Mr.
Mr. 3 2018 / 13 NIEUWS De dekens en lokale ordebureaus hebben te maken met een zeer hoge werkdruk. Op bureaus buiten de Randstad is die zelfs zo hoog, dat de dekens aan bepaalde werk- zaamheden niet toekomen. Ook hun financiële positie is kwets- baar. Dat constateert het College van Toezicht in het jaarverslag over 2017. V olgens het CvT hebben de dekens en ordebureaus nauwe- lijks capaciteit over voor zaken die bovenop het reguliere werk komen. Daarbij valt te denken aan het uitvoeren van pro- jecten, het ontwikkelen van beleid en toezichtinstrumenten, het onderzoek in incidentele, omvangrijke klacht- of toezicht- zaken, de opleiding van de dekens en hun medewerkers, en het afleggen van kantoorbezoeken naar aanleiding van een signaal bovenop de tien procent proactieve kantoorbezoeken. Ook zijn er enkele dekens die zelf structureel uitvoerend werk verrichten dat eigenlijk door bureaumedewerkers zou moeten worden ge- daan. De dekens van de grote arrondissementen in de Randstad hebben laten weten geen capaciteitsgebrek te ervaren. Aan de overbelasting liggen meerdere oorzaken ten grondslag. De dekens zijn sinds 2015 bezig met de ontwikkeling van een nieuwe kantoorautomatisering voor alle bureaus, een groot pro- ject dat door enkele dekens en bureaumedewerkers wordt aan- gestuurd. Daarnaast zijn in enkele arrondissementen pilots ge- houden met een vernieuwde centrale controle op de verordening (CCV) en het opvragen van financiële kengetallen van alle kantoren in de betrokken arrondissementen. Dit heeft incidenteel geleid tot achterstanden in het werk. Andere bureaus bleken op dat moment geen capaciteit te heb- ben om bij te springen. Na 2018 zal het er niet beter op wor- den, verwacht het CvT. Dan krijgen de dekens er weer taken bij. Zij zullen de volledige afhandeling van de CCV voor hun rekening nemen, die tot dit jaar nog deels door de NOvA werd ver- richt. Als de verwachte wijziging van de Wwft wordt doorgevoerd, krijgen advocaten er extra ver- plichtingen bij − wat het toezicht van de dekens verzwaart. Ook het plan van de NOvA dat advocaten zich moeten registreren op rechtsgebieden zal leiden tot een extra controletaak door de de- kens. Alles bij elkaar meent het college dat er sprake is van een capaciteitsprobleem, waardoor het toezicht en de klachtbehan- deling door de dekens onder druk staan. Het CvT stelt ook vast dat de vergoeding voor de leden van de ra- den van orde per arrondissement verschilt. Lokale orden van advocaten worden gefinancierd door de advocaten in het arron- dissement die jaarlijks een hoofdelijke omslag aan hun orde betalen. Omdat het aantal advocaten per arrondissement sterk verschilt (het grootste telt ruim 5000 advocaten, het kleinste 650), loopt de hoogte van de hoofdelijke omslagen uiteen. Dat leidt volgens het CvT tot “onwenselijke verschillen in financiële armslag” tussen arrondissementen met grote en met kleine(re) balies. Het CvT spreekt van een“kwetsbare situatie”. En omdat de omslagen de afgelopen jaren in vrijwel alle arrondissemen- ten al gestaag zijn verhoogd, is het niet reëel dat de orden de hoofdelijke omslagen verder verhogen. ‘WERKDRUK DEKENS EN ORDEBUREAUS ZEER HOOG’ ADVOCATUUR In 2017 heeft de Hoge Raad fors minder 80a-zaken gekend. Werden er in 2016 nog 68 zaken bij de poort afgewezen, in 2017 gebeurde dat maar tien keer. D e advocaat-generaal kan op basis van artikel 80a Wet op de rechterlijke organisatie concluderen dat een cassatiemiddel onvoldoende sterk is. Dan wordt al bij de voordeur van de Hoge Raad gezegd dat het feest niet doorgaat – zo’n weigering bij de poort wordt vaak gezien als een diskwalificatie van de cassatie- advocaat. In 2017 is het aantal keer dat dat gebeurde dus flink afgenomen, zo blijkt uit het jaarverslag van de Hoge Raad. Daaruit blijkt ook dat de gemiddelde doorlooptijd van civiele za- ken bij de Hoge Raad in 2017 355 dagen bedroeg – negen dagen meer dan in 2016. Ook bij de strafkamer ging het iets trager: 237 dagen (232 dagen een jaar eerder). Bij fiscaal werd echter wat winst geboekt: 255 dagen, tegen 266 dagen in 2017. De civiele kamer kreeg een iets lagere instroom te verwerken dan vooraf was bedacht: 425 zaken, terwijl was gerekend op 480. De instroom bij de strafkamer bedroeg 4785 zaken, bij de belasting- kamer was dat 818 zaken. In 2017 werd één keer een lid van de Hoge Raad gewraakt (in 2016 nog driemaal), maar dat werd niet ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad betaalt jaarlijks 22 miljoen euro aan personeels- kosten. President Maarten Feteris verdient 178.000 euro, procu- reur-generaal Jos Silvis 175.000 euro en directeur bedrijfsvoering Adwin Rot scheid 135.000 euro. HOGE RAAD WEIGERT MINDER ZAKEN AAN DE POORT Chris van Houts
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=