Mr.

Mr. 1 2018 / 41 A ls de zitting bijna is afgelopen en de rechter zijn laatste vraag heeft gesteld, begint het bij de juri- disch medewerker, in zijn functie als griffier te kriebelen. Een belangrijk punt is nog niet aan de orde ge- weest. De aandacht van de rechter trekken met een kuch- je? Een elleboogstoot? Of zelf maar een vraag voorleggen aan de eisende partij? Of deze: tijdens het raadkameren is de rechter er snel uit. Dan begint de medewerker de concept-uitspraak te schrij- ven en merkt gaandeweg dat de ‘afgesproken’ beslissing niet de juiste kan zijn. Stug de lijn van de rechter volgen of het lef tonen om hem te overtuigen van zijn ongelijk? Nina Holvast, als universitair docent verbonden aan de sectie Sociologie, Theorie en Methode van het recht van de Erasmus Universiteit bedacht voor de juridisch mede- werker een mooie typering: in de schaduw van de rechter – niet toevallig de titel van het proefschrift waarop ze in september van het afgelopen jaar promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam ( In the shadow of the judge ). Daarin onderzocht ze de betrokkenheid van de juri- disch medewerker in het rechterlijke be- sluitvormingsproces – een gevoelig onder- werp, schrijft ze. Want als de juridisch medewerker, vaak een meester in de rechten, de besluitvorming van de rechter (te) veel beïnvloedt, kan dat op gespannen voet staan met de rechterlijke verantwoor- delijkheid en kan het de legitimiteit van zijn beslissing aantasten. Wie bepaalt precies welke partij in het gelijk wordt gesteld en wie hoeveel schadevergoeding aan de ander moet worden betaald? De rechter. Maar de rechter alléén? In de rechtbank Midden-Nederland heeft rechter Jannigje Willems (civiel) veel ervaring met juridisch medewerkers. Goede ervaringen ook. Haar team telt tien rechters en twintig juridisch medewerkers. Er wordt gewerkt met een rooster, voor rechters en juridisch medewerkers, dat wordt gebruikt voor het plannen van zaken. “Als de zaak daarom vraagt kan er worden geruild, zodat je een juri- disch medewerker bij je hebt die meer ervaren is of meer kennis heeft op een bepaald rechtsgebied.” Willems maakt voorafgaand aan de zitting geen explicie- te afspraken met haar juridisch medewerker. “We ken- nen beiden het dossier en bespreken vooraf of we dezelfde punten hebben opgepakt. En we spreken af wie wat ver- der uitzoekt. De zitting doen we samen, waarbij de juri- disch medewerker de griffierswerkzaamheden verricht en het proces-verbaal opstelt. Ook raadkameren we samen. De juridisch medewerker schrijft het concept-vonnis dat ik eventueel aanvul of wijzig. Zijn we het beiden eens met het uiteindelijke vonnis, dan komen onze handteke- ningen eronder.” Gelijkwaardigheid, dat is een woord dat Willems vaak noemt. INSTRUCTIES Misschien is de manier waarop Willems werkt met haar medewerkers wel ideaal, maar elders constateerde Hol- vast ook andere situaties, nadat ze acht maanden veld- onderzoek had gedaan bij twee rechtbanken en daarbij 66 rechters en juridisch medewerkers had geïnterviewd. Daaruit bleek dat juridisch medewerkers voorafgaand aan de zitting regelmatig het voortouw hebben bij het nemen van belangrijke beslissingen, bijvoorbeeld of een zaak (in het bestuursrecht) met of zonder zitting moet worden af- gehandeld. Ze bereiden instructies voor die de rechter op zitting kan gebruiken. Soms zijn de instructies neutraal, soms laat een juridisch medewerker zien hoe hij over de zaak denkt en kan hij de rechter daarmee sturen. Zo’n instructie bespaart tijd, ont- dekte Holvast. Het kan nieuwe inzichten op- leveren of discussie op gang brengen. Het kan denkfouten in de beslissing voorkomen, maar ook juist bevorderen. De rol van de juridisch medewerker is op zit- ting doorgaans beperkt tot het maken van aantekeningen. In een enkel geval geeft een rechter de juridisch medewerker de ruimte om vragen te stellen, maar de meeste rech- ters zijn daar terughoudend in. Wel wordt van juridisch medewerkers verwacht dat ze in de raadkamer meedis- cussiëren en ook juridisch medewerkers zelf zien dat als hun taak, ook al hebben ze geen officiële stem. Holvast noemt de bijdrage van een juridisch medewerker zelfs ‘soms cruciaal’. Dat geldt zeker als een rechter op een be- paald terrein wat onervaren is: een juridisch medewerker met veel vlieguren kan de rechter dan sturen. De meeste invloed lijken juridisch medewerkers te heb- ben tijdens het schrijven van concept-uitspraken. Hol- vast: “Aanwijzingen gegeven in de raadkamer over hoe de uitspraak moet worden ge- schreven laten vaak behoor- lijke ruimte voor nadere in- vulling door de medewerker. Het komt voor dat tijdens het schrijven de zaak nog eens goed wordt heroverwo- gen, waardoor de beslissing op initiatief van de juridisch medewerker, na overleg met de rechter, kan wijzigen.” Omdat weinig op papier staat over de wenselijke be- “JURIDISCH MEDEWERKERS NEMEN REGELMATIG HET VOORTOUW BIJ BELANGRIJKE BESLISSINGEN” JURIDISCH MEDEWERKERS Nina Holvast (Erasmus Universiteit)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=