Mr.

Mr. 1 2018 / 19 Snel op de hoogte zijn van actuele ontwikkelingen in het recht? Ook daarvoor kunt u in Mr. terecht. In de rubriek Snelrecht belichten vooraanstaande juristen periodiek de ontwikkelingen op hun rechtsgebied. INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT SCHWEPPES KAN NIET OPTREDEN TEGEN IMPORT SCHWEPPES S chweppes kan in Spanje geen bezwaar maken tegen de pa- rallelimport van flessen Schweppes uit het Verenigd Ko- ninkrijk, ook al is het merk daar in andere handen. Dat besliste het Hof EU op 20 december 20 17 (ECLI:EU:C:2017:990). Merken kunnen per land worden geregistreerd. Een merk kan dus per Europees land in andere handen zijn. Merkhouders mogen de interne markt echter niet kunstmatig opsplitsen door een merk in een ander EU-land op naam van een licentie- nemer te registreren. Dat besliste het Hof EG ruim vijftig jaar geleden in de zaak Grundig/Conste n (ECLI:EU:C:1966:41). Vol- ledige opsplitsing van merken waarbij vervolgens geen econo- mische band bestaat tussen de merkhouders mag echter weer wel. Dat besliste het Hof EU eerder in de zaak IHT/Danzinger (EU:C:1994:261). Schweppes kon daarom denken dat zij het Schweppes-merk in 1999 voor het Verenigd Koninkrijk aan Coca-Cola kon overdra- gen en voor de rest van de EU kon houden. Vervolgens zijn beide bedrijven echter in al hun reclame in alle landen blijven doen of het om één wereldwijd Schweppesmerk gaat. Nu blijkt echter dat zij daarmee het recht verspelen om bezwaar te maken tegen parallelimport binnen de EU. De merkhouder is, volgens het Hof, na de overdracht van een deel van de parallelle nationale merken aan een derde, alleen of door zijn merkstrategie met die derde te coördineren, actief en bewust het beeld of imago van één enkel globaal merk blijven versterken, en heeft aldus bij het betrokken publiek verwar- ring geschapen of versterkt over de com- merciële herkomst van de van dat merk voorziene waren. “Door een dergelijke ge- draging, die tot gevolg heeft dat het merk van de houder niet langer onafhan- kelijk en in zijn eigen gebied zijn eigen wezenlijke functie vervult, heeft de merkhouder zelf afbreuk gedaan aan die functie, en deze zelfs vervormd.” (ov. 40). In deze situatie prevaleert het vrije verkeer van goederen boven de nationale merkrechten. Het Spaanse bedrijf Red Paralela mag de Engelse Schweppes in Spanje blijven importeren. Tot de Brexit zijn beslag krijgt uiteraard. Dirk Visser is advocaat bij Visser Schaap & Kreijger en hoogle- raar intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden. MEDEDINGINGSRECHT SELECTIEVE DISTRIBUTIE H et Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 6 de- cember 2017 bevestigd dat het een leverancier van luxe- producten is toegestaan selectieve distributeurs te verbie- den producten via een internetplatform van derden zoals Amazon of Ebay te verkope n (ECLI:EU:C:2017:941). Dit arrest zorgt voor meer duidelijkheid over de mogelijkheid van online beperkingen in distributiecontracten. Aanleiding voor deze prejudiciële procedure is een geschil tus- sen cosmeticaproducent Coty en een van zijn erkende distribu- teurs. Volgens Coty, die onder andere producten van Burberry en Calvin Klein verkoopt, deed de verkoop via Amazon afbreuk aan het luxe imago van haar pro- ducten. Een Duitse rechter twijfelde of dit verbod verenigbaar was met het Euro- pese mededingingsrecht en heeft dit voorgelegd aan het Hof van Justitie. Het Hof van Justitie heeft vooropgesteld dat een stelsel van selectieve distributie voor luxeproducten niet in strijd is met het kartelverbod, indien de distributeurs op ba- sis van objectieve, kwalitatieve, proportionele en niet-discrimi- nerende criteria zijn gekozen. Een verbod op verkoop via inter- netplatforms van derden is onder deze voorwaarden rechtmatig, omdat het een geschikte manier is om het luxe- imago van een product in stand te houden. De rechtbank Am- sterdam kwam op 4 oktober 2017 in een geschil tussen sportfa- brikant Nike en een van zijn wederverkopers tot een vergelijkbare conclusi e (ECLI:NL:RBAMS:2017:7282). Het Hof van Justitie voegde hieraan toe dat zelfs indien niet aan deze voorwaarden is voldaan, het niet uitgesloten is dat het be- ding op grond van de groepsvrijstelling voor distributieovereen- komsten is vrijgesteld van het kartelverbod. Een verbod om via internetplatforms van derden te verkopen vormt immers geen beperking van de klantenkring, geen beperking van de passieve verkoop aan de consument en dus geen ( hard core ) beperking van de concurrentie die bij voorbaat niet voor een groepsvrijstelling in aanmerking komt. Een verbod op verkoop via internetplatforms van derden is in beginsel dus toegestaan indien de leverancier en distributeur een marktaandeel van niet meer dan 30 procent hebben, onge- acht of het luxeproducten betreft. Boven dit marktaandeel zal per geval moeten worden beoordeeld of sprake is van een luxe- product en of aan bovengenoemde criteria wordt voldaan. Martijn van de Hel is advocaat bij Maverick Advocaten in Amsterdam.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=