Mr.

MR. 2 2024 / 33 jurist & klimaat “ER IS VEEL DENKKRACHT NODIG OM VIA HET KLIMAATRECHT HET MILIEU TE VERBETEREN” deelnemers hierover cursussen aanbieden, waarin we ze laten zien dat er grote vraagstukken zijn, die niet altijd even makkelijk te beantwoorden zijn en waarover ze mee kunnen denken.” Ook onder studenten bestaat een groeiende belangstelling voor klimaatrecht, constateert Bartels: “Je merkt bijvoorbeeld dat ze zich in scripties graag in het onderwerp vastbijten.” VERTAALSLAG Katja Out-Maassen ziet de toenemende aandacht voor het klimaat terug op de werkvloer: “In de organisatie rezen op het terrein van klimaat en duurzaamheid voorheen maar om de paar maanden vragen, nu is het dagelijks in ieder geval onderwerp van gesprek.” Bij een uiting van het bedrijf laat men deze bijvoorbeeld eerst langs de afdeling juridische zaken gaan, om te zien of niet onbedoeld aan green washing wordt gedaan. Of om het in de woorden van Out-Maassen uit te drukken: “We toetsen of dat wat we vanuit gedrevenheid en enthousiasme willen communiceren, ook goed te onderbouwen is vanuit wet- en regelgeving.” Bij de leden van JDW leven volgens haar ook steeds meer vragen: “Hoe ga je bijvoorbeeld om met circulair bouwen? Of hoe beantwoorden we aan de Europese duurzaamheids-due diligence, de CSDDD? Die vertaalslag proberen we te maken.” Hiervoor moet nieuwe kennis worden verzameld. Dat doen deelnemers door hierover bijvoorbeeld artikelen te schrijven. “Dat is belangrijk”, aldus Out-Maassen, “want de huidige generatie juristen heeft tijdens haar opleiding waarschijnlijk niet veel geleerd over ESG-standaarden (Environmental, Social and Governance, red.), om maar wat te noemen. Waarbij ik signaleer dat jonge juristen zich ook steeds meer aangetrokken voelen tot organisaties die zich verantwoordelijk opstellen in hun benadering van het klimaatprobleem.” MEENEMEN Steven Bartels stelt in algemene zin dat er veel denkkracht nodig is om via het klimaatrecht het milieu te verbeteren: “Om tot regels te komen die goed werken, zul je over de vormgeving daarvan heel goed moeten nadenken. Je kunt heel ambitieus een mooie klimaatvriendelijke maatregel verzinnen, maar die moet wel doen waarvoor hij is bedoeld. Hiervoor is een wisselwerking tussen theorie en praktijk belangrijk, tussen mensen van ministeries, universiteiten en de praktijk. Maar ik heb wel het gevoel dat er een groeiend aantal mensen is dat zich verenigt om die kennis en kunde te bundelen.” Bartels ziet voor juristen een uitdaging in het meenemen van alle betrokken partijen in duurzaamheidsvraagstukken: “Niet alle mensen zijn daartoe in staat, bijvoorbeeld omdat ze aan duurzame maatregelen in hun wooncomplex niet kunnen meebetalen. Of omdat de architect van een gebouw zegt dat je niet aan zijn ontwerp mag komen, omdat daar zijn rechten op zitten. Je zult rekening moeten houden met de rechten van iedereen.” Maar Bartels benadrukt dat we tegelijkertijd niet moeten vastlopen in overlegstructuren: “Want de noodzaak om dat gebouw te verduurzamen is wel groot. We willen niet mee met het tempo van de langzaamste beweger in de discussie. We moeten wel vooruit. Daarvoor is het klimaatprobleem te dringend.” •

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=