Mr.

Mr. 6 2018 / 15 MEESTERS VAN DE WEEK KENT U OOK EEN POTENTIËLE MR. VAN DE WEEK? MAIL ONS! INFO@MR-MAGAZINE.NL BERNOLD NIEUWESTEEG Bernold Nieuwesteeg (partner CrossOver/onderzoeker Erasmus Universiteit Rotterdam) promo- veerde aan de Erasmus Universi- teit op ‘De rechtseconomie van cybersecurity’. In uw dissertatie geeft u oplos- singsrichtingen voor overheid, bedrijfsleven en wetenschap, om slimmer te investeren in cyberse- curity. Waar moeten we dan aan denken? “We moeten er voor zorgen dat informatie over het rendement op de uitgegeven cybersecurity-euro beter gaat circuleren. Overheid, bedrijfsleven en wetenschap heb- ben allen verschillende munitie om dit doel te bereiken. Voorbeelden zijn een slimme meldplicht datalek- ken, betere cyberverzekeringen en het onderling delen van cyber- risico’s door middel van pooling .” Hoe is het met uw eigen digitale veiligheid gesteld? “Oei, pijnlijke vraag. Af en toe ben ik een beetje zoals de kapper die vergeet zijn eigen haar te knip- pen… Ik liep net nog bijna weg van mijn bureau zonder mijn compu- ter te vergrendelen. Wel klik ik niet zomaar op elke link, gebruik ik voor belangrijke websites goede unieke wachtwoorden (zoals een combinatie van twee willekeurige woorden) en vermijd ik openbare wifinetwerken.” JOOST LINNEMANN Joost Linnemann is benoemd tot de eerste chief executive officer van Kennedy Van der Laan, waar hij sinds 1993 werkt en van 2007 tot 2012 al managing partner was. Bij andere kantoren wordt gere- geld gekozen voor een CEO van buitenaf. Vaak zonder juridische achtergrond. Wat vindt u daarvan? “Wij hebben dat ook overwogen. Maar hoewel een advocatenkan- toor in veel opzichten een gewoon bedrijf is, zijn er belangrijke ver- schillen. De advocaat is onafhan- kelijk en vervult een belangrijke rol in onze rechtsstaat. De kernwaar- den van de advocatuur moeten overeind blijven, ook in een com- mercieel gerund advocatenkantoor. Wij denken dat die aspecten ge- baat zijn bij een CEO met een ach- tergrond in de advocatuur. (...)” Wat of wie is in uw juridisch be- staan uw bron van inspiratie? “Dat zijn, misschien weinig ver- rassend, in de eerste plaats Eberhard van der Laan en Ma- rian Kennedy. Eberhard was een fenomenaal pleiter: als managing partner én levenslang niet-roker ging ik ooit bij hem langs om hem te overtuigen van het belang van het rookverbod. Vijftien minuten en een pleidooi van Eberhard la- ter was ik het rookverbod verge- ten en had ik de onbedwingbare behoefte om een pakje sigaretten te kopen. Van Marian leerde ik dat echt leiderschap bestaat uit het geven van ruimte aan anderen. Zij is zonder enige twijfel mijn rolmo- del in de advocatuur.” CARST JOUSTRA Carst Joustra vestigde zich na een aantal jaar in de advocatuur (Ken- nedy Van der Laan) en goede doe- len (Adessium Foundation) als MfN-registermediator. Joustra is ook sinds vorige maand actief als blogger op Mr.-online. Iedereen kan een bordje op de deur spijkeren met ‘mediator’ erop. Moet hier een wettelijke regeling voor komen? “De term MfN-registermediator is wel beschermd, het woord medi- ator niet. Als je met een MfN-re- gistermediator in zee gaat weet je zeker dat die aan de stevige kwa- liteitseisen van de MfN voldoet. Maar ik weet niet of naambordjes verbieden de slimste zet is. Be- langrijker is het om te werken aan een grotere bekendheid − vooral ook bij professionals zoals advo- caten en bedrijfsjuristen − van de voordelen van bemiddeling door een getraind mediator. Om men- sen te overtuigen van het nut van mediation, werkt de wortel nou eenmaal beter dan de stok. Niet elke zaak leent zich voor media- tion, maar echt veel meer zaken dan je misschien denkt. (...)” Welk wetsartikel vindt u bijzonder fraai? “Artikel 6:248 BW, en dan met name de almachtige redelijkheid en de billijkheid. Een nachtmer- rie voor sommige juristen die recht in leer zijn, ‘vaag’ gedoe met open normen. Maar wat mij betreft een fantastisch drukventiel als de be- staande normen tekortschieten.” Dit is een selectie van de uitspraken die de meesters van de week de afgelopen zomer deden op www.mr-online.nl WILLEM JANSSEN Universitair docent Willem A. Jans- sen verdedigde vorige maand aan de Universiteit Utrecht zijn proef- schrift ‘EU public procurement law & Self-organisation: A Nexus of Tensions & Reconciliations’. In uw proefschrift onderzocht u de ruimte die overheden hebben om zelf of met andere overheden taken uit te voeren binnen de grenzen van het aanbestedings- recht. In de praktijk komt dit al snel neer op de vraag op welke manieren overheden kunnen ont- komen aan een aanbestedings- plicht. Waarom proberen overhe- den dit en wat is het gevolg? “Daar zullen vast meerdere re- denen aan ten grondslag liggen. Ondanks overwegend eentonige berichtgeving in de media is aan- besteden steeds populairder aan het worden. Overheden zien in dat met een goed doordacht inkoop- beleid innovatieve en duurza- me producten, werken en diensten kunnen worden ingekocht. Dat neemt niet weg dat het algehe- le imago vaak ook nog negatief is, en dat dit zeker een van de rede- nen zal zijn om uitzonderingen toe te passen. Het gevolg daarvan is dat overheden zoeken naar ruim- te in de Aanbestedingswet 2012 om hun beleidskeuzes vorm te geven zonder daarbij de regels te overtreden. Er kunnen natuurlijk goede redenen zijn om niet aan te besteden, maar soms kan die rechtvaardiging simpelweg niet gevonden worden. Dan wordt niet de meest optimale uitkomst be- reikt voor ons belastinggeld.” 25 30 9 17 JUNI JULI JULI JULI

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=