Mr.
Mr. 4 2018 / 29 INTERVIEW notaris die mens leert kennen, hoe beter hij in staat is om te adviseren. FOUT SIGNAAL Binnen de notariële familiepraktijk is er veel veranderd, om te beginnen bij het huwelijksvermogensrecht. Trouw- den tot 1 januari 2018 de meeste stellen nog in algehele gemeenschap van goederen, sinds 1 januari geldt het re- gime van de beperkte gemeenschap van goederen. Dat be- tekent dat alleen de goederen die zij tijdens hun huwelijk samen opbouwen in de gemeenschap vallen. Wat ze daar- voor hadden – een huis, een erfenis, een schuld – blijft van hen zelf. Wie ondanks deze wettelijke regeling toch in algehele gemeenschap wil trouwen, moet daarvoor naar de notaris. “Omslachtig en te duur”, vindt minister Dekker. Hij wil liever dat stellen bij de bur- gerlijke stand de mogelijkheid krijgen aan te geven wat ze willen: alles samen of be- perkt. Van der Geld is ongelukkig met dit voorstel van de minister. De notarisorganisatie waarvan zij directeur is liet onlangs een en- quête uitvoeren waaruit bleek dat slechts dertien procent van de bruidsparen alsnog naar een notaris stapt om een algehele gemeenschap van goederen af te spreken. De be- hoefte van mensen aan een andere regeling dan de wette- lijke lijkt dus gering. Maar er is nog een andere reden waarom Van der Geld bezwaar maakt tegen Dekkers plan- nen. “We hebben net een intensieve wetgevingsprocedure achter de rug, met nogal wat tegenstanders. Inmiddels zitten twee van die tegenstanders – het CDA en de Chris- tenUnie – in de nieuwe coalitie en prompt zouden we een wet die we net hebben veranderd wéér moeten verande- ren. Dat vind ik niet getuigen van een betrouwbare over- heid. Dit moet geen politiek onderwerp zijn. De minister wil dat we de in potentie gevaarlijkste vorm van gemeen- schap van goederen aanbieden als een gratis dingetje waarvoor je kunt kiezen bij de burgerlijke stand. Dat is een fout signaal.” Dat gevaar zit volgens Van der Geld vooral in schulden. Want in een algehele gemeenschap van goederen worden niet alleen de lusten gedeeld, maar ook de lasten. “Ie- mand die een onderneming heeft en failliet gaat, trekt zo ongewild zijn partner mee. Iemand die wil scheiden van haar gokverslaafde echtgenoot, moet in het uiterste geval opdraaien voor diens gokschulden. Juist daaraan wilde de nieuwe wet die inging 1 januari 2018 een einde maken.” Dat een ambtenaar van de burgerlijke stand in plaats van de notaris wordt gesteld, is niet het probleem. Wel zou- den mensen dan voor alle mogelijke huwelijkse voorwaar- den moeten kunnen kiezen, en niet alleen voor de algehe- le. Bovendien moeten mensen goed worden voorgelicht. “Als ik cliënten krijg die in algehele gemeenschap van goederen willen trouwen, vraag ik altijd waarom. Ik snap heel goed dat mensen alles samen willen opbouwen, maar ik wil ze ook behoeden voor die schuldenproblema- tiek. Als mensen zich dat realiseren, kiezen ze vrijwel zonder uitzondering voor een andere regeling. Bijvoor- beeld dat ze niet gaan delen in de goederen, maar in de waarde van de goederen. Als mensen goed worden geïn- formeerd, kunnen ze op andere gedachten komen. Maar de regering zegt: we willen notariskosten wegnemen. Alsof je mensen daarmee beloont! Terwijl ze uiteindelijk veel duurder uit kunnen zijn mochten er la- ter in het leven schulden ontstaan.” VREEMDE PARADOX Een ander onderwerp dat Van der Geld nauw aan het hart ligt, is de ouderdom. In de praktijk merkt ze dat de laatste levensfase de notaris voor nieuwe vragen stelt. “Langer leven betekent ook een langere fase van af- nemende fysieke en mentale gezondheid. Dat brengt voor ons bijzondere vragen mee: “GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN MOET GEEN GRATIS DINGETJE BIJ DE BURGERLIJKE STAND ZIJN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=