MR. 2 2024 / 41 huiselijk geweld “SOMS LEES JE IN EEN VONNIS NIETS TERUG VAN MISHANDELING DIE TER ZITTING IS BESPROKEN” bescherming tekort kan schieten, waarschuwt Struijk. Ze wijst op de zaak van de 16-jarige Hümeyra in Rotterdam die door haar stalker werd vermoord. Om meer duidelijkheid te krijgen over de effectiviteit startten Struijk en criminoloog Tamar Fischer recent een onderzoek naar huiselijk geweld en ex-partnerstalking, waarin zij de juridische mogelijkheden bekijken, maar ook ingaan op de vraag waarom iemand in het ene geval wel en in het andere geval geen strafrechtelijke bescherming krijgt. “Hoe verloopt zo’n proces, welke beslissingen worden er genomen, door wie en op basis van welke gronden en overwegingen? Ook kijken we door welke besluitvorming slachtoffers zich wel of niet veiliger voelen.” KOUDE KERMIS Het onderzoek is een vervolg op een tweejarig onderzoek uit 2019 dat Struijk, Fischer en promovenda Irma Cleven in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) deden naar de handhaving en veiligheid bij strafrechtelijke contact-, locatie- en gebiedsverboden ter bescherming van slachtoffers. “We hebben daarin bekeken wat beschermende factoren en risicofactoren van een verbod zijn. Een van onze bevindingen was dat justitie en organisaties zoals de reclassering en recherche gericht zijn op het juridische kader, zoals dossieropbouw, proportionaliteit en de haalbaarheid van de inzet van een strafrechtelijke interventie. Slachtoffers hebben doorgaans een ander denkkader waarbij ze van een meer direct beschermende werking van een verbod uitgaan. Ze komen dan vaak van een koude kermis thuis, wat zorgt voor haperingen in de veiligheidsbeleving.” Volgens Struijk zijn professionals zich steeds meer bewust van de huiselijkgeweldproblematiek. “Maar er is nog een lange weg te gaan.” STRUCTURELE VERANDERINGEN Dat constateert ook familierechtadvocaat Ine Avontuur (Avontuur & Czarnota Familierecht, Oosterhout), die zich sinds een aantal jaar bijna alleen nog richt op zaken over huiselijk geweld, stalking en ouderverstoting. Ze wordt benaderd door mensen uit het hele land. “Ik kan maar vijftien procent van al die zaken aannemen.” Huiselijk geweld kan de aanleiding zijn voor een scheiding, maar gaat daarna vaak door, aldus Avontuur. Toch speelt huiselijk geweld in de familiewetgeving en -praktijk volgens haar nog nauwelijks een rol. “Zo heb ik meerdere zaken gehad waarin een partner of ex-partner was veroordeeld voor fysiek geweld of waarin sprake was van veel dreiging of een politieadvies was afgegeven, maar de familierechter dit negeerde. Ook maak ik regelmatig mee dat ik tijdens de zitting uitgebreid ben ingegaan op de mishandeling van een cliënt, onderbouwd met medische verklaringen en politierapporten, maar hierover niets teruglees in de uitspraak.” Avontuur ziet inmiddels wat verbetering, maar te weinig en veranderingen gaan volgens haar te langzaam. Daarom pleit ze voor structurele veranderingen. Hierbij wijst ze erop dat het Visiedocument (echt)scheiding van ouders met kinderen van de Raad voor de rechtspraak uit 2016 niets zegt over huiselijk geweld en kindermishandeling en de vraag of en hoe dit een rol speelt bij het nemen van beslissingen over gezag en omgang. “Opmerkelijk, omdat huiselijk geweld – zo blijkt uit buitenlands onderzoek – aan minstens de helft van de hoog-conflictscheidingen ten grondslag ligt. Het document zet in op gezamenlijkheid in trajecten, omdat hoog-conflictscheidingen gezien worden als een communicatieprobleem. Concreet betekent dat dat veel gevallen van huiselijk geweld verwezen worden naar mediation, ook bij ernstig (ex)partnergeweld in de vorm van dwingende controle.” Ze wijst erop dat in het strafrecht op basis van de Europese Slachtofferrichtlijn geldt dat dwingende controle een serieuze contraindicatie is voor herstelbemiddeling, door de grote machtsongelijkheid tussen partijen. “Het Visiedocument leidt ertoe dat op slachtoffers ongepaste druk wordt uitgeoefend om deel te nemen aan bemiddelingstrajecten, waardoor hun belangen ernstig kunnen worden geschaad. Dat is in strijd met het door Nederland geratificeerde Verdrag van Istanbul.” Om alsnog te voldoen aan de verplichtingen uit internationale verdragen moet er volgens Avontuur een toetsingskader komen op grond van dat verdrag, waarin ook de rechten en veiligheid van volwassen slachtoffers nadrukkelijk een punt van afweging zijn. Echtscheidingen die problematischer dan gemiddeld verlopen zouden standaard gescreend moeten worden op partnergeweld. “Zelf breng ik bij al mijn zaken het geweld in kaart. Daarvoor gebruik ik een speciale vragenlijst.” LEREN VAN HET BUITENLAND Nederland hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, stelt Avontuur, maar kan leren van landen waar wetgeving op dit gebied al geïmplementeerd is. “In Canada en verschillende Amerikaanse staten is een screening verplicht voor familieadvocaten en -rechters. Doen advocaten dat niet, dan is dat een tuchtrechtelijk vergrijp. In Europa kan Nederland leren van Zweden, Andorra en Spanje. Ook Frankrijk is interessant. Daar kan de rechter-commissaris het gezag van een ouder schorsen als die verdacht wordt van een strafbaar feit tegen de andere ouder. Oostenrijk wordt geprezen om zijn goede opzet van preventieve operationele maatregelen.” Sanne Struijk (Erasmus School of Law)
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=