Mr.

26 / Mr. 5 2018 WIE IS MADELEINE DE COCK BUNING? Madeleine de Cock Buning (1966) studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1998 op de beperkte houdbaarheid van technologiespecifieke regelgeving. Aansluitend werkte ze als advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek waar ze onder andere op- trad voor beursgenoteerde ICT-ondernemingen als Google. In 2007 werd ze benoemd tot hoogleraar auteurs- en mediarecht aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast is De Cock Buning sinds 2009 lid van het college van het Commissariaat voor de Media en sinds 2013 voorzitter. Begin dit jaar werd ze benoemd tot voorzitter van de High Level Expert Group on Fake News and Online Dis- information, die in maart haar advies uitbracht aan de Europese Commissie. Onlangs stapte De Cock Buning op als waarnemend voorzitter van de raad van toezicht van het Stedelijk Museum in Amsterdam, na een rapport van de ge- meente over de gang van zaken rond het vertrek van ar- tistiek directeur Beatrix Ruf. Begin juni is De Cock Buning benoemd tot parttime hoogleraar aan de European University Instituut School of Transnational Governance in Florence, Italië. Madelein de Cock Buning heeft een zoon. “FAKE NEWS KUN JE HET BEST BESTRIJDEN DOOR VERDUNNING MET NIEUWS UIT GOEDE BRONNEN” INTERVIEW B egin dit jaar stond Madeleine de Cock Buning, als voorzitter van het Com- missariaat voor de Media en hoogle- raar auteurs- en mediarecht dagelijks bezig met nieuws, opeens zelf in het brandpunt van de belangstelling. Aanleiding was haar benoeming tot voorzitter van de High Level Expert Group on Fake News and Online Dis- information. Internetplatform GeenStijl bombardeerde haar prompt tot ‘de tsarina van nepnieuws’ . “Ik heb wel even moeten slikken”, geeft De Cock Buning volmondig toe, “maar ik heb er veel van geleerd. Zonder dat ik nog maar iets had gezegd, gingen mensen ervan uit dat ik als voorzitter van de High Level Group wel voor cen- suur zou pleiten. Daarom werd ik zo hard aangevallen. Maar wie mij kent, weet dat ik nooit voor censuur zal zijn. Het vervelende was dat ik mij niet kon verweren, omdat ik moest wachten totdat wij als High Level Group ons advies zouden uitbrengen. En ondertussen werd er steeds meer onzin gepubliceerd. Ik heb toen geleerd dat er fake news over fake news kan zijn.” Een van de misverstanden die bleven rondzingen was dat De Cock Buning voorzitter was van Stratcom, een Europese taskforce die lijsten samenstelde van media die nepnieuws zouden hebben verspreid. Op die lijsten stonden onder an- dere De Gelderlander en GeenStijl. “Ten eerste had ik met die club helemaal niets te maken en ten tweede vindt de High Level Group dit soort lijsten nou juist niet oké”, zegt De Cock Buning laconiek. “In ons advies, dat in maart uit- kwam, staat dat de beste manier om fake news te bestrij- den verdunning is met kwalitatief goede nieuwsbronnen. Dat wil zeggen dat er een groot aantal bronnen beschik- baar moet zijn dat een tegengeluid laat horen. Als mensen kunnen putten uit veel en diverse bronnen, wordt de kans kleiner dat ze worden meegezogen in een stroom van nep- nieuws. Wij adviseren daarom journalisten te empoweren om hun werk goed te blijven kunnen doen. Hoe dat precies moet, van on- derop of van bovenaf, dat is aan anderen, maar wij hebben als expertgroep de Europese Commissie wel geadviseerd om zwaar in te zetten op innovatieve mediaprojecten. Daar- naast vinden we dat staatssteun moet wor- den ingezet om de pluriformiteit van het aanbod te garanderen. Maar wel op een goe- de manier natuurlijk. Pluriforme en onafhankelijke media zijn een essentiële voorwaarde voor de democratische rechtstaat. Een overheid mag nooit bepalen wat het nieuws moet zijn, maar kan wel randvoorwaarden creëren waarbinnen de media kunnen floreren. Dat noemen wij in ons rapport diversity and sustainability van het medialand- schap. Als je in een informatiebubbel zit en alleen maar nieuws tot je neemt dat past bij jouw voorkeuren, dan heeft fake news een veel grotere impact dan wanneer je je informatie uit veel verschillende bronnen haalt. Wij moe- ten er dus voor zorgen dat het aanbod divers blijft en dat mensen hun informatie uit verschillende bronnen blijven halen. We moeten investeren in mediawijsheid. Zo leren mensen omgaan met online informatie, en na te gaan of het klopt wat wordt beweerd. Desinformatie is dan veel minder effectief.” DIVERS MEDIA-AANBOD Uit de Mediamonitor , die het Commissariaat voor de Media elk jaar uitbrengt, blijkt dat in Nederland de mediacon- sumptie nog behoorlijk divers is, ook bij jongeren, en ze- ker vergeleken met andere landen. “Dat relativeert de hele discussie over nepnieuws”, vindt De Cock Buning, die zelf liever over desinformatie spreekt. “We hebben in Neder- land van nature een heel divers media-aanbod, maar dat staat wel onder druk. De Ster-inkomens dalen, commercië-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=