Mr.

Mr. 4 2018 / 61 AMBTENARENRECHT ren, heeft in het proces een actieve rol bij het zoeken naar de materiële waarheid en kan ambtshalve gronden en fei- ten aanvullen. De civiele rechter is lijdelijk, en voor hem geldt: alleen waarvan hij in geding kennis heeft genomen mag hij in zijn beslissing meenemen en wat niet is be- twist, staat voor de rechter vast. De ambtenarenrechter stapt daar makkelijker over heen. Dat betekent dat partij- en in de toekomst alerter moeten zijn.” Nog een verschil, zegt Richters. “De bestuursrechter zal een ambtenaar zelden veroordelen in de proceskosten. En als dat gebeurt, geldt een forfaitair bedrag dat niet zo hoog is. Bij de civiele rechter kan dat anders zijn: die kan een werk- nemer wel in een deel van de proceskosten van de weder- partij veroordelen. De vraag is of het zo’n vaart zal lopen.” Tot slot moet volgens Richters worden bezien of de be- stuursrechter en civiele rechter gelijk toetsen. “Neem ambtelijke integriteit. De bestuursrechter heeft daar veel feeling mee. Stel, een ambtenaar zit louter uit nieuwsgie- righeid te neuzen in vertrouwelijke gegevensbestanden, zoals de Basisregistratie personen. De bestuursrechter kent dan zero tolerance, dat gedrag is strafontslagwaar- dig. De civiele rechter neigt soepeler te toetsen, en het is de vraag wat die na 2020 gaat doen als een werknemer in overheidsdienst de fout ingaat. Of neem alcoholversla- ving. De civiele rechter ziet dat in de regel als een ziekte, de bestuursrechter niet. Dat maakt nogal wat uit als dat in je ontslagprocedure speelt.” HOGER BEROEP Het is de Centrale Raad van Beroep die nu nog in hoger be- roep oordeelt over conflicten met ambtenaren. Jaarlijks behandelt de Raad zo’n 7500 zaken, waarvan er een kleine duizend over het ambtenarenrecht gaan. Kees Bangma, senior raadsheer en teamvoorzitter van de werkstroom ambtenarenrecht verwacht dat zo’n 40 procent daarvan over blijft. “Ongeveer vierhonderd ambtenarenzaken zul- len we na 2020 doen, zo’n zeshonderd minder dan nu. ” Maar met een heel grote slag om de arm. Extrapoleren van nu naar 2020 kan een vertekend beeld opleveren. “Soms heb je plotseling veel zaken over één onderwerp, zoals de reorganisatie van de politie. Een paar jaar later is dat over. Dat maakt voorspellen zo lastig.” De ambtenarenzaken die nog bij de Raad blijven, betreffen kwesties rond de politie, militairen en burgerpersoneel bij Defensie en rechterlijke ambtenaren: zij worden niet ge- normaliseerd – zij krijgen dus geen arbeidsovereenkomst maar blijven eenzijdig aangesteld. Minder zaken voor de Raad betekent zeker niet dat er men- sen uit moeten, zegt Bangma. “Het is nog maar de vraag of er in totaliteit bij de Raad minder zaken zullen instro- men. Bovendien zal de uitstroom niet dalen. Ik verwacht eerder dat er mensen bij komen. Nu er bij de werkstroom ambtenarenrecht wat ruimte komt, zal die worden inge- zet om elders – met name bij bijstand en arbeidsonge- schiktheid – de doorlooptijden te versnellen.” Wel ver- wacht Bangma nog de nodige zaken te doen in de ‘nasleep’. “Iedere ambtenaar die net voor de inwerkingtre- ding van de normalisering bezwaar aantekent tegen een besluit over bijvoorbeeld zijn ontslag, kan nog in beroep bij de rechtbank. Wordt één of twee jaar later hoger beroep aangetekend, dat is het mogelijk dat wij in 2022 nog steeds ambtenarenzaken volgens het huidige regime doen.” De overige zestig procent ambtenarenzaken – conflicten van onder meer gemeente-, provincie- en rijksambtenaren – zullen na 2020 door de gerechtshoven worden behandeld. Bangma verwacht daar geen problemen. “Na 2020 vallen deze ambtenaren onder het civiele arbeidsrecht en die kennis is bij de hoven aanwezig.” 30.000 AMBTENAREN ERBIJ De meeste ambtenaren krijgen de werknemerssta- tus, maar veel huidige werknemers worden na 2020 ‘omgekeerd genormaliseerd’ en worden ambtenaar. In totaal komen er ruim 30.000 ambtenaren bij. Zo- als het UWV, met ruim 18.000 nieuwe ambtenaren, maar dat geldt ook voor medewerkers van de Autori- teit Financiële Markten, de Autoriteit Persoonsgege- vens, het Centraal Administratie Kantoor (CAK), het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, De Neder- landsche Bank, het Participatiefonds, de Sociaal Eco- nomische Raad, de Sociale Verzekeringsbank, de Stichting Vervangingsfonds en TNO: zij worden alle- maal (nieuwe) ambtenaar. ONTSLAGVERGOEDING Het arbeidsrecht kent, sinds de WWZ, de transitiever- goeding. Die krijgt de ontslagen werknemer, tenzij er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door hem. Op dit moment maakt een ambtenaar aanspraak op de WW, soms een bovenwettelijke uitkering, eventu- eel een ‘plusje’ (een nawettelijke uitkering). Advocaat Sjoerd Richters: “De vraag is hoe dit in de cao komt. Krijgt een ambtenaar de transitievergoeding plus WW plus bovenwettelijke uitkering? We zien op veel plaat- sen dat dit laatste, nu we naar de Wnra opschuiven, al wordt versoberd of geschrapt. De vraag is ook hoe dit zich verhoudt tot de rechtspositie die niet zou wor- den gewijzigd. De bovenwettelijke uitkering was, net als de WW, een vangnet, de transitievergoeding wordt gezien als een plusje.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=