Mr.

Advocaten moeten niet bang zijn voor experimenten om de rechtspleging te vernieuwen, vindt hoogleraar advocatuur Diana de Wolff (Universiteit van Amsterdam). En cliënten mogen best wat mondiger worden. “Dat zijn ze wel bij het kopen van een auto. Ik maak geen vrienden met de vergelijking tussen een advocaat en een autoverkoper, maar met beiden kun je onderhandelen en duidelijke afspraken maken.” DOOR MIEK SMILDE FOTO’S CHANTAL ARIËNS ‘CLIËNTEN MOGEN BEST MONDIGER WORDEN’ INTERVIEW O nafhankelijkheid, partijdigheid, deskundigheid, integriteit en vertrouwelijkheid. Vijf wettelijk vastgelegde kernwaarden van de advocatuur die tezamen moeten zorgen voor een goede rechtsbedeling. “Ik ben eigenlijk niet zo’n voorstander van het opnemen van kernwaarden in de wet”, zegt hoogleraar advocatuur Diana de Wolff, aan de vooravond van haar oratie. “Waar- den zijn geen normen en je kunt er niet aan toetsen. De vraag is: hoe schipperen we in de praktijk met die kern- waarden om te zorgen voor een goede rechtsbedeling? En wat is dat eigenlijk in een bepaalde context? In het tucht- recht speelt ‘een goede rechtsbedeling’ als beoordelings- criterium een ondergeschikte rol. Het is niet iets waaraan getoetst wordt, het is haast een abstractie.” In haar oratie ontleedt De Wolff wat een goede rechtsbe- deling betekent voor de rol die de advocaat speelt. De Wolff onderscheidt vier modellen. Het eerste model toont de advocaat als strijdvaardige spreekbuis van de klant. Deze benadering streeft naar maximale autonomie van de rechtzoekende en past in een klassieke procedure van eis en tegeneis. “In dit toernooimodel heeft de advocaat lan- ge tijd gefunctioneerd”, legt De Wolff uit. “Dit is het beeld waarmee veel jonge mensen rechten gaan studeren en het beeld dat veel cliënten hebben: ik ga naar een advo- caat en die komt volledig voor mijn wensen en belangen op.” Het is het beeld dat talkshows en films bevestigen. De advocaat als krijgsheer. Maar De Wolff betwijfelt of deze benadering in deze tijd wel houdbaar is. “Soms is de polariserende manier van argumenteren nodig om een zaak duidelijk te maken”, benadrukt ze. “Met sommige partijen, zoals de overheid, is het bijvoorbeeld lastig schikken. Dan is het logisch dat iemand zich vol in het gevecht stort. Ook in principiële zaken kan het toernooi- model passend zijn. Denk aan de zaak Urgenda, een prachtige zaak. Een advocaat die zich zo vermetel in een zaak vastbijt, dwingt respect af. Maar als ik denk aan al die duizenden minder principiële zaken en al die stapels papier die daarmee zijn gemoeid, zinkt de moed je in de Mr. 1 2018 / 23

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=