Mr.

Mr. 9 2018 / 11 De beeltenis van Derkje Hazewinkel-Surin- ga, Nederlands eerste vrouwelijke hoogle- raar aan een juridische faculteit, is toege- voegd aan de verzameling portretten in de faculteitskamer van de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam V ijf jaar geleden schreef een groep vrouwelijke promovendi en hoogleraren een protestbrief aan toenmalig decaan Edgar du Perron, waarin zij het onverdedigbaar noemden dat een portret van Hazewinkel-Suringa ontbrak. Hij kreeg sym- bolisch een fotoportretje van haar om op te han- gen. Op initiatief van de- caan André Nollkaemper is daar nu een volwaardig portret voor in de plaats gekomen, geschilderd door portretschilderes Irma Braat. Het portret werd begin november onthuld in aanwezigheid van haar familie. Hazewinkel-Suringa (1889-1970) werd in 1932 be- noemd tot hoogleraar strafrecht. Die benoe- ming was niet zonder kritiek: het was destijds gebruikelijk vrouwelijke ambtenaren te ont- slaan zodra ze trouwden − Hazewinkel-Suringa was getrouwd en had drie kinderen. In 1939 werd zij decaan van de rechtenfaculteit. In 1942 diende ze het voorstel in om de universiteit te sluiten naar aanleiding van het ontslag van jood- se hoogleraren. Dit voor- stel werd niet aangeno- men en Hazewinkel werd ontslagen. Na de oorlog werd ze hersteld in haar functie als hoogleraar. In 1959 ging ze met emeri- taat. Hazewinkel-Surin- ga is bij vele generaties rechtenstudenten be- kend door haar stan- daardwerk Inleiding tot de studie van het Nederlands strafrecht. HAZEWINKEL-SURINGA AAN DE MUUR FINANCIERING RECHTSPRAAK VERANDERT EERHERSTEL VOOR NOTARISSEN Vier notarissen die in de Tweede Wereldoorlog zijn ontslagen, krij- gen alsnog eerherstel. De notarissen zijn destijds door de bezetter oneervol ontslagen vanwege hun joodse achtergrond of hun rol in het verzet. De na- bestaanden van deze notarissen willen graag dat het oneervol ont- slag in de ontslagbesluiten wordt omgezet naar eervol ontslag. De minister liet weten dat naar de huidige maatstaven de destijds gehanteerde gronden geen aan- leiding zijn voor ontslag van nota- rissen. Volgens hem zou een her- stel van de ontslagbesluiten een impliciete erkenning van deze be- sluiten inhouden. Dat vindt Dek- ker ongewenst; daarom herstelt hij de ontslagbesluiten niet, maar verleent hij de oud-notarissen eervol ontslag. Eind vorig jaar is Raymund Schütz gepromoveerd op de rol van het notariaat in en net na de Tweede Wereldoorlog. Daarbij onderzocht hij ook de wijze waarop de bezet- ter is omgegaan met drie jood- se notarissen die zijn ontslagen en een notaris die vanwege da- den van verzet is ontslagen. Aan de Koninklijke Notariële Beroeps- organisatie (KNB) is verzocht deze notarissen postuum eerherstel te verlenen door hen alsnog eervol te ontslaan. Omdat dit alleen door de minister kan gebeuren heeft het bestuur van de KNB de minis- ter gevraagd dit te doen. WETENSCHAP NOTARIAAT GA VOOR ACTUEEL JURIDISCH NIEUWS EN UITGEBREIDERE VERSIES VAN DEZE BERICHTEN NA AR WWW.MR-ONLINE.NL Het door Irma Braat geschilderde portret van Derkje page 12: Hazewinkel Suringa (foto: Monique Kooijmans) De manier waarop de Rechtspraak wordt ge- financierd gaat op de schop. Dat heeft minis- ter Dekker (voor Rechtsbescherming) de Tweede Kamer laten weten. U it onderzoek in opdracht van de Raad voor de rechtspraak en de minister blijkt dat de hui- dige manier van financieren tot problemen leidt; de Raad zegt al langer dat de financiering niet meer voldoet. Op dit moment wordt de Rechtspraak per zaak betaald. Met dit geld moeten alle kosten worden voldaan. De forse terugloop van het aantal rechtszaken knelt met dit systeem, omdat hier- door minder geld binnenkomt terwijl veel kos- ten wettelijk vastliggen of moeilijk beïnvloed- baar zijn, zoals kosten voor personeel en huisvesting. Ook biedt het huidige systeem wei- nig financiële ruimte voor innovatie. De Rechtspraak wordt voor ongeveer 95 procent bekostigd op basis van outputfinanciering (afge- sproken prijs x het aantal afgedane zaken). In de prijzen zijn alle kosten voor innovatie, huisves- ting en centrale diensten verdisconteerd. Bij op- lopende productie betekent dit dat meer budget beschikbaar is voor bij- voorbeeld innovatie en dat daarvoor reserves kunnen worden opge- bouwd. Bij afnemende productie is minder budget beschikbaar. Minister Dekker gaat samen met de Raad voor de rechtspraak een nieuw voorstel uitwer- ken. Een mogelijkheid is om de innovatiekosten niet langer op te nemen in de productiegerela- teerde bijdrage (de prijs), maar in de bijdrage voor overige uitgaven.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=