Mr.

Mr. 1 2018 / 39 Marcel Abbringh Geert Potjewijd moment neemt Clifford Chance veel mensen aan. “Dus ik denk dat we volgend jaar weer bij de grootste stijgers zul- len horen”, verwacht Ouwehand. Heeft hij een verklaring voor de stagnerende groei binnen de top 50? “Er is genoeg werk, zowel in de transactie- als in de litigationmarkt”, antwoordt Ouwehand. “Een ver- klaring kan zijn dat steeds meer nichekantoren ontstaan. Misschien vertrekken advocaten uit de top 50 daarheen. Ik denk dat daar groei zit. Ik denk verder dat de grotere kantoren qua omvang vaak zitten waar ze willen zitten. Wel is er op onderdelen groei, zoals bij ons momenteel in de procesrechtsectie en de sectie arbeidsrecht. Het notari- aat groeide in 2017 eveneens.” BELANGRIJK OM ‘BUITENLANDSE’ ADVOCATEN TE HEBBEN Geert Potjewijd is managing partner bij De Brauw Blackstone Westbroek, dat vestigingen heeft in Amsterdam, Brussel, Frankfurt, Londen, New York, Sjanghai en Singapore. De Brauw groeide het afgelo- pen jaar van 311 naar 334 advocaten. Getalsmatig is dat een toename van 23 advocaten, wat neerkomt op een stijging van 7 procent. “Wij hebben een zeer druk jaar achter de rug, waarin we weer in vele prominente zaken betrokken zijn ge- weest”, vertelt Geert Potjewijd. Het gaat daarbij vooral om zaken die zich afspelen in het buitenland. “Daarom is het voor ons belangrijk om advocaten te hebben met bui- tenlandse ervaring of een buitenlandse achtergrond.” De toename van het aantal ad- vocaten op zijn kantoor, dat met afstand het grootste advo- catenkantoor van Nederland is, hangt met deze twee ont- wikkelingen samen, legt hij uit. “Wij hebben meer advoca- ten, zowel beginnend als erva- ren, aangenomen met het oog op de werkdruk en met het oog op de verdere internationalise- ring van onze praktijk.” ORGANISCHE GROEI KOPPELEN AAN DE JUISTE MENSEN Marcel Abbringh is Chief Operating Officer bij Stibbe. Het advocatenkantoor, met vestigingen in Amster- dam, Londen, New York, Brussel, Luxemburg, Dubai en Hongkong, had op 1 januari van dit jaar 203 advoca- ten, 15 meer dan vorig jaar. Stibbe was vorig jaar nog zesde en bekleedt nu de vijfde plaats. “De groei in de aantrekkende economie is een afspiegeling van het feit dat we als kantoor groeien”, zegt Marcel Abbringh. “Daarmee bedoel ik dat we mooie zaken en interes- sante cliënten hebben.” Maar nog belangrijker is dat het kantoor in deze aantrek- kende arbeidsmarkt in staat is om goede mensen aan te trek- ken, vindt hij. “Dat valt niet mee, want daarmee beconcur- reren we elkaar flink op de Zuidas, maar het lukt ons ge- lukkig goed.” Volgens Abbringh is het aantrekken van jong talent altijd de bottleneck voor groei. Waarin onderscheidt Stibbe zich daarbij van de concur- renten? “Het is altijd oppassen om je te vergelijken met andere kantoren”, vindt Abbringh. “Maar ik denk wel dat mensen geïnteresseerd zijn in de cultuur en de stijl van Stibbe. We doen veel moeite om het werken hier plezierig te maken, en dat kunnen we kennelijk overbrengen op studenten. We proberen zichtbaar te zijn op allerlei plek- ken. Maar het gaat er uiteindelijk om dat mensen een po- sitief gevoel hebben als ze hier komen, en dus voor ons kiezen. Al wil ik niet zeggen dat wij de enigen zijn die dat goed doen.” Stibbe probeert zich te onderscheiden met het motto ‘Je kunt Stibbe zelf maken’. “Dat betekent dat je jezelf kunt zijn bij Stibbe, en dat we veel tijd en energie stoppen in je ontwikkeling. Dus goede begeleiding en ontwikkelings- mogelijkheden, maar niet mensen in een malletje gieten omdat ze bij Stibbe werken.” Groei is voor Stibbe belangrijk om ruimte te geven aan ta- lent, vindt Abbringh. “We hebben ons geen keiharde groeidoelen gesteld, omdat wij alleen verantwoord kun- nen groeien als we dat organisch doen. Dat is gekoppeld aan het vinden van goede mensen, en dat gaat nooit met een enorme spurt, omdat de arbeidsmarkt zo niet in elkaar zit. Groei is nooit een doel op zich.” Hoe het komt dat de top 10 kwantitatief bijna stilstaand water is, is ook voor Abbringh een vraag. “Mijn gevoel is: talentvolle mensen zien in de aantrekkende economie meer kan- sen in de markt. Ze durven buiten de grote advo- catenkantoren en bij cliënten andere dingen te doen. En het zou natuurlijk ook kunnen dat een aantal kantoren het moeilijk vindt ommensen te interesseren.” TOP 50 ADVOCATUUR

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=