte autonomie, financiële druk, groepsdruk et cetera.” U zegt in uw oratie dat professionele rollen nooit vanzelfsprekend normatieve kracht hebben. Wat bedoelt u hiermee? “Dat de professional, of het nu een jurist, journalist of arts is, zich niet simpelweg kan beroepen op het ‘ik-doe-gewoonmijn-werk-excuus’ wanneer zijn keuzes fundamentele belangen raken. Dit is een heel basaal uitgangspunt in de theoretische beroepsethiek.” Van Domselaar noemt de Tweede Wereldoorlog, het Watergateschandaal en – in Nederland – de Toeslagenaffaire als belangrijke gebeurtenissen voor juristen om zich af te vragen of ‘je werk doen’ voldoende rechtvaardiging is voor hun handelen. “Maar, los van deze achtergrond, zijn rollen sowieso nooit in steen gebeiteld.” Ze verwijst naar de veranderende visie op de rol van de advocaat in het familierecht. De bij de specialisatievereniging vFAS aangesloten advocaten hebben bijvoorbeeld onderling afgesproken dat zij een oplossingsgerichte benadering voorstaan en oog hebben voor de belangen van het kind. “Maar ook de klimaatcrisis dwingt juristen tot een herbezinning op wat er van hen mag worden verwacht.” COMMERCIËLE ADVOCATUUR In 2017 schreef Van Domselaar in Ars Aequi onder de titel ‘Een eerlijke deal? Over ethisch minimalisme in de corporate advocatuur’ een artikel over de ethiek van de commerciële balie. In haar oratie gaat ze ook in op advocaten die bedrijven en overheden bijstaan in procedures tegen burgers. “Hier rijst soms een beeld van advocaten die de betrokken burger vooral zien als een object dat moet worden beheerst of overwonnen door spitsvondig formalistisch taalgebruik, zwijgcontracten, traineren en uitputtende onderhandelingen. Voor een royaal uurloon tonen zij zich wel heel ijverig in de strijd tegen de burger. Totdat deze opgeeft, verliest of met minder genoegen neemt dan waar hij recht op heeft.” Kunnen corporate advocaten in navolging van de familierechtadvocaten ook eigen gedragsregels opstellen? “De gedragsregels voor advocaten uit 2018 doen onvoldoende recht aan de verschillende contexten waarin advocaten opereren. Binnen de advocatuur zijn de ideeën over een goed advocaat vaak gebaseerd op de strafrechtadvocatuur. Een verdachte heeft met het Openbaar Ministerie een heel machtige partij tegenover zich, en dan is het cruciaal dat een advocaat soms tot het gaatje gaat om te zorgen dat de verdachte, die in een heel kwetsbare positie verkeert, een eer- “DE IDEEËN OVER EEN GOED ADVOCAAT ZIJN VAAK GEBASEERD OP STRAFRECHTADVOCATUUR”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=