Mr.

Mr. 3 2018 / 31 “ALS RAADSMAN MOET JE ZEGGEN WAT JE − WANNEER JE ZELF RECHTER WAS − HET MEEST ZOU RAKEN ” RECHTSPRAAK kunt kijkend naar de toekomst niet simpel op regeltjes leunen. Wie moedig wil zijn, moet zelf iets verzinnen en niet alleen de richtlij- nen of oriëntatiepunten volgen. Een rechter moet ook lankmoedig zijn: clement, en dus niet blijven hangen in toorn. Geef iemand een nieuwe kans. Plato, de apostel Paulus en Martha Nussbaum zeiden het al.” In dat spanningsveld tussen verleden en toekomst, tussen richtlijnen en moed, tussen toorn, prudentie en clementie koos Hol voor een mildere straf. “Iedereen is wel eens kwaad, iedereen kan zich voorstellen dat ie soms van huis wil. Maar de buschauffeur had een druk seizoen voor de boeg.” Om recht te doen aan al zijn uitgangspunten gaf Hol een forse geldboete (toorn) maar slechts een voorwaardelijke ontzegging (clemen- tie). Zo trachtte hij een overtuigend vonnis te vellen. OEVERLOOS ZWAMMEN Deze verdachte had geen advocaat, anders was het een nuttige sessie geweest voor de raadsman. Want het over- tuigen van rechters gaat lang niet altijd van een leien dakje, constateert Rutger Wery. Wery, 25 jaar advocaat voor hij in 2005 raadsheer werd in de strafkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, hanteert een meer praktisch-juridisch perspectief. Hij zegt dat de advocaat bij het overtuigen van de rechter “alle overtuigingsmid- delen ter beschikking staan”. Wat je als advocaat volgens Wery vooral niet moet doen: het vonnis van de rechtbank in twee zinnen afdoen als flauwekul. Ook taboe: onnodige uitweidingen, plechtig taalgebruik, in discussie gaan met de rechter, een college geven en je vereenzelvigen met de verdachte. “En het alle- rergste: oeverloos zwammen.” Hoe moet het wel? “De ad- vocaat moet zinnige dingen zeggen, zich fatsoenlijk ge- dragen, verzorgd taalgebruik bezigen en de feiten onder de knie hebben.” Allemaal logisch, maar de kern is vol- gens Wery: “Bedenk waar de rechter op zit te wachten.” Overtuiging is een innerlijk proces, dat zich niet laat dwingen. “De advocaat moet een brug slaan naar de rechter”, adviseert Wery. “De raadsman moet zeggen wat hem − wanneer hij zelf rechter was − het meest zou raken. Hij moet in de huid van de rechter kruipen. Het gezicht van de rechter is het kompas van de pleiter, zoals Cicero al zei.” Wery’s advies: breng op tijd de stukken in die de rechter op het spoor van de ver- dediging zetten. “De rechter bereidt zich doorgaans voor op basis van een dossier dat is samengesteld door de politie en het OM, en die sturen dikwijls niet aan op een vrijspraak.” Succesvol- le raadslieden, zegt Wery, zorgen ervoor dat de rechter in hoger be- roep eerst het standpunt van de verdediging leert kennen, vóór- dat hij zich in de bewijsconstructie en de rest van het dossier ingraaft. “De kans om de rechter te elfder ure nog op an- dere gedachten te brengen is niet groot.” Nog een advies: speel al vroeg open kaart bij de voorbereiding. “Of laat u zich eerder over- tuigen door iemand die zijn kaarten zo lang mogelijk tegen de borst houdt en dan pas met een verhaal komt? Er is dus niks op te- gen om je pleitnota tijdig in te sturen. Dan kun je op de zitting volstaan met een korte samenvat- ting.” Ook belangrijk voor de strafbalie: neem je cliënt mee. Wery verwijst naar Jan Leijtens uitroep “ We need sto- ries ”. “De advocaat heeft een groot voordeel ten opzichte van de andere procesdeelnemers, namelijk dat zijn cliënt er wel of niet bij was en dus bij uitstek zelf iets fei- telijk relevants kan zeggen. Maar dat voordeel wordt on- voldoende uitgebuit.” ONTLASTEND Rechters zijn volgens Wery over het algemeen erg geïnte- resseerd in wat de hoofdpersoon te zeggen heeft, in het bijzonder als dat ontlastend is. “Als een verdachte niets ontlastends naar voren brengt, dan is er kennelijk niks ontlastends te melden, is de snelle conclusie.” Hij noemt een beroep op het zwijgrecht of een no-show niet neu- traal. “Het levert natuurlijk geen bewijs op, maar het kleurt de bewijskracht van het belastend materiaal. Ge- bruik maken van je zwijgrecht is als het ware een nega- tief overtuigingsmiddel.” En: concentreer je op de feiten. “Want in het juridisch slagveld is meestal niet veel succes te boeken. Als de feiten vaststaan, dan is de juridische duiding meestal niet zo ingewikkeld.” Voldoen de Nederlandse advocaten aan dit beeld? Wery: “Veel raadslieden oefenen hun vak voorbeeldig uit. Daardoor kantelt een zaak soms in de raadkamer.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=