Mr.

Mr. 1 2018 / 25 “VEEL PROBLEMEN VAN ARME MENSEN KOMEN NIET MEER TERECHT BIJ DE ADVOCATUUR” INTERVIEW veel problemen van arme mensen komen niet meer te- recht bij de advocatuur. De bezuinigingen op de gefinan- cierde rechtsbijstand en de hoge eigen bijdrage hebben hun tol geëist. Toen ik begin jaren tachtig begon, was de eigen bijdrage voor een toevoeging nul. We hebben tot en met de tuchtrechter actiegevoerd toen die werd verhoogd naar 25 gulden. Nu is het laagste tarief dat iemand moet betalen 196 euro. Die drempel is voor veel mensen te hoog om naar een advocaat te stappen voor een conflict met bij- voorbeeld een verhuurder of de overheid.” “De overheid moet geen toevoegingen afgeven voor kul- zaken of kwesties die goedkoper kunnen worden opgelost dan met een advocaat, zoals betalingsachterstanden”, gaat De Wolff verder. “Maar het rechtssysteem heeft on- voldoende oplossend vermogen. Een simpel voorbeeld dat ik laatst hoorde: de herziening van de gerechtelijke kaart. Voorheen kwa- men debiteuren gewoon naar de rolzitting op een locatie als Heerlen met een plastic tasje vol bonnen en dan werd ter plekke een regeling getroffen. Nu moet iemand uit Heerlen naar Maastricht. Wij kunnen het ons misschien niet voorstellen, maar dat is voor mensen met geldproblemen gewoon te ver. Dan laten ze verstek gaan en kunnen rechters niet anders dan tot een veroordeling te komen met alle kosten voor de debiteur.” En nog geen drie jaar na de sluiting van locaties als Heerlen zijn er pro- jecten met buurtrechters om het recht dichter bij de mensen te brengen. “Ja, begrijpelijk. Het is goed om voor veel voorkomende verschillen nieuwe oplossingen te vinden. Gezond ver- stand, een luisterend oor, daar kom je vaak een eind mee. En daar moeten wij als advocaten niet bang voor zijn. Ik juich experimenten om de rechtspleging te ver- nieuwen toe.” De Nederlandse Orde van Advocaten lijkt nogal afhoudend bij dit soort experimenten. Leonard Böhmer, tot vorig jaar lid van de Algemene Raad van de NOvA, zei tijdens het Gerbrandydebat afgelopen november dat hij het schandalig vond dat hij zes maanden moest wachten op een arrest van een hof. Rechters moesten volgens hem eerst maar eens hun werk doen alvorens te gaan experimenteren. Een meer- derheid van de lezers van het Advocatenblad gaf aan het met hem eens te zijn. “Ik vind het een schijntegenstelling”, rea- geert De Wolff. “Natuurlijk is het zorgelijk dat partijen alleen maar verder kunnen als er een rechterlijke uitspraak ligt en dat ze

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=